De Duinhonden: Een holistische aanpak voor betere samenwerking tussen mens en hond
juli 5, 2025
Kinderen met een neurologische aandoening (NAH) kunnen last hebben van boosheid, agressie en emotionele onrust. Dit is vaak het gevolg van veranderingen in het gedrag en de emoties die het gevolg zijn van hersenschade. In het onderwijs en de kinderopvang is het belangrijk om deze vormen van gedrag goed te begrijpen en adequaat te begeleiden. In dit artikel worden de oorzaken van boosheid bij kinderen met NAH, de invloed op het gezin en de oplossingen voor het omgaan met dit gedrag besproken.
Kinderen met NAH kunnen moeilijk omgaan met drukte en veel prikkels. Dit kan leiden tot prikkelbaarheid en kortaangelegdheid. Een kleine aanleiding kan bijvoorbeeld zorgen voor plotselinge boosheid. Kinderen kunnen het lastig vinden om weer uit deze boosheid te komen. Achteraf begrijpen zij vaak niet waarom ze zo boos zijn geworden en schamen ze zich daarvoor. Ook kunnen kinderen in plaats van boosheid juist verdrietig worden. Sommige kinderen worden somber of zelfs depressief.
Een ander kenmerk van kinderen met NAH is dat zij sneller emotioneel ontploffen. Ze kunnen van extreem vrolijk naar extreem verdrietig overgaan in korte tijd. Door het letsel kunnen zij onzeker worden en minder zelfvertrouwen hebben. Een deel van de kinderen ontwikkelt een sombere stemming of krijgt een depressie. Bovendien kunnen kinderen met NAH gevoeliger zijn voor het krijgen van angsten of angststoornissen.
De invloed van boosheid en agressie bij kinderen met NAH is niet alleen voor het kind, maar ook voor het gezin. Ouders kunnen last krijgen van het feit dat hun kind soms agressief of onbeheersbaar is. Dit kan leiden tot veel onbegrip, frustratie en verdriet. Ouders hebben vaak het gevoel er alleen voor te staan en weten niet waar zij hulp kunnen vragen.
Kinderen van een ouder met hersenletsel kunnen emotionele problemen of gedragsproblemen ontwikkelen. Ze kunnen last hebben van complexe gevoelens zoals verdriet, boosheid en schaamte. Veel kinderen nemen taken in het huishouden over en moeten zich om hun ouder zorgen maken, waardoor ze minder tijd overhouden voor school en sociale activiteiten. Dit kan leiden tot gevoelens van eenzaamheid en schuld.
Begeleiding voor partners en gezinnen is essentieel bij problemen met boosheid en agressie. Psycho-educatie helpt om uit te leggen wat hersenletsel precies is en wat de gevolgen ervan zijn voor degene die het is overkomen. Er zijn trainingen en methodes om beter te leren omgaan met boosheid als gevolg van hersenletsel. Bijvoorbeeld de methode STOP-DENK-DOE. Hiermee roep je jezelf tot de orde. Je geeft jezelf de tijd om na te denken voor je iets doet. Je kunt de methode hardop toepassen of in gedachten.
Deze methode moet je bewust en regelmatig oefenen. Dat doe je bijvoorbeeld met de modules van het behandelprogramma Hersenz. InteraktContour biedt Hersenz aan in Gelderland, Overijssel, Flevoland en Utrecht. Hierbij is ook aandacht voor naasten, zoals partner, ouder en/of kinderen. Woon je in een andere provincie? Vul dan je postcode in op de site van Hersenz en vind een locatie bij jou in de buurt.
In de kinderopvang en scholen is nog een gebrek aan ervaring en kennis over wat hersenletsel voor veranderingen geeft in gezinnen. De signalen van gedrag bij het kind of de jongere kunnen gemist worden en het kan zelfs leiden tot pesten of buitensluiting uit een groep. Het gebeurt nog te weinig dat leraren genoeg kennis hebben om door te vragen. De jongere of het kind durven zelden de zorgen of problemen in het gezin aan te snijden als gespreksonderwerp. Door loyaliteitsgevoelens van de jongere of het kind kan een open discussie over gezins-problemen worden gezien als het schenden van vertrouwen en de vuile was buiten hangen. Daardoor kan de jongere of het kind toch alleen komen te staan en bijvoorbeeld slechter presteren op school of buitensporig gedrag vertonen, wat het isolement kan vergroten.
Ouders en onderwijs moeten goed geïnformeerd zijn over NAH en de gevolgen ervan. Ze moeten weten hoe ze met kinderen met NAH om moeten gaan. Een kind met NAH moet kunnen communiceren en zich kunnen gedragen op een manier die past bij hun leeftijd en ontwikkeling. Het is belangrijk dat ouders en onderwijs zich bewust zijn van de veranderingen die bij een kind met NAH kunnen optreden.
De samenwerking tussen ouders, onderwijs en zorg is cruciaal bij het omgaan met kinderen met NAH. De hulpverlening moet gericht zijn op het oplossen van problemen en het bevorderen van het welzijn van het kind. De hulpverlening moet gericht zijn op het omgaan met boosheid en agressie, maar ook op het opbouwen van zelfvertrouwen en emotionele stabiliteit.
Er zijn verschillende methoden en trainingen die kunnen helpen bij het omgaan met boosheid en agressie. De methode STOP-DENK-DOE is hier een voorbeeld van. Daarnaast is er ook de methode van Hersenz, die gericht is op het omgaan met hersenletsel. De hulpverlening moet gericht zijn op het oplossen van problemen en het bevorderen van het welzijn van het kind.
Kinderen met NAH kunnen last hebben van boosheid, agressie en emotionele onrust. Dit is vaak het gevolg van veranderingen in het gedrag en de emoties die het gevolg zijn van hersenschade. In het onderwijs en de kinderopvang is het belangrijk om deze vormen van gedrag goed te begrijpen en adequaat te begeleiden. Ouders, onderwijs en zorg moeten samenwerken om kinderen met NAH te ondersteunen en te helpen bij het omgaan met boosheid en agressie.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet