Co-ouderschap en eenoudergezinnen: Wat betekent het voor kinderen en ouders?
juli 1, 2025
In België is co-ouderschap een veelvoorkomende vorm van ouderlijk gezag, waarbij beide ouders gelijkwaardig verantwoordelijkheden delen op het gebied van opvoeding, zorg en financiële bijdragen aan hun kinderen. Hoewel co-ouderschap vaak als een gunstige oplossing wordt gezien voor kinderen, is het belangrijk om te begrijpen dat het niet automatisch leidt tot een afwezigheid van alimentatie. In dit artikel wordt uitgelegd wat co-ouderschap precies inhoudt, hoe alimentatie wordt berekend en welke rechten en verplichtingen ouders hebben.
Co-ouderschap, ook wel gezamenlijk ouderlijk gezag genoemd, is een situatie waarin beide ouders gelijke verantwoordelijkheden delen op het gebied van het opvoeden en verzorgen van hun kinderen. Dit omvat beslissingen over onderwijs, gezondheidszorg, en financiële bijdragen. Het is belangrijk op te merken dat co-ouderschap niet automatisch inhoudt dat beide ouders evenveel bijdragen aan de opvoeding van het kind. In veel gevallen blijven kinderen na een scheiding toch vooral bij de moeder, vooral als er sprake is van economische onbalansen of sociale normen.
Ouders die kiezen voor co-ouderschap, vaak hoogopgeleide ouders die aan het werk zijn, hebben de kans om hun kinderen beter te laten delen in hun levens. Onderzoek toont aan dat kinderen met co-ouderschap een goede band kunnen opbouwen met beide ouders en dat meer dan 90 procent van deze kinderen gezond en wel is. Voor moeders biedt co-ouderschap meer tijd voor een baan, een verbeterde financiële situatie en een grotere kans om een nieuwe partner te vinden. Voor vaders zijn er minder opvallende verschillen.
Alimentatie is een financiële bijdrage die ouders moeten leveren voor het onderhoud van hun kinderen. Het is een verplichting die voortvloeit uit de verantwoordelijkheid van ouders om in de behoeften van hun kinderen te voorzien, ook na een scheiding of beëindiging van een relatie. In België is de regelgeving rond alimentatie complex en kan het met name verwarrend zijn in situaties van co-ouderschap. De basisgedachte achter alimentatie is dat beide ouders financieel bijdragen aan de kosten van levensonderhoud van hun kinderen. Deze kosten omvatten verblijfskosten (woonlasten, nutsvoorzieningen, eten en drinken), niet-verblijfskosten (kleding, hobby’s, schoolbenodigdheden) en bijzondere kosten (medische kosten, sport).
De hoogte van de alimentatie wordt bepaald aan de hand van verschillende factoren, waaronder het inkomen van beide ouders, het aantal kinderen en de verblijfsregeling. In het geval van co-ouderschap is de berekening van de alimentatie afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van beide ouders en de verblijfsregeling. Het is belangrijk om de wetgeving te begrijpen en indien nodig juridisch advies in te winnen om ervoor te zorgen dat de rechten en plichten van beide ouders worden beschermd en dat de behoeften van de kinderen worden gewaarborgd.
Een veelvoorkomende misvatting is dat er geen alimentatie betaald hoeft te worden bij co-ouderschap. Dit is echter niet correct. De wet op de onderhoudsbijdrage van 19 maart 2010 bepaalt dat ouders moeten bijdragen in de kosten van de kinderen in verhouding tot hun inkomsten, ongeacht de verblijfsregeling. De kosten van de kinderen worden onderverdeeld in verblijfsgebonden kosten (VGK), niet-verblijfsgebonden kosten (NVGK) en bijzondere kosten. Voor de NVGK en bijzondere kosten zal er altijd alimentatie betaald moeten worden. Voor de VGK is de berekening complexer en afhankelijk van de inkomensverhouding tussen de ouders. Zelfs wanneer een kind evenveel tijd bij beide ouders doorbrengt, kan er alimentatie verschuldigd zijn, omdat de inkomens van de ouders waarschijnlijk niet gelijk zijn.
De berekening van kinderalimentatie in België is niet eenvoudig en vereist vaak de hulp van een specialist. Er bestaan alimentatierekenmodellen die rekening houden met verschillende factoren, waaronder het gezinsinkomen tijdens de relatie, het aantal kinderen, hun leeftijd, de draagkracht van beide ouders en de omgangsregeling. Internationale situaties, waarbij één ouder in het buitenland woont of werkt, vereisen specialistische kennis.
De berekening van kinderalimentatie is gebaseerd op een aantal belangrijke factoren. Hieronder worden deze factoren uitgelegd:
Het inkomen van beide ouders is een van de belangrijkste factoren bij de berekening van de alimentatie. De hoogte van de alimentatie wordt bepaald aan de hand van het inkomen van beide ouders. De wet stelt een verhouding vast tussen het inkomen van de ouders en hun bijdrage aan de kosten van de kinderen.
Het aantal en de leeftijd van de kinderen spelen een rol bij de berekening van de alimentatie. Meerdere kinderen betekenen meerdere kosten, waardoor de alimentatie in het algemeen hoger is. De leeftijd van het kind bepaalt ook de hoeveelheid onderhoud die nodig is voor het lopende onderwijs, gezondheidszorg en andere kosten.
De verblijfsregeling bepaalt hoeveel tijd het kind bij welke ouder doorbrengt. Bij co-ouderschap, waarbij het kind evenveel tijd bij beide ouders doorbrengt, is de berekening van de alimentatie complexer. De inkomensverhouding tussen de ouders is hierbij van invloed.
De draagkracht van de ouders is een andere belangrijke factor. De draagkracht bepaalt hoeveel de ouder kan bijdragen aan de kosten van het kind. Bijvoorbeeld, als de ene ouder een hoger inkomen heeft dan de andere, is de bijdrage aan de alimentatie daarvan afhankelijk.
Bij internationale situaties, waarbij één ouder in het buitenland woont of werkt, zijn er specifieke regels voor de berekening van de alimentatie. Hierbij worden ook rekening gehouden met de belastingen en de woonomstandigheden van de ouders.
Bij co-ouderschap wordt de alimentatie berekend op basis van het inkomen van beide ouders en de verblijfsregeling. Ondanks dat er verblijfsco-ouderschap is overeengekomen, zal de ouder met het hogere inkomen toch maandelijks onderhoudsgeld moeten betalen. Dit onderhoudsgeld dekt zowel verblijfsgebonden als niet-verblijfsgebonden kosten. Bijvoorbeeld, als ouder A 25% van het totale gezinsinkomen verdient en ouder B 75%, dan zal ouder B 75% van de kosten dragen en ouder A 25%. Ouder B zal aan ouder A nog een bedrag gelijk aan 25% van de totale verblijfsgebonden kosten moeten betalen. Dit bedrag maakt deel uit van het maandelijks onderhoudsgeld.
Bij de berekening van de alimentatie wordt het belang van het kind in de gaten gehouden. De wet stelt voor dat de alimentatie moet bijdragen aan de levensonderhoudskosten van het kind. Dit omvat zowel de dagelijkse kosten als bijzondere kosten. Het is belangrijk dat de alimentatie voldoende is om de behoeften van het kind te dekken. Bij het bepalen van de hoogte van de alimentatie wordt ook rekening gehouden met de leeftijd van het kind, het inkomen van de ouders en de verblijfsregeling.
Als ouders niet kunnen overeenkomen over de alimentatie, kan de rechter worden verzocht om een beslissing te nemen. In België is de rechter van de laatste woon- en verblijfplaats van de kinderen bevoegd om een beslissing te nemen over het gezag, bijvoorbeeld wanneer ouders geen overeenstemming bereiken over een verhuizing. De rechter zal het belang van het kind in de gaten houden bij het nemen van een beslissing. Kinderen van 12 jaar en ouder worden standaard uitgenodigd voor een gesprek met de rechter. Jongere kinderen soms ook.
Een ouderschapsplan is een overeenkomst waarin ouders afspraken neerleggen over de verzorging en opvoeding van hun kinderen. Het is verplicht om een ouderschapsplan te maken als ouders willen scheiden en kinderen hebben die jonger zijn dan 18 jaar. Onderdeel van het ouderschapsplan is een zorgregeling of een omgangsregeling. Wanneer beide ouders gezag hebben over de kinderen spreekt men van een zorgregeling. Deze regeling gaat over de verdeling van de zorg- en opvoedtaken. Wanneer een van de ouders het gezag heeft, is er sprake van een omgangsregeling voor de ouder die geen gezag heeft. Hierin staat hoe vaak deze ouder het kind ziet.
Co-ouderschap en parallel ouderschap zijn twee verschillende vormen van ouderlijk gezag. Bij co-ouderschap delen beide ouders verantwoordelijkheden gelijkwaardig, terwijl bij parallel ouderschap de ouders hun kinderen elk op hun eigen manier opvoeden, zonder dat ze daar samen overleg over hebben. Bij parallel ouderschap is er weinig communicatie en emotionele betrokkenheid tussen de ouders. Er worden duidelijke afspraken gemaakt om conflicten te verminderen of te voorkomen. Deze afspraken worden vastgelegd in een ouderschapsplan. Belangrijk is wel dat beide ouders zich aan die afspraken houden.
Fiscaal co-ouderschap is een belangrijk aspect bij het regelen van co-ouderschap na een scheiding of relatiebreuk. Het heeft betrekking op de fiscale voordelen en verplichtingen die gepaard gaan met de gedeelde opvoeding en zorg voor de kinderen. Bij fiscaal co-ouderschap kunnen beide ouders aanspraak maken op bepaalde belastingvoordelen, zoals de verdeling van de belastingvrije som en het recht om de kinderen ten laste te nemen bij het berekenen van het belastbaar inkomen. Fiscaal gezien is het kind dan volledig ten laste van één van de ouders, maar in de praktijk staat de ouder die geniet van de toeslag de helft van de verhoging van de belastingvrije som af aan de andere. Dit leidt tot een lagere belastinglast voor de ouder die het kind ten laste heeft.
Wanneer de alimentatieplichtige, de ouder die de alimentatie moet betalen, gaat samenwonen met een nieuwe partner, dan heeft dat geen invloed op de hoogte van de kinderalimentatie. Ook trouwen of het aangaan van een geregistreerd partnerschap met die nieuwe partner heeft geen invloed op de hoogte van de kinderalimentatie. Bij het berekenen van de kinderalimentatie wordt het inkomen van de nieuwe partner geheel buiten beschouwing gelaten. Alleen wanneer de alimentatieplichtige helemaal geen lasten heeft, bijvoorbeeld omdat zijn partner alle lasten betaalt, dan worden de forfaitaire (woon)lasten buiten beschouwing gelaten.
Co-ouderschap en alimentatie zijn belangrijke aspecten in de opvoeding en verzorging van kinderen na een scheiding of relatiebreuk. Het is belangrijk dat ouders begrijpen hoe de alimentatie wordt berekend en wat hun rechten en verplichtingen zijn. Bij co-ouderschap is het belangrijk om afspraken te maken over de verdeling van de zorg- en opvoedtaken, evenals de financiële bijdragen. Bij onenigheid kan de rechter worden verzocht om een beslissing te nemen. Het is belangrijk om het belang van het kind in de gaten te houden bij het nemen van beslissingen. Ouders moeten zich hierin goed in kunnen leven en samenwerken om een stabiele opvoedingsomgeving te bieden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet