Kinderopvang in Nederland: Uitdagingen, kosten en toekomstplannen
juli 20, 2025
De komende jaren zal de kinderopvang in Nederland een belangrijke rol spelen in politieke discussies. Het demissionaire kabinet heeft al aangekondigd dat kinderopvang vanaf 2027 voor de meeste ouders bijna gratis zal worden. Binnen de politieke arena zijn er verschillende standpunten over de toekomst van de kinderopvang, afhankelijk van de partij. Voor de PVV is dit echter een onderwerp dat tot op heden weinig aandacht heeft gekregen.
De PVV is een politieke partij die zich sterk maakt op burgers’ rechten, de markteconomie en het terugdringen van overheidsbevoegdheden. Toch blijkt uit de verkiezingsprogramma’s en analyse dat de PVV geen duidelijk standpunt heeft over de toekomst van de kinderopvang. Dit leidt tot vragen over hoe de partij deze sector wil ondersteunen, of dat ze deze gewoon aan de markt wil overlaten. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de standpunten van de PVV op dit onderwerp, met een korte vergelijking met andere partijen, op basis van beschikbare bronnen.
Uit de analyse van het verkiezingsprogramma van de PVV blijkt dat het woord kinderopvang niet expliciet voorkomt. In hun programma wordt geen duidelijke visie gegeven over hoe de kinderopvangsector moet worden gereguleerd of gefinancierd. Ook is er geen vermelding van plannen om de toegankelijkheid van kinderopvang te verbeteren of subsidies of toeslagen in te voeren of aan te passen.
Dit ontbrekende standpunt is niet uniek. Volgens bronnen zoals Kinderopvang-wijzer.nl, is het niet gebruikelijk dat de PVV zich uitlaat over kinderopvang. Ook bij commissievergaderingen in de Tweede Kamer is de PVV zelden te horen als het gaat over kinderopvang. Deze onduidelijkheid roept vragen op, zowel bij ouders als bij werknemers in de kinderopvangsector. Als de PVV ooit een coalitie vormt of een rol speelt in het kabinet, is het dus onduidelijk hoe ze deze sector zullen ondersteunen.
De VVD, die op enkele enquêtes als de beste partij voor de kinderopvang is aangewezen, wil kinderopvang betaalbaar maken voor werkende ouders. De partij staat voor een systeem waarbij werkenden, vooral fulltime, gunstiger worden behandeld bij de toegang tot kinderopvang. Dit houdt in dat ze voorrang krijgen bij beschikbare plekken. De VVD wil ook een slimme prijsregulering invoeren om kosten onder controle te houden. Een dagschoolmodel is een van de ideeën die de partij voorstelt, waarbij kinderen in de zomervakantie op school kunnen blijven.
De BBB wil een stelsel invoeren waarbij de eigen bijdrage van ouders beperkt is. Dit systeem is echter alleen gericht op mensen die aantoonbaar een bijdrage leveren aan de maatschappij, zoals via loondienst, ondernemerschap, vrijwilligerswerk of mantelzorg. Hiermee wil de BBB ervoor zorgen dat kinderopvang betaalbaar is, maar het is geen systeem dat op iedereen van toepassing is. Ook wordt er geen duidelijke visie gegeven over hoe problemen zoals het personeelstekort of het gebrek aan locaties opgelost moeten worden.
De NSC, de partij van Pieter Omtzigt, is de enige partij die een vrij gedetailleerd standpunt heeft. De NSC wil de maatregel van gratis kinderopvang voor iedereen terugdraaien, omdat het vooral gunstig is voor hogere inkomens en leidt tot wachtlijsten, minder kwaliteit en prijsstijgingen. De partij wil dat kinderopvang betaalbaar is, maar dat het vooral gericht is op werkenden. Ook wil de NSC samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs verbeteren.
D66 wil dat kinderopvang vijf dagen per week toegankelijk is voor alle kinderen tussen de 1 en 12 jaar. De overheid vergoedt 96 procent van de kosten, ongeacht of ouders werken of niet. Dit is een duidelijk standpunt dat gericht is op toegankelijkheid en gelijkheid.
De PvdA en Groenlinks willen kinderopvang volledig gratis maken voor iedereen. Ze willen dat de huidige toeslagen verdwijnen, zodat er meer gelijkheid ontstaat. Dit zou vooral gunstig zijn voor vrouwen, omdat het hun mogelijk maakt om volledig in de arbeidsmarkt terug te keren.
Het gebrek aan een duidelijk standpunt van de PVV heeft directe en indirecte gevolgen voor de kinderopvangsector. Enerzijds betekent het dat ouders en werknemers in de sector onzeker zijn over wat de toekomst zal brengen. Anderzijds kan het ertoe leiden dat de PVV minder betrokken raakt bij politieke discussies over het verbeteren van de kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang.
Hoewel er geen duidelijke visie van de PVV is, is het wel duidelijk dat andere partijen wel concrete plannen hebben. Deze plannen gaan van volledige gratis kinderopvang (PvdA en Groenlinks) tot een systematische aanpak met een slimme prijsregulering (VVD) en beperkte toegang voor bepaalde groepen (BBB). De NSC wil de huidige maatregelen terugdraaien, terwijl D66 voor iedereen een vergoeding wil introduceren.
De toekomst van de kinderopvang is afhankelijk van de samenwerking tussen partijen in het kabinet. De PVV, BBB, VVD en NSC zijn bijvoorbeeld bezig met besprekingen over een eventuele coalitie. Als de PVV hierbij betrokken raakt, is het niet duidelijk hoe hun visie zich zal uiten. Wel is duidelijk dat de plannen voor gratis kinderopvang niet doorgaan, aangezien de PVV en BBB er geen voorstanders van zijn.
Bij de samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs wil men wel verbeteringen, zoals betere huisvesting en langere gebruiksovereenkomsten. Dit is echter geen specifiek standpunt van de PVV, maar meer een algemeen politiek doel. Ondanks deze algemene doelen is er geen duidelijke oplossing voor problemen als het personeelstekort of het gebrek aan locaties.
De PVV heeft geen duidelijk standpunt over de toekomst van de kinderopvang. In hun verkiezingsprogramma is het woord kinderopvang niet expliciet genoemd en er zijn geen concrete plannen voor de sector. Dit is in contrast met partijen zoals de VVD, D66, PvdA en Groenlinks, die wel duidelijke visies hebben. Voor ouders en werknemers in de kinderopvangsector betekent dit dat de PVV geen duidelijke richting biedt, wat leidt tot onzekerheid over de toekomst van de sector.
De toekomst van de kinderopvang hangt af van de samenwerking tussen politieke partijen en de doelstellingen die ze delen. Aangezien de PVV geen duidelijke visie heeft, is het onwaarschijnlijk dat ze een grote rol zullen spelen in de toekomstige beleidsvorming rond kinderopvang. Andere partijen zullen verder moeten werken aan concrete plannen om de toegankelijkheid, kwaliteit en financiering van de kinderopvang te verbeteren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet