Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) in de kinderopvang: een essentieel instrument voor veilig en gezond werken
juli 20, 2025
Pedagogische kwaliteit speelt een centrale rol in de ontwikkeling van jonge kinderen. In de kinderopvangsector is het van groot belang om zowel de kwaliteit van de zorg als de opvoedkundige impact te verbeteren en te beoordelen. In Nederland is het instrument Pedagogische praktijk in Beeld (PiB) ontwikkeld als een middel om kinderopvangorganisaties in staat te stellen hun pedagogische kwaliteit in kaart te brengen en eventueel te verbeteren. In deze artikel wordt ingegaan op de werking van PiB, het doel van het instrument, de rol van medewerkers bij de zelfevaluatie, en de impact die PiB kan hebben op de kwaliteit van kinderopvang.
Het instrument Pedagogische praktijk in Beeld (PiB) is een zelfevaluatie-instrument dat kinderopvangorganisaties helpt om de pedagogische kwaliteit van hun praktijk te analyseren en eventueel te verbeteren. Het is ontworpen als een betrouwbaar en gebruiksvriendelijk digitale tool die is gebaseerd op het veldinstrument dat de GGD gebruikt tijdens inspecties. Hierdoor is PiB niet alleen relevant voor interne evaluatie, maar ook voor externe controle.
Het doel van PiB is om de kwaliteit van de kinderopvang zichtbaar te maken. Het instrument helpt organisaties om inzicht te krijgen in de mate waarin kinderen in de opvang krijgen wat zij nodig hebben om gezond, veilig en kansrijk op te groeien. Als een groep of locatie niet in staat is om deze voorwaarden te waarborgen, ontstaat er een noodzaak tot verandering. Deze verantwoordelijkheid ligt bij de kinderopvangorganisatie zelf, zoals verstrekt door de Wet kinderopvang.
Het instrument PiB is ontworpen voor observaties op groepsniveau. Bij voorkeur observeren twee personen een groep, waarbij deze personen afkomstig zijn van andere groepen of functies binnen de organisatie. Dit kan bijvoorbeeld de pedagogisch coach van een andere groep zijn, samen met de vestigingsmanager. De reden hiervoor is om zowel onafhankelijkheid als uniformiteit in de observaties te waarborgen.
De observatoren vullen de vragenlijst direct online in, meestal via laptop of tablet. De vragen kunnen in willekeurige volgorde worden beantwoord, maar het systeem houdt bij welke categorieën nog openstaan. Dit zorgt voor een gestructureerde en doelgerichte evaluatie. De verzamelde gegevens per groep kunnen vervolgens worden samengevat in rapportages op locatieniveau of organisatieniveau.
Observaties van dezelfde groep kunnen met elkaar vergeleken worden, wat een beeld geeft van de consistentie binnen een groep. Daarnaast is het mogelijk om trends te herkennen als observaties worden herhaald. Dit maakt het instrument PiB een krachtig hulpmiddel voor het monitoren van verbeteringen in pedagogische kwaliteit over tijd.
De uitkomsten van PiB-observaties worden op groepsniveau gescoord. Het instrument is niet bedoeld om individuen of groepsleidingen te benoemen, maar om het algemene klimaat en de kwaliteit van de pedagogische praktijk zichtbaar te maken. Het doel is om te bepalen of kinderen in de opvang de benodigde aandacht en ondersteuning krijgen. Als dit niet het geval is, is er een noodzaak tot verandering.
Het centrale beheer van PiB wordt uitgevoerd door het Nederlands Jeugdinstituut (Nji) in Utrecht. De dataopslag voldoet aan alle actuele veiligheidseisen met betrekking tot privacy en digitale beveiliging. Iedere kinderopvangorganisatie heeft een eigen toegang tot het systeem, wat betekent dat de organisatie volledig eigen verantwoordelijkheid draagt voor de invulling van de observaties en rapportages.
Binnen het systeem is het mogelijk om in te zien wie en wanneer observaties zijn uitgevoerd. Alle eerdere rapportages zijn steeds toegankelijk, zodat er een historisch overzicht kan worden gemaakt. Dit is van groot belang voor het bewaken van kwaliteit en het plannen van eventuele verbeteringen.
Een belangrijk inzicht uit de bronnen is dat pedagogische kwaliteit pas echt verbetert als medewerkers intrinsiek gemotiveerd zijn. Dit betekent dat de kwaliteit van de opvang niet alleen afhankelijk is van structurele regelgeving of externe inspecties, maar ook van de motivatie en visie van de medewerkers die dagelijks met de kinderen omgaan.
In de vroege jaren van de kinderopvangsector was pedagogische kwaliteit nog geen formeel thema. Kinderopvangorganisaties richtten zich meer op het onderbrengen van kinderen dan op het bieden van een opvoedkundige omgeving. Het was sterk afhankelijk van de persoonlijke visie van medewerkers, zonder dat er formele richtlijnen of kwaliteitsnormen bestonden. De introductie van PiB heeft geleid tot een meer gestructureerde aanpak en heeft medewerkers gestimuleerd om samen te werken en kennis te delen.
Het gebruik van PiB heeft ook geleid tot het delen van ervaringen tussen kinderopvangorganisaties. Medewerkers zijn generos geweest in het uitwisselen van kennis, wat heeft bijgedragen aan een collectieve verbetering van pedagogische kwaliteit. Deze samenwerking is essentieel voor het behoud van een hoge kwaliteit in de kinderopvangsector.
De Wet kinderopvang legt duidelijke verantwoordelijkheden op aan kinderopvangorganisaties. Deze organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de pedagogische kwaliteit. Het gebruik van PiB helpt hen om deze verantwoordelijkheid te nemen en te beoordelen of er sprake is van verbetering.
Het instrument PiB biedt dus niet alleen een middel om de kwaliteit in kaart te brengen, maar ook om verbeteringen te plannen en uit te voeren. De rapportages die worden gegenereerd, kunnen worden gebruikt voor interne besprekingen met het team en het locatiehoofd. Hierbij kan worden besproken welke aspecten van de pedagogische praktijk verbeterd kunnen worden en hoe dit in de praktijk moet worden gerealiseerd.
Het instrument PiB speelt een belangrijke rol in de kinderopvangsector. Het biedt kinderopvangorganisaties een betrouwbaar middel om de pedagogische kwaliteit van hun praktijk te beoordelen en eventueel te verbeteren. Het is ontworpen als een zelfevaluatie-instrument dat helpt om de kwaliteit van de opvang zichtbaar te maken en structurele verbeteringen aan te sturen.
Door het gebruik van PiB is het mogelijk om trends te volgen, observaties te vergelijken en rapportages te maken die kunnen leiden tot verbeteringen in de praktijk. Het is ook een middel om verantwoordelijkheid te nemen, zowel op individueel als op organisatieniveau. De kwaliteit van kinderopvang is sterk afhankelijk van de motivatie en visie van medewerkers. PiB helpt om deze visie te versterken en het gedrag in de praktijk te onderbouwen.
Tegenwoordig is pedagogische kwaliteit een centraal thema in de kinderopvangsector. Het gebruik van instrumenten zoals PiB zorgt ervoor dat de belangen van kinderen serieus worden genomen en dat de kwaliteit van de opvang continu verbeterd kan worden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet