Personenregister Kinderopvang (PRK) en Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG): Essentieel voor Veiligheid in de Kinderopvang
juli 20, 2025
In de kinderopvang speelt opvoeding een centrale rol bij de ontwikkeling van kinderen. Daarbij worden verschillende opvoedingsmiddelen ingezet om gewenst gedrag te bevorderen, ongewenst gedrag te vermijden en sociaal gevoel te stimuleren. De kwaliteit van deze opvoedingsmiddelen beïnvloedt niet alleen het gedrag van kinderen, maar ook hun emotionele ontwikkeling en sociaal inzicht. In dit artikel worden de meest gebruikte en effectieve opvoedingsmiddelen in de kinderopvang besproken, op basis van relevante praktijkgerichte informatie en richtlijnen.
Een van de meest effectieve opvoedingsmiddelen is het belonen en stimuleren van gewenst gedrag. Dit middel houdt in dat kinderen positief worden bekrachtigd wanneer zij zich gedragen zoals gewenst wordt. Beloning hoeft niet altijd in de vorm van een fysiek cadeau te komen; vaak is een eenvoudig compliment of een knipoog al voldoende om het gewenste gedrag te versterken.
Belonen werkt doordat het gewenste gedrag door positieve feedback versterkt wordt, waardoor het waarschijnlijker is dat het gedrag zich opnieuw voordoet. Dit is een fundamenteel principe in gedragstherapie en opvoeding in het algemeen. De nadruk ligt op het herhalen van positieve handelingen door middel van bekrachtiging. Zo wordt bijvoorbeeld een kind dat spontaan zijn speelgoed met een medebezoeker deelt, opgemerkt met een woord van waardering, wat deze handeling versterkt.
Naast belonen is het stimuleren van gewenst gedrag een belangrijke strategie. Dit houdt in dat kinderen worden aangemoedigd om op een bepaalde manier te handelen door het gedrag in het vooruitzicht te stellen. Bijvoorbeeld: "Als je nu met je vriendin speelt, dan kunnen jullie samen een mooi schilderij maken." Deze aanpak helpt kinderen te begrijpen welke gedragingen gewenst zijn en waarom.
Hoewel straffen worden genoemd als een opvoedingsmiddel, wijzen meerdere bronnen erop dat straffen vaak niet het gewenste effect hebben. Het doel van straffen is om ongewenst gedrag te onderdrukken of te vermijden, maar in de praktijk kan dit leiden tot negatieve emoties, angst of wrok. Daarom worden straffen meestal slechts als laatste middel ingezet en dan ook altijd in verhouding tot de overtreding.
Wanneer een kind zich niet houdt aan afspraken, is het belangrijk om het gedrag te confronteren en passende sancties op te leggen. Bijvoorbeeld: een kind dat zich herhaaldelijk niet aan de afspraak houdt om op tijd in de rij te staan, kan tijdelijk worden uitgenodigd om opzij te gaan zitten en zijn gedrag na te denken. Dit is een sanctie die het gedrag beïnvloedt, maar niet de relatie met het kind vernietigt.
Nadat de sanctie is toegepast, is het essentieel om de relatie tussen opvoeder en kind opnieuw te herstellen. Dit betekent dat de opvoeder zich opnieuw openstelt voor communicatie, begrip toont en eventueel extra aandacht geeft. Door dit te doen, blijft de basis van vertrouwen en respect bewaard, wat essentieel is voor een goede opvoeding.
Instructie is een andere vorm van opvoedingsmiddel en houdt in dat kinderen worden geleerd hoe zij zich moeten gedragen of hoe zij bepaalde vaardigheden kunnen ontwikkelen. Dit kan bijvoorbeeld gaan over het wassen van handen na het plassen, het opruimen van speelgoed of het aandragen van een jas wanneer het koud is. Door duidelijke instructies te geven, leren kinderen hoe zij zich in bepaalde situaties moeten gedragen.
Een belangrijk aspect van instructie is dat deze duidelijk, concreet en herhaald moet worden. Kinderen leren het beste door herhaling en positieve bekrachtiging. Daarom is het belangrijk dat instructies worden gegeven op een manier die begrijpelijk is voor het kind en niet te snel of te vaak verandert.
Voorbeeldgedrag is een vaak onbewuste, maar krachtige opvoedingsmiddel. Kinderen leren vooral door waarneming en imitatie. Als opvoeders zich gedragen zoals zij kinderen willen zien gedragen, dan nemen kinderen dit vaak automatisch over. Zoals de bronnen aangeven, is het dus belangrijk dat opvoeders zich als positieve voorbeelden gedragen. Dit geldt niet alleen voor gedrag, maar ook voor communicatie, empathie en probleemoplossing.
Een interessante strategie is het negeren van ongewenst gedrag. Als kinderen bijvoorbeeld aandachttrekken door te schreeuwen of te krijsen, kan het negeren van dit gedrag helpen om het gedrag te verminderen. Dit werkt doordat kinderen snel leren dat ongewenst gedrag aandacht oplevert. Door dit gedrag te negeren, ontstaat er minder kans dat het gedrag zich opnieuw voordoet.
Een voorbeeld: een kind schreeuwt telkens wanneer het niet krijgt wat het wil. Als de opvoeder dit gedrag steeds negeert en pas reageert wanneer het kind rustig is en zijn wens rationeel uiteenzet, dan verandert het gedrag langzaam. Het is echter belangrijk om te weten dat deze methode alleen werkt bij minder ernstige vormen van ongewenst gedrag. Bij gedrag dat mogelijk leidt tot fysieke of emotionele schade, moet er direct ingegrepen worden.
In de kinderopvang worden opvoedingsmiddelen vaak ingezet in combinatie met elkaar. Zo kan bijvoorbeeld een kind dat zich gedraagt zoals gewenst wordt, zowel worden beloond als een positief voorbeeld worden voor andere kinderen. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan het creëren van een stabiele en voorspelbare omgeving waarin kinderen zich veilig en gerust voelen.
Het is ook belangrijk om te weten dat de keuze van opvoedingsmiddelen vaak afhankelijk is van de leeftijd en persoonlijkheid van het kind. Wat werkt bij een 3-jarige, werkt niet per se bij een 6-jarige. Daarom is het belangrijk dat opvoeders zich bewust zijn van de individuele behoeften en ontwikkelingsstadium van elk kind.
Daarnaast is het essentieel dat opvoedingsmiddelen consistent worden ingezet. Wanneer verschillende opvoeders binnen een instelling verschillende middelen hanteren, kan dit verwarring bij kinderen veroorzaken. Daarom wordt vaak gewerkt met een gezamenlijk opvoedingsplan waarin afspraken worden gemaakt over welke middelen op welke manier worden ingezet.
De effectiviteit van opvoedingsmiddelen hangt ook af van de samenwerking tussen opvoeders, ouders en andere betrokkenen. In de kinderopvang is het belangrijk dat er een open en eerlijke communicatie is tussen alle betrokkenen. Zo kan bijvoorbeeld een kind dat thuis een bepaalde strategie gebruikt om zich gedragend, ook in de opvang leren omgaan met deze strategie.
Daarnaast is het belangrijk om draagvlak te creëren voor opvoedingsmiddelen. Dit houdt in dat alle betrokkenen inzicht krijgen in de keuze van middelen en de manier waarop deze worden ingezet. Door middel van informatieve gesprekken, workshops en informatiebijeenkomsten kan draagvlak worden opgebouwd, wat leidt tot een betere uitvoering van opvoedingsmiddelen.
Opvoedingsmiddelen spelen een centrale rol in de kinderopvang en beïnvloeden de ontwikkeling van kinderen op meerdere vlakken. Belonen en stimuleren van gewenst gedrag, straffen en sancties, instructie en voorbeeldgedrag, en het negeren van ongewenst gedrag zijn allemaal middelen die opvoeders kunnen inzetten. De keuze van middelen moet afhankelijk zijn van de leeftijd en persoonlijkheid van het kind, en consistent worden toegepast. Daarnaast is het belangrijk dat opvoeders samenwerken met ouders en andere betrokkenen om een stabiele en voorspelbare omgeving te creëren waarin kinderen zich veilig en gerust voelen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet