Opleiding tot pedagogisch coach in de kinderopvang: eisen, inhoud en rol
juli 20, 2025
Observatie speelt een centrale rol in de kinderopvang. Het is een essentieel instrument om het gedrag en de ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen, om hun individuele behoeften te begrijpen en om op een gerichte manier te kunnen begeleiden. In de kinderopvang wordt geobserveerd om te leren over de kinderen, om de pedagogische kwaliteit te verbeteren en om het pedagogisch beleidsplan concreet te maken. Deze artikelen geeft een overzicht van de belangrijkste observatietechnieken, de doelen van observatie, de stappen bij objectief observeren en de toepassing ervan in de praktijk van de kinderopvang.
Observatie is meer dan passief toezien. Het is een systematisch proces om gedrag en ontwikkeling van kinderen te registreren, te analyseren en in te zetten voor pedagogische beslissingen. In de kinderopvang wordt dit gebruikt om bijvoorbeeld de ontwikkeling van kinderen te volgen, signalen van ontwikkelingsachterstand op te sporen of om de kwaliteit van interacties tussen kinderen en begeleiders te verbeteren.
Er zijn verschillende doelen van observatie in de kinderopvang. Ten eerste helpt observatie bij het in kaart brengen van de individuele ontwikkeling van kinderen. Hierbij wordt gekeken naar bijvoorbeeld taalontwikkeling, motoriek, sociaal-emootionele ontwikkeling en cognitieve vaardigheden. Ten tweede dient observatie als instrument om het pedagogisch beleidsplan te vertalen naar concrete werkmethoden. Het vertalen van abstracte doelen zoals "sensitief en responsief reageren" naar concrete handelingen is slechts mogelijk door observatie van de dagelijkse interacties in de organisatie.
Ten slotte draagt observatie bij aan de professionele groei van de begeleiders zelf. Door hun observaties te registreren en te reflecteren, leren begeleiders zichzelf beter te begrijpen en hun eigen praktijk te verbeteren. Dit is ook een kernaspect van de training "Pedagogiek in de kinderopvang-AKK", waarbij het observeren en registreren van kindengedrag centraal staat.
Een belangrijk onderscheid dat wordt gemaakt in observatietechnieken is dat tussen waarnemen en observeren. Waarnemen is een natuurlijke reactie: het passief toezien van wat zich voor de ogen afspeelt. Observeren daarentegen is een actief proces, waarbij de observer met een bepaald doel kijkt, registreert en interpreteert.
Objectieve observatie houdt in dat de observer zich beperkt tot wat hij of zij daadwerkelijk ziet, hoort of ervaart, zonder persoonlijke interpretaties of oordeel. Dit is cruciaal in de kinderopvang, waar het doel is om een accuraat beeld te krijgen van het gedrag van het kind en van de interacties in de groep. Echter, zoals aangegeven in de training "Observeren" van Kinderwijs, is het voor de observer belangrijk om zich bewust te zijn van zijn eigen achtergrond, emoties en vooroordelen, want deze kunnen de objectiviteit beïnvloeden.
Om een objectieve observatie te doen, zijn er verschillende stappen die volgens de training "Observeren" doorlopen kunnen worden:
Voorbereiding: Wat wil je precies observeren? Welk gedrag, welke interactie of welke ontwikkeling is van belang? Formuleer een duidelijk doel.
Observatie: Kijk, luister en registreer op een systematische manier. Gebruik eventueel een notitieblok of een observatieformulier om details vast te leggen.
Reflectie: Wat heb je gezien? Welke patronen zijn zichtbaar? Welke vragen ontstaan er?
Interpretatie: Welke conclusies trek je op basis van de waargenomen feiten? Let op het onderscheid tussen feiten en interpretaties.
Toepassing: Hoe kun je deze observatie gebruiken om de begeleiding van het kind te verbeteren of om je eigen praktijk te aanpassen?
Deze stappen vormen een kader om observaties systematisch en objectief te doen, wat essentieel is voor zowel het individuele kind als voor de kwaliteit van de pedagogische aanpak in de organisatie.
Er zijn verschillende methoden voor observatie die in de kinderopvang worden gebruikt. Een bekende aanpak is de zogenaamde "4 D’s", waarbij gedrag wordt ingedeeld in:
Daarnaast worden er in de pedagogiek van de kinderopvang termen gebruikt zoals "verkennen, verbinden, verrijken", die ervoor zorgen dat de begeleiding aansluit bij het ontwikkelingsniveau van het kind. Dit betekent dat begeleiders zich richten op het ondersteunen van het kind in wat het al kan (verkennen), het verbinden van ervaringen (verbinden) en het uitbreiden van vaardigheden (verrijken).
Een belangrijk aspect van observatie is het herkennen van opvallend gedrag bij kinderen. Dit kan te maken hebben met ontwikkelingsachterstand, verhoogde angst, agressie of passiviteit. In de praktijk wordt dit vaak gecombineerd met een signaleringsproces, waarbij kinderopvangorganisaties samenwerken met de Thebe (consultatiebureau) en peuterspeelzalen. Hierbij worden observaties gebruikt om te bepalen of een kind behoort tot een doelgroep, zoals kinderen vanaf 2 jaar met een laag opleidingsniveau bij de ouder(s), of met een onvoldoende stimulerende omgeving.
Signalering is niet alleen een verantwoordelijkheid van de Thebe, maar ook van de kinderopvangorganisatie. Het gebruik van inventarisatieformulieren helpt om doelgroepkinderen beter in beeld te krijgen en door te verwijzen naar een VVE-peuterspeelzaal. Dit maakt duidelijk dat observatie niet alleen een pedagogisch instrument is, maar ook een instrument voor signalering en interventie.
De observatie-vaardigheden worden ook ingezet om de vier pedagogische basisdoelen van prof. M. Riksen-Walraven te realiseren. Deze basisdoelen zijn:
Om deze doelen te behalen, is het belangrijk om observaties te gebruiken om het gedrag en de interacties van kinderen te begrijpen. Dit helpt bijvoorbeeld bij het herkennen van patronen in gedrag, het aanpassen van de omgeving of het stimuleren van sociaal contact.
Daarnaast zijn er zes interactievaardigheden die centraal staan in de kinderopvang, zoals sensitief en responsief reageren, het creëren van een warme en veilige omgeving en het aanmoedigen van autonomie bij kinderen. Observatie helpt bij het meten en verbeteren van deze interactievaardigheden.
Een van de kernactiviteiten in de training "Pedagogiek in de kinderopvang-AKK" is het vertalen van het pedagogisch beleidsplan naar een pedagogisch werkplan. Dit gebeurt met behulp van observatie. Bijvoorbeeld: een beleidsplan kan stellen dat er "sensitief en responsief gereageerd moet worden op kinderen", maar wat betekent dit in de praktijk van de organisatie? Door observatie vast te leggen hoe interacties op dit moment verlopen, kan het beleid concreet worden gemaakt in het werkplan. Dit maakt het mogelijk om doelen te stellen, te meten en te verbeteren.
Observatietechnieken zijn een essentieel onderdeel van de kinderopvang. Ze vormen de basis voor het begrijpen van kinderen, het verbeteren van de pedagogische kwaliteit en het signaleren van doelgroepkinderen. Objectieve observatie is hierbij cruciaal, maar vereist bewustwording van eigen vooroordelen en een systematische aanpak. Door observaties te registreren, te reflecteren en te toepassen, kunnen kinderopvangorganisaties hun aanpak aansluiten bij de behoeften van de kinderen en hun eigen pedagogische doelen concreet maken. Het is daarom belangrijk dat pedagogisch medewerkers en coaches goed getraind zijn in deze technieken, zodat ze effectief kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen en aan de kwaliteit van de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet