Effectieve opvoedingsmiddelen in de kinderopvang: Belonen, voorbeeldgeven en gedragsbegeleiding
juli 20, 2025
Vanaf 1 januari 2025 is het taalniveau Nederlands 3F verplicht voor alle pedagogisch medewerkers in de kinderopvang. Deze eis is vastgelegd in de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) en richt zich specifiek op de mondelinge vaardigheden: luisteren, spreken en het voeren van gesprekken. Voor medewerkers in de vroeg- en voorschoolse educatie (VVE) geldt ook de eis op het leesniveau. Het doel van deze verplichting is om kinderen in de kinderopvang een taalrijke omgeving te bieden die essentieel is voor hun taalontwikkeling en latere leerbaarheid in het basisonderwijs.
In dit artikel wordt ingegaan op de inhoud van het taalniveau 3F, de toetsing ervan, de bijscholingsopties en de praktische gevolgen voor zowel medewerkers als werkgevers in de kinderopvangsector.
Het Nederlands 3F taalniveau staat voor professioneel taalgebruik en is gedefinieerd in het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang betekent dit dat ze op minimaal niveau 3F moeten kunnen: - Spreken en gesprekken voeren in een professionele context; - Luisteren en begrijpen van informatie die relevant is voor hun werk; - Lezen en interpreteren van teksten, in het bijzonder voor medewerkers in de VVE.
Een certificaat of diploma dat aantoont dat iemand dit niveau beheerst, is verplicht. Bovendien geldt het niveau B2 van het Europees Referentiekader voor Talen als aanvaardbaar equivalent.
Alle pedagogisch medewerkers in de kinderopvang moeten vóór 1 januari 2025 voldoen aan de taaleis Nederlands 3F. Dit geldt zowel voor permanenten als voor invalkrachten of medewerkers met een tijdelijk contract. De implementatie van deze eis is opgenomen in de Wet IKK, en de overgangsperiode vanaf 2025 geeft organisaties voldoende tijd om medewerkers die dit niveau nog niet halen, te scholen of te toetsen.
Het behalen van het Nederlands 3F taalniveau gebeurt via toetsing. De toetsen moeten door een erkende instantie worden afgenomen, zoals Mister Dutch of andere gecertificeerde examenbureaus. De toetsing bestaat uit drie onderdelen: - Spreken: het vermogen om duidelijk en begrijpelijk te spreken in professionele situaties; - Luisteren: het begrijpen van gesproken informatie; - Gesprekken voeren: het vermogen om interactief en professioneel te communiceren.
Daarnaast is er een toets voor lezen, wanneer het voor medewerkers in de VVE van toepassing is.
Het is mogelijk om toetsen her te nemen. Aanbieders zoals Variva Edu Academy en IVIO-Opleidingen bieden e-learning cursussen en oefentoetsen aan, zodat medewerkers zich goed kunnen voorbereiden. Deze oefentoetsen zijn ontworpen om de eindtoets zo goed mogelijk te simuleren.
Voor medewerkers die het Nederlands 3F taalniveau nog niet halen, zijn er diverse bijscholingsopties beschikbaar. Deze cursussen zijn ontworpen om specifiek op het niveau 3F in te spelen en richten zich op de mondelinge vaardigheden, eventueel uitgebreid met lezen voor VVE-mededewerkers.
Variva biedt een unieke bijscholing aan, die bestaat uit digitale lessen en een examen in drie onderdelen: luisteren, spreken en gesprekken voeren. De cursus is flexibel inzetbaar: zowel individueel als in groepen van maximaal acht deelnemers. De cursus kan zowel online als op locatie plaatsvinden. Voor degenen die het niveau nog niet halen, biedt Variva extra oefening via e-learning.
IVIO-Opleidingen biedt doelgerichte taaltrainingen aan, met een individuele aanpak. De cursisten stromen direct in op hun eigen niveau. De docenten zijn ervaren in het geven van taaltrainingen voor medewerkers in de kinderopvang. Ook bij IVIO is het mogelijk om een begin- en eindtoets te maken via Mister Dutch. Op basis van de resultaten van de begintoets wordt een passende traject aangeboden.
ROC Nijmegen biedt een examentraject aan dat bestaat uit tien bijeenkomsten van gemiddeld twee uur. De lessen worden afwisselend online en fysiek gegeven, met ruimte voor zelfstudie tussen de bijeenkomsten. Na afloop van het traject wordt een afspraak gemaakt voor de examens.
Voor werkgevers die meerdere medewerkers willen scholen, is er ook een totaalaanbod beschikbaar. Deze aanpak is samengesteld door een coalitie van partijen, waaronder Randstad, STE Languages, Kans² en UVA Talen. De totaalaanpak omvat: - Inventarisatie: het toetsen van het huidige taalniveau van medewerkers; - Training: het aanbieden van passende trainingen op niveau 3F; - Toetsing: het afnemen van erkende taaltoetsen.
Deze aanpak maakt het voor organisaties makkelijker om te bepalen wie welke training nodig heeft en zorgt voor een gestructureerde aanpak van de scholingsverplichting.
Voor medewerkers die het Nederlands 3F taalniveau nog niet halen, betekent dit dat er binnen een bepaalde termijn actie moet worden ondernomen. Als een medewerker op 1 januari 2025 niet aan de taaleis voldoet, is het niet langer mogelijk om als pedagogisch medewerker te werken in de kinderopvang.
Voor werkgevers betekent de taaleis een verplichting om medewerkers te scholen of te toetsen. Het is belangrijk om vroegtijdig te starten met het in kaart brengen van het huidige taalniveau van medewerkers en eventueel benodigde scholingsactiviteiten te plannen. Organisaties kunnen kiezen voor een zelfstandige aanpak of voor gebruik van het totaalaanbod dat via de sector is samengesteld.
Voor medewerkers met leerproblemen, zoals dyslexie, is er aandacht voor in het bijscholingsproces. De scholingsaanbieders stellen passende maatregelen ter beschikking om de toetsing en training zo goed mogelijk aan te passen aan de individuele behoeften van de cursist. Dit kan bijvoorbeeld het gebruik van extra tijd of speciale hulpmiddelen tijdens toetsen betreffen.
Het Nederlands 3F taalniveau is een verplichte eis voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang vanaf 1 januari 2025. Deze eis is ontworpen om kinderen een taalrijke omgeving te bieden, essentieel voor hun taalontwikkeling en latere leerbaarheid. Voor medewerkers die het niveau nog niet halen, zijn er diverse scholings- en toetsingsopties beschikbaar, zowel individueel als via organisaties.
Werkgevers zijn aangemoedigd om vroegtijdig te starten met het in kaart brengen van het taalniveau van hun medewerkers en eventueel benodigde scholingsactiviteiten te plannen. Door middel van bijscholing, toetsing en eventuele aanpassingen voor medewerkers met leerproblemen kan de eis van Nederlands 3F zowel voor medewerkers als voor organisaties worden waargemaakt.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet