Kinderopvang in Apeldoorn: Overzicht van Locaties en Pedagogische Benaderingen
juli 20, 2025
In 2023 zijn er belangrijke ontwikkelingen geweest op het gebied van salarissen en arbeidsvoorwaarden in de kinderopvang. Het minimumloon in de sector is onderdeel van de CAO Kinderopvang 2023-2024, die een duidelijke structuur biedt voor het loon van medewerkers. In deze bijdrage worden de relevante salarisverhogingen, salarisschalen, en andere veranderingen toegelicht, op basis van de CAO-regelingen en gerelateerde informatie.
De CAO Kinderopvang 2023-2024 bevat een aantal salarisverhogingen en loonveranderingen die vanaf het begin van het jaar zijn ingevoerd. In het kader van deze CAO zijn medewerkers in de kinderopvang vanaf 1 april 2023 een bruto loonsverhoging van € 150 toekomen, naast een verhoging van 2 procent. Deze verhoging is uitgevoerd naar rato van het dienstverband, wat betekent dat medewerkers die deeltijd werken een proportioneel deel van deze verhoging ontvangen.
Op 1 juli 2023 is er bovendien een eenmalige uitkering van € 525 ingevoerd, eveneens naar rato van het dienstverband. Deze uitkering is bedoeld als eenmalige compensatie voor medewerkers en is afhankelijk van de duur van het dienstverband. De CAO bevat verder voor 1 januari 2024 een verhoging van 2 procent, en opnieuw op 1 april 2024 nogmaals 2 procent. Dit betekent dat het loon in de kinderopvang in 2023 en 2024 geleidelijk is verhoogd, conform de afspraken in de CAO.
De salarisschalen in de CAO Kinderopvang zijn een essentieel onderdeel van de regeling. Deze schalen bepalen het maandloon van medewerkers op basis van hun functie en de trede waarin ze zich bevinden. In 2023 zijn deze schalen geactualiseerd, en zijn er ook veranderingen gedaan in de structuur van de schalen.
Vanaf 1 januari 2024 is het eerste salarisnummer in iedere schaal vervallen, met uitzondering van schaal 1. Aan het einde van elke schaal zijn twee nieuwe periodieken of uitlooptredes toegevoegd. Deze wijzigingen geven medewerkers meer ruimte om in hun salarisschaal te groeien. Medewerkers die goed functioneren, kunnen jaarlijks een periodiek ontvangen en een trede omhoog gaan, totdat het einde van de schaal is bereikt.
In de CAO worden ook duidelijke afspraken gemaakt over het minimumloon. Indien een medewerker onder de Participatiewet valt, dan ontvangt deze het wettelijk minimumloon. De salarisschalen gelden vanaf 1 januari 2023 en zijn verder verhoogd op drie momenten: 1 april 2023, 1 januari 2024 en 1 april 2024. Deze verhogingen zijn gecombineerd met een bruto bedrag van € 150 in april 2023, en vervolgens met een verhoging van 2 procent op de andere data.
Het uurloon is een belangrijk aspect van het salaris in de kinderopvang, vooral omdat veel medewerkers geen voltijdse dienstverbanden hebben. Het uurloon wordt berekend op basis van het maandloon en het aantal uren dat een medewerker per week werkt. Voorbeeld: een maandsalaris van € 1.200 voor een dienstverband van 20 uur per week resulteert in een uurloon van ongeveer € 13,85. Dit is berekend met de formule: (maandsalaris × 3) / (aantal uren × 13).
De CAO bevat duidelijke richtlijnen voor het uurloon per trede en schaal. Bijvoorbeeld, in trede 1 is het maandloon € 1.954, wat overeenkomt met een uurloon van € 12,53. In trede 17 is het maandloon € 2.899, wat resulteert in een uurloon van € 18,58. Deze veranderingen zijn vanaf 1 april 2023 in werking getreden en zijn afhankelijk van het aantal uren dat een medewerker werkt.
Het aantal voltijdse dienstverbanden in de kinderopvang is beperkt, waarbij de meeste medewerkers deeltijd werken of variabel werken. De CAO houdt rekening met deze situatie en biedt duidelijke richtlijnen voor het berekenen van het uurloon op basis van het maandloon en het aantal uren.
De CAO Kinderopvang is een collectieve arbeidsovereenkomst die afspraken maakt over salarissen, arbeidsvoorwaarden en andere relevante aspecten. Werkgevers kunnen deze afspraken volgen, afhankelijk van of zij lid zijn van een brancheorganisatie. Voor medewerkers is het belangrijk om te weten of hun werkgever lid is van een brancheorganisatie zoals BK, BMK of BVOK, aangezien dit bepaalt welke CAO-regelingen van toepassing zijn.
Indien een werkgever lid is van BK of BMK, gelden de nieuwe salarisschalen vanaf 1 april 2023. Werkgevers die lid zijn van BVOK volgen al sinds 1 januari 2023 nieuwe salarisschalen uit de CAO MKMB. Werkgevers die geen lid zijn van een brancheorganisatie, kunnen de CAO vrijwillig volgen. In dat geval gelden de nieuwe salarissen pas als de CAO AVV door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt verklaard.
Naast salarisverhogingen en schalen bevat de CAO ook afspraken over het levensfasebudget. Dit budget is gedurend de looptijd van 5 jaren geindexeerd. Werkgevers storten maximaal 6 uur per jaar in het levensfasebudget, en wordt gekeken of dit budget meegenomen kan worden bij een overstap naar een andere werkgever. Het levensfasebudget is bedoeld om medewerkers te ondersteunen bij belangrijke levensmomenten, zoals het krijgen van kinderen of veranderingen in de gezondheid.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over personeelstekorten. De CAO partijen zijn van plan om tijdens de looptijd van de CAO in overleg te treden over mogelijke oplossingen voor het opheffen van personeelstekorten in de kinderopvangsector. Deze overleggen zijn vanaf 1 juli 2023 gepland, en gaan verder onderwerpen aan de orde stellen die relevant zijn voor de arbeidsvoorwaarden en de organisatie van de kinderopvang.
In 2025 is een nieuwe CAO in werking getreden, die loopt van 1 januari 2025 tot 1 januari 2027. Deze CAO bevat nieuwe afspraken over salarissen, arbeidsvoorwaarden en andere aspecten. Voor pedagogische medewerkers is de salarisschaal 6 van toepassing, waarin het bruto maandloon varieert van € 2.641 tot € 3.630, op basis van een voltijdse dienstverband van 36 uur per week.
Vanaf 1 september 2026 wordt het salaris met 1,5 procent verhoogd. Bovendien zijn er afspraken gemaakt over een vakantietoeslag van 8 procent en een eindejaarsuitkering van 5,5 procent. Vanaf 1 januari 2026 wordt de eindejaarsuitkering verhoogd tot 8 procent. Deze ontwikkelingen tonen aan dat de CAO regelmatig wordt bijgesteld om rekening te houden met de veranderende omstandigheden in de sector.
Het minimumloon in de kinderopvang in 2023 is onderdeel van de CAO Kinderopvang 2023-2024, die duidelijke afspraken bevat over salarisverhogingen, salarisschalen en andere relevante aspecten. Medewerkers kunnen vanaf 1 april 2023 rekenen op een bruto loonsverhoging van € 150 en 2 procent. Deze verhogingen zijn gevolgd op 1 juli 2023, 1 januari 2024 en 1 april 2024, met nogmaals 2 procent verhoging op elk van deze data. De CAO bevat ook veranderingen in de structuur van de salarisschalen, zoals het toevoegen van nieuwe periodieken en het verwijderen van de eerste trede in elke schaal.
Het uurloon is berekend op basis van het maandloon en het aantal uren dat een medewerker per week werkt. Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het naleven van de CAO, afhankelijk van of zij lid zijn van een brancheorganisatie. Medewerkers zijn uitgenodigd om te informeren of hun werkgever lid is van een brancheorganisatie, aangezien dit bepaalt welke CAO-regelingen van toepassing zijn.
Naast salarisverhogingen bevat de CAO ook afspraken over het levensfasebudget, vakantietoeslagen en eindejaarsuitkeringen. Deze voorzieningen zijn bedoeld om medewerkers te ondersteunen bij belangrijke levensmomenten en om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren. De CAO wordt regelmatig bijgesteld, zoals in 2025, waarin nieuwe afspraken zijn gemaakt over salarissen en arbeidsvoorwaarden.
In de komende jaren is het belangrijk om de CAO te volgen en te informeren over eventuele wijzigingen. De kinderopvangsector blijft veranderen, en de CAO speelt een centrale rol in het reguleren van arbeidsvoorwaarden en salarissen. Voor medewerkers is het belangrijk om zich te informeren over de regelingen en om eventuele veranderingen in de CAO te volgen. Voor werkgevers is het essentieel om de CAO te naleven en om in overleg te treden over mogelijke oplossingen voor personeelstekorten en andere kwesties die relevant zijn voor de sector.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet