Oproepkracht in de kinderopvang: Flexibiliteit en betrokkenheid in de zorg voor kinderen
juli 20, 2025
In de Nederlandse kinderopvangsector zijn de afgelopen jaren verschillende beleidsmaatregelen genomen en budgetten aangepast, onder meer in het kader van de miljoenennota. Deze nota, die elk jaar wordt voorgelegd door de Rijksoverheid, bevat een overzicht van de financiële plannen en veranderingen voor de komende jaren. In dit artikel geven we een overzicht van de belangrijkste punten uit de miljoenennota die van betekenis zijn voor de kinderopvangsector. We richten ons op financiële veranderingen, subsidies, en beleidskeuzes die het functioneren van kinderopvang en het welzijn van kinderen beïnvloeden.
De miljoenennota voor kinderopvang bevat onder andere aanduidingen over veranderingen in de kinderopvangtoeslag, extra middelen voor kinderbijslagen en investeringen in ondersteunende programma’s voor kinderen en gezinnen. De maatregelen zijn vaak gericht op het verbeteren van de toegang tot kinderopvang, het verlagen van financiële druk voor ouders en het bevorderen van gelijke kansen voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond.
Een van de meest prominente punten in de miljoenennota is de verandering in de kinderopvangtoeslag. Het vergoedingspercentage van deze toeslag wordt in 2025 verhoogd van 95% naar 96%. Dit betekent dat ouders met lage inkomens minder kans lopen om hun huidige vergoeding te verliezen bij de hervorming van het stelsel voor kinderopvang. Deze verandering is bedoeld om ervoor te zorgen dat ook ouders met een laag inkomen de kinderopvang betaalbaar kunnen houden.
Daarnaast is er sprake van een structurele en incidentele bezuiniging van 60 miljoen euro respectievelijk 673 miljoen euro over de periode 2024 tot en met 2028 voor het primair en voortgezet onderwijs. Deze bezuinigingen kunnen indirect ook invloed hebben op de kinderopvangsector, aangezien onderwijs en opvang vaak nauw met elkaar verweven zijn.
In de miljoenennota is er ook sprake van investeringen in programma’s die gericht zijn op gelijke kansen voor alle leerlingen. In 2024 is € 324,1 miljoen beschikbaar gesteld voor het programma "School en Omgeving", dat gericht is op het creëren van een betere onderwijsomgeving, vooral voor kinderen uit kwetsbare achtergronden. Daarnaast is er € 51,8 miljoen voorzien voor het aanstellen van "brugfunctionarissen" op scholen. Deze functionarissen werken aan een beter contact tussen school, ouders en andere organisaties in de wijk, en helpen ouders en kinderen bij het vinden van de juiste ondersteuning wanneer dat nodig is.
Voor gratis schoolmaaltijden is in 2024 € 166 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 38,4 miljoen hierop uitgetrokken is. Gratis maaltijden zijn een belangrijke maatregel om armoede te bestrijden en kinderen in nood een betere start in het leven te geven. In het kader van de miljoenennota is er ook sprake van een toename van de uitgaven aan kinderopvangtoeslag. De verwachting is dat deze uitgaven in 2027 met circa 200 miljoen euro zullen stijgen, onder meer vanwege een verwacht toegenomen aantal kinderen dat gebruik maakt van kinderopvang en het aantal uren opvang per kind. Dit heeft te maken met een lager dan verwacht werkloosheidspercentage.
In de miljoenennota zijn ook diverse overboekingen gedaan om het kinderopvangbeleid te ondersteunen. Zo is er in 2025 tot en met 2027 een overboeking van 13 miljoen euro gemaakt voor kinderopvang voor pleegouders. Daarnaast is er in 2025 een incidentele overboeking van 11 miljoen euro voor het faciliteitenbesluit opvangcentra, waarbij gemeenten die opvangcentra voor asielzoekers hebben, uitkeringen ontvangen.
Daarnaast is er in 2026 een overboeking van 10 miljoen euro gemaakt voor hulpmiddelen voor de Wet Maatregelen Ondersteuning (Wmo). Deze hulpmiddelen worden vaak gebruikt voor zorg met verblijf, maar ook voor andere leveringsvormen. Gemeenten die extra kosten ondervinden, worden hiermee gecompenseerd.
Een ander belangrijk aspect van de miljoenennota zijn de zogenaamde desalderingen. Hierbij gaat het om het bijstellen van uitgaven en ontvangsten. Een belangrijke desaldering betreft de kinderopvangtoeslag in 2025-2027. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de toeslag vanaf 2025 voor alle werkende ouders op 95% wordt gehouden en dat directe financiering wordt ingevoerd. Deze verandering maakt het mogelijk om sneller aan te sluiten bij de werkelijke opvangsituatie van ouders, zoals het aantal uren dat gebruikt wordt voor kinderopvang. Hierdoor zijn er minder terugvorderingen en dus ook lagere ontvangsten.
Daarnaast is er sprake van een bijstelling van de werkgeversbijdrage kinderopvang. Deze bijdrage is een vast percentage van de totale loonsom. Aangezien de loonsom is toegenomen, leidt dit ook tot hogere ontvangsten van deze bijdrage. In de miljoenennota is ook sprake van een bijstelling van de Rijksbijdragen, die gericht is op de afrekening van het UWV over 2021 met betrekking tot arbeidsongeschiktheidstegemoetkomingen en ZEZ-uitkeringen.
In de miljoenennota is ook aandacht voor de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Deze wet is in de eerste suppletoire begroting op het prijspeil van 2022 gebracht. Uiteindelijk bleek de inflatie lager dan verwacht, wat heeft geleid tot lagere uitgaven aan de AKW. Deze uitgaven lopen op tot 60 miljoen euro in 2027.
Daarnaast is er in de nota aandacht voor de Wet Kindgebonden Budget (WKB). De uitgaven aan het kindgebonden budget zijn bijgesteld op basis van recente economische ramings van het CPB. Een stijging van inkomens in 2022 en 2023 heeft geleid tot neerwaartse bijstellingen van 43 miljoen euro in 2022 en 37 miljoen euro in 2023.
UNICEF Nederland heeft kritisch gekeken naar de miljoenennota en de Rijksbegroting, met name in de context van investeringen in kinderen. Volgens UNICEF is het kabinet te weinig ingegaan op de belangen van kinderen in de miljoenennota. Hoewel er ambities zijn om problematiek domeinoverstijgend aan te pakken, zijn deze vaak onvoldoende uitgewerkt en vaak voorzien van te weinig budget. In Nederland leven ongeveer 3,3 miljoen kinderen, wat bijna 19% van de bevolking uitmaakt. Deze kinderen hebben dagelijks contact met verschillende overheidsdiensten, en hun welzijn is van groot belang voor de toekomstige maatschappij.
UNICEF benadrukt het belang van een gezamenlijke visie op de jeugd en het structureel betrekken van jongeren bij beleidsprocessen. Participatie van kinderen en jongeren ontbreekt vaak in de huidige plannen. Bovendien benadrukt UNICEF het belang van het aanpakken van armoede bij kinderen. Armoede heeft een directe impact op de ontwikkeling van kinderen en kan leiden tot langdurige gevolgen voor hun toekomstige kansen.
De miljoenennota voor kinderopvang bevat een reeks belangrijke maatregelen en financiële veranderingen die gericht zijn op het verbeteren van de toegang tot kinderopvang, het verlagen van financiële druk voor ouders en het bevorderen van gelijke kansen voor alle kinderen. De verhoging van het vergoedingspercentage van de kinderopvangtoeslag, de investeringen in programma’s voor gelijke kansen en de aanpassingen in de financiering zijn slechts een paar van de punten die van betekenis zijn voor de kinderopvangsector. Daarnaast zijn er overboekingen en desalderingen gedaan om het beleid effectiever en duurbaarder te maken.
Toch benadrukt organisaties zoals UNICEF Nederland dat er ruimte is voor verbetering. Ambities moeten worden onderbouwd met voldoende budgetten en er moet meer aandacht zijn voor de belangen van kinderen in beleidsprocessen. Het is belangrijk dat beleidsmakers zich bewust zijn van de impact van hun beslissingen op de ontwikkeling van kinderen en jongeren, zodat Nederland een land wordt waar alle kinderen gelijke kansen krijgen, ongeacht hun achtergrond.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet