Een overzicht van kinderopvanglocaties ‘t Zonnehoekje in Nederland
juli 20, 2025
In de grensregio Zeeuws-Vlaanderen is het afgelopen decennium een complexe situatie ontstaan rondom kinderopvang en onderwijs. Door de aanwezige grens met België en het aanzienlijk lagere kostenmodel voor kinderopvang daar, zijn er structurele uitdagingen ontstaan die de regio hebben geleid tot innovatieve initiatieven. Deze artikel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken, de aangegane maatregelen en de effecten van deze maatregelen op kinderen, ouders en de regio in het algemeen. Het accent ligt op het pilotproject rond gratis kinderopvang, de Startgroepen en de samenwerking tussen opvang, onderwijs en jeugdhulp.
Zeeuws-Vlaanderen is een unieke regio in Nederland, grenzend aan België. In deze regio is het afgelopen decennium een toenemend verschil ontstaan tussen de welvaart en gezondheid van deze regio en andere delen van het land. Onderzoek door drie onafhankelijke raadorganen (RLi, ROB & RVS) heeft uitgewezen dat dit verschil zich verder heeft verergd en zelfs “schrikbarend” wordt genoemd. De oorzaak van deze disbalans is onder andere het feit dat jonge kinderen uit Zeeuws-Vlaanderen in groter aantallen naar de Belgische kinderopvang en onderwijs gaan. Dit heeft een negatieve impact op de samenleving, inclusief het voorzieningenniveau, de arbeidsmarkt en het deelnamepercentage aan kinderopvang en onderwijs.
Een van de gevolgen is dat ongeveer 1500 Zeeuws-Vlaamse kinderen niet deelname aan het Nederlandse onderwijs. Daarnaast ondergaat de kwaliteit en het aantal aanbieders van kinderopvang in de regio druk, wat leidt tot een afname van de leefbaarheid. De uitstroom naar België heeft ook directe gevolgen voor de arbeidsmarkt, aangezien ouders moeilijker vacatures kunnen vullen en het aanbod aan jonge arbeiders daardoor afneemt.
Om deze uitdagingen aan te pakken, is in 2012 een samenwerkingsorganisatie opgericht onder de noemer “Zeeuws-Vlaanderen: de beste plek om op te groeien”. Deze coalitie bestaat uit de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten, kinderopvangorganisaties en schoolbesturen. Het doel is om een aanpak te realiseren die niet alleen gericht is op het opvangen van jonge kinderen, maar ook op het verbeteren van de overgang naar het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs.
Een van de centrale initiatieven is de inzet van Startgroepen. Dit zijn peutersgroepen die vanaf jonge leeftijd kinderen opvangen en voorbereiden op het basisonderwijs. Deze startgroepen zijn gevestigd in 13 kernen langs de grens en hebben in de pilotperiode van 2015 t/m 2019 een positief effect gehad. Het deelnamepercentage aan kinderopvang steeg van 10% naar bijna 60%. Daarnaast blijkt uit onderzoek dat kinderen die deze startgroepen doorstromen, in groter aantallen verdergaan in het basisonderwijs. Dit versterkt de hele keten van opvang tot het mbo en hbo, wat langdurige voordelen oplevert voor de regio.
Naast startgroepen is er ook een pilotproject gestart voor gratis kinderopvang, gericht op jonge kinderen. Deze proef is vanaf 2022 in werking en bedoeld om de concurrentie met Vlaamse kinderopvang te versterken. In België is kinderopvang vanaf 2,5 jaar vrijwel gratis, terwijl in Nederland de kosten voor jonge kinderen aanzienlijk hoger zijn. Door de kosten te verlagen, is het doel om ouders te behouden in de regio en jonge kinderen te laten groeien in hun eigen omgeving.
Het project is in april 2022 gestart en heeft tot nu toe positieve resultaten opgeleverd. Ouders die gebruikmaken van de gratis opvang gaan meer werken of studeren en bereiken een betere balans tussen werk en thuis. Ook blijkt dat het sociale aspect van de opvang belangrijk is: kinderen leren met anderen omgaan, vormen vriendschappen en maken zich vertrouwd met hun omgeving. De overgang naar basisonderwijs in hetzelfde pand is daardoor eenvoudiger.
Een ander belangrijk aspect van de aanpak is de samenwerking tussen opvang, onderwijs en jeugdhulp. In de regio is er een duidelijke focus op het creëren van samenwerkingen die sneller en beter hulp kunnen bieden aan jonge kinderen. Vanaf 2020 wordt er ingezet op verdere ontschotting en samenwerking tussen de diverse partijen. Dit betekent dat hulp sneller bereikbaar is, en dat jonge kinderen en hun ouders lokaal en inclusief worden bijgestaan.
Daarnaast zijn er opleidingstrajecten ontwikkeld om professionals in staat te stellen tussen opvang en onderwijs te schakelen. De opleidingen zijn gericht op het ontwikkelen van expertise in kindcentra, brede scholen, startgroepen en andere innovatieve vormen van onderwijs. Het doel is om professionele medewerkers te ontwikkelen die zowel in de opvang als in het onderwijs betrokken kunnen zijn.
De implementatie van deze initiatieven is mede mogelijk gemaakt door een strategische aanpak van de financiering. In de afgelopen jaren is er veel bereikt binnen de bestaande middelenstromen, maar de kosten van de proef met gratis kinderopvang zijn aanzienlijk. De regio heeft grotendeels het benodigde geld zelf opgehoest, wat betekent dat het risico op een stop van het project altijd aanwezig was.
In juli 2024 is de proef met gratis kinderopvang echter beëindigd, wat heeft geleid tot teleurstelling bij de betrokken partijen. Rianne Vons van Kinderopvang Zeeuws-Vlaanderen benadrukt dat de proef een positieve impact heeft gehad op kinderen en ouders, en dat het vooral voor kinderen van ouders die niet werken, een belangrijke kans was. De eerste duizend dagen van een kind zijn cruciaal, en gratis opvang biedt hier een betere ondersteuning voor.
Hoewel er al enige resultaten zijn behaald, is er nog onvoldoende bekend over de langdurige effecten van de initiatieven. Het is daarom belangrijk om verdere onderzoeken te doen om de werking en effecten van deze maatregelen inzichtelijk te maken. De regio wil hiermee ook een voorbeeldfunctie vervullen voor andere regio’s in Nederland die met vergelijkbare uitdagingen te maken hebben.
De regio Zeeuws-Vlaanderen werkt daarom ook aan de oprichting van een expertisecentrum, mogelijk in samenwerking met de Regioontwikkelingscentrale Zuid-West (RPCZ). Dit centrum zou ervaring, kennis en praktijkvoorbeelden kunnen verzamelen en verspreiden, en zo een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het onderwijs- en opvangbeleid in Nederland.
De situatie in Zeeuws-Vlaanderen benadrukt de noodzaak voor innovatie en samenwerking in de kinderopvangsector. De regio heeft aantoonbaar voordeel gehad van pilotprojecten zoals de gratis kinderopvang en de startgroepen, die niet alleen jonge kinderen beter bereikbaar maken, maar ook ouders ondersteunen in hun werk- en studiepad. De uitdagingen rondom de financiële duurzaamheid en het onderzoek naar de effecten blijven echter van belang.
Het is duidelijk dat investeren in jonge kinderen en hun omgeving een positief effect heeft op de gehele regio. Het versterken van samenwerkingen, het professionaliseren van medewerkers en het onderzoek naar de effecten van deze maatregelen zijn essentieel voor de toekomstbestendigheid van kinderopvang en onderwijs in Zeeuws-Vlaanderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet