Lichttafels in de Kinderopvang: Een Primaire Ondersteuning voor Sensorisch Ontwikkelen
juli 20, 2025
De elektrische bolderkar, bekend als de Stint, is sinds enige tijd een bekend transportmiddel in de Nederlandse kinderopvang. Het voertuig wordt vaak gebruikt om kinderen op veilige en efficiënte wijze te vervoeren. Echter, na een tragisch ongeval in Oss in 2018, waarbij vier kinderen omkwamen en meerdere anderen zwaargewond raakten, is het gebruik van de Stint in het kruisvuur van kritiek beland. Sindsdien zijn er talloze incidenten gerapporteerd, waardoor kinderopvangorganisaties landelijk de Stint tijdelijk of permanent stopzetten. In dit artikel wordt ingegaan op de toepassing van de Stint in de kinderopvang, de juridische en maatschappelijke gevolgen van het ongeval in Oss, en de maatregelen die sindsdien zijn genomen.
De Stint is een elektrische bolderkar die wordt gebruikt voor het vervoeren van kinderen. Het voertuig is ontworpen om zowel comfortabel als veilig te zijn. Het is voorzien van een afgesloten ruimte waarin kinderen kunnen zitten, en het is bedoeld om op straat of in de buurt van kinderdagverblijven te rijden. De Stint wordt vaak gebruikt in combinatie met spoorwegovergangen, wat in de praktijk betekent dat het voertuig regelmatig over rails rijdt.
Een van de voornaamste voordelen van de Stint is dat het een relatief veilig en efficiënt transportmiddel is voor kinderen, vooral in stedelijke gebieden waar vervoer logistieke uitdagingen kan opleveren. De Stint is ontworpen om op een laag tempo te rijden, wat theoretisch een extra laag risico biedt. Toch is het ongeval in Oss een duidelijk signaal geweest dat de Stint niet volledig veilig is.
Het tragische ongeval in Oss vond plaats op 20 september 2018. Een Stint, die op dat moment gebruikt werd om kinderen van een kinderopvang te vervoeren, kwam op het spoor terecht en werd aangereden door een trein. Het ongeval eindigde met de dood van vier kinderen en ernstige verwondingen bij een kind en een begeleider. Het incident schokte het land en leidde direct tot maatregelen door kinderopvangorganisaties, die in eerste instantie de Stint tijdelijk stopten.
De exacte oorzaak van het ongeval is tot op heden onduidelijk. Volgens onderzoek bleek er geen duidelijke technische fout aanwezig te zijn. Dit heeft bijdraagd aan het verdriet en de frustratie van nabestaanden en de bredere maatschappij. Voor vader Hans van Toor, wiens kind omkwam, is het feit dat er geen oorzaak kon worden vastgesteld een extra pijnlijk aspect van het drama.
Na het ongeval in Oss zijn er landelijk veel kinderopvangorganisaties die met het gebruik van de Stint zijn gestopt. Bijvoorbeeld in de regio Naarden en Bussum, waar de Stint vroeger breed gebruikt werd, hebben bijna alle kinderopvangorganisaties besloten om tijdelijk of permanent het gebruik van het voertuig te stoppen. Organisaties zoals Kindergarden en Smallsteps hebben duidelijk aangegeven dat ze geen risico willen nemen en alternatieven voor transport zullen zoeken.
Een uitzondering is de SKBNM, die in Bussum nog steeds een Stint gebruikt voor de Sport BSO. Deze organisatie benadrukt dat ze strikte regels en procedures hebben voor het gebruik van de Stint. Daarnaast zijn de medewerkers goed getraind en wordt het voertuig alleen gebruikt voor vervoer dat niet over spoorlijnen gaat. De SKBNM benadrukt ook dat ze zich aanpassen als er nieuwe ontwikkelingen zijn.
In Baarn zijn er ook incidenten geweest met de Stint. Volgens ouders zijn er meerdere keren incidenten geweest waarbij de Stint stilviel op het spoor. In één geval moesten kinderen snel worden gered, terwijl er volgens de BSO geen directe bedreiging was. Toch is er druk van ouders om alternatieve transportmethoden te overwegen, zoals bruggetjes over de rails. Deze maatregel is echter niet door alle BSO’s gevolgd vanwege logistieke en tijdsafwegingen.
Het ongeval in Oss heeft niet alleen praktische gevolgen gehad voor kinderopvangorganisaties, maar heeft ook juridische en maatschappelijke discussies op gang gebracht. In maart 2021 oordeelde de rechtbank Noord-Nederland dat de overheid al bij de toelating van de Stint had kunnen weten dat het voertuig niet volledig aan de veiligheidsnormen voldeed. Dit betekent dat er sprake is van onzorgvuldigheid en dat zowel de fabrikant als de kinderopvang recht heeft op schadegroting.
De uitspraak werd door Edwin Renzen, directeur van de Stint, als eerherstel gezien. Hij benadrukte dat zijn bedrijf tijdens het incident en daarna veel kritiek en zelfs fysieke agressie heeft ondervonden. Het feit dat medewerkers van kinderopvang geconfronteerd werden met woede en vragen van ouders heeft een diepe impact gehad op de maatschappelijke perceptie van het gebruik van de Stint.
De zaak is daarna gegaan voor beroep en is beland bij de Raad van State. De landsadvocaat betoogde dat de overheid de Stint terecht van de weg had gehaald, aangezien het veiligheidsniveau ontoereikend was voor het vervoer van personen. Ook werd er aandacht besteed aan het feit dat de verongelukte Stint een ander type was dan het model dat officieel goedgekeurd was.
Om de veiligheid van kinderen te waarborgen, zijn kinderopvangorganisaties in de afgelopen jaren op zoek gegaan naar alternatieve transportmethoden. In veel gevallen is de Stint tijdelijk of permanent vervangen door andere voertuigen of alternatieven zoals voetgangersvervoer of het gebruik van bruggetjes over spoorlijnen. Deze maatregelen zijn vaak genomen om te zorgen dat kinderen veilig kunnen worden vervoerd, zonder risico op een herhaling van het incident in Oss.
De fabrikant van de Stint, Edwin Renzen, heeft intussen aangekondigd dat hij zijn product aan het vernieuwen is. De nieuwe versie, bekend als de Bso Bus, wordt beschreven als minder aan een bakfiets en meer aan een busje. Daarnaast heeft hij besloten dat het voertuig een nieuwe naam krijgt, in poging om de negatieve associaties met de oude Stint te overbruggen.
Het gebruik van de Stint in de kinderopvang is sinds het tragische ongeval in Oss in het licht van nieuwe veiligheidsmaatregelen en maatschappelijke kritiek beland. De incidenten die sindsdien zijn opgetreden, zoals stilvallen op spoorlijnen, hebben bijgedragen aan de beslissingen van kinderopvangorganisaties om het gebruik van de Stint te beëindigen of tijdelijk te stoppen. Juridisch gezien is er sprake van onzorgvuldigheid in de toelating van het voertuig, wat heeft geleid tot schadegroting en een heroverweging van de veiligheidsnormen.
Hoewel de Stint als een innovatief en efficiënt transportmiddel werd beschouwd, is het duidelijk dat het gebruik ervan niet volledig zonder risico is. De maatschappelijke discussie die is ontstaan toont aan dat veiligheid en transparantie essentiële factoren zijn bij het vervoer van kinderen. De kwestie van de Stint is een herinnering aan de verantwoordelijkheid van zowel kinderopvangorganisaties als regelgevers om ervoor te zorgen dat kinderen op een veilige en betrouwbare manier worden vervoerd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet