Persoonlijke en Kleinschalige Kinderopvang Thuis in de Regio Tilburg
juli 19, 2025
Kinderopvang en onderwijs zijn twee essentiële pijlers in de ontwikkeling van jonge kinderen. Vooral in de voorschoolse en vroegschoolse periode is het van belang dat kinderen voldoende ondersteuning krijgen om zich positief te ontwikkelen, zowel op sociaal- emotioneel als op cognitief vlak. In dit artikel wordt ingegaan op de rol van kinderopvang in het onderwijslandschap, de samenwerking tussen kinderopvangers en scholen, de kwaliteitseisen die gelden en de doelgroepen die profiteren van deze aanpak. Het artikel is gebaseerd op relevante regelgeving, beleidsdocumenten en praktijkvoorbeelden uit gemeenten zoals Utrecht en Waalwijk.
Kinderopvang is niet alleen bedoeld om ouders te ondersteunen bij de balans tussen werk en zorg, maar ook om kinderen te stimuleren in hun groei en ontwikkeling. In de leeftijd van 0 tot 4 jaar zijn kinderen zeer nieuwsgierig en leren ze op een natuurlijke manier via speelactiviteiten. Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen bieden een veilige omgeving waarin kinderen kunnen leren spelen, samenwerken en communiceren. Dit is van fundamenteel belang voor de voorbereiding op het basisonderwijs.
In gemeenten zoals Rotterdam is kinderopvang een uitgebreid aanbod voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Kinderdagverblijven zijn vaak open van maandag tot vrijdag, met openingstijden die variëren tussen 07:00 en 19:00. Daarnaast zijn er ook 24-uurs opvangopties voor ouders met bijzondere zorgvraag of wanneer ouders werken in de nacht. De pedagogisch medewerkers in deze instellingen hebben minimaal een MBO-opleiding op niveau 3, wat zorgt voor een professionele en kwaliteitsvolle zorg voor kinderen.
Een belangrijk thema in de regelgeving en het beleid rond kinderopvang is de aansluiting tussen kinderopvang en basisonderwijs. Deze aansluiting zorgt ervoor dat kinderen zowel op sociaal-emotioneel als op cognitief vlak goed zijn voorbereid op het basisonderwijs. De Wet op de Kinderopvang en de Wet op het Primair Onderwijs bepalen samen het kader waarbinnen deze aansluiting moet plaatsvinden.
In gemeenten zoals Waalwijk is er sprake van een doelgerichte aanpak binnen het voor- en vroegschoolse educatiebeleid (VVE). Kinderen vanaf 2 jaar die risico lopen op een taalachterstand of die uit een onvoldoende stimulerende omgeving komen, kunnen profiteren van programma’s die gericht zijn op het voorkomen van ontwikkelingsachterstanden. Deze programma’s worden uitgevoerd in peuterspeelzalen en vervolgens aangevuld in groep 1 en 2 van de basisschool.
Een belangrijk aspect van deze aansluiting is de samenwerking tussen kinderopvangers en schoolbesturen. Deze samenwerking zorgt voor een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn, waarbij de focus ligt op het verhogen van de kwaliteit van zowel voorschoolse als vroegschoolse educatie. In de praktijk betekent dit dat kinderopvangers en scholen afspraken maken over de ontwikkeling van kinderen, het delen van informatie en het coördineren van activiteiten die gericht zijn op de voorbereiding op het basisonderwijs.
De kwaliteit van kinderopvang is een kernaspect van het beleid en de regelgeving. Zowel de landelijke als de gemeentelijke regelgeving stelt eisen aan de kwaliteit van de zorg die kinderen krijgen in kinderopvanginstellingen. Deze eisen zijn vastgelegd in de Wet op het Primair Onderwijs, het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie, en de Wet Kinderopvang.
In gemeenten zoals Utrecht is er sprake van een passend ondersteuningsmodel binnen de kinderopvang. Dit betekent dat kinderen met extra zorgvraag of ontwikkelingsachterstanden een passende plek krijgen binnen de reguliere kinderopvang. Deze aanpak wordt uitgevoerd in samenwerking met partners zoals scholen, jeugdgezondheidszorg en aanvullende jeugdhulppartijen. Deze samenwerking zorgt ervoor dat kinderen goed aan te sluiten zijn in het bredere zorglandschap.
De kwaliteitseisen voor VVE zijn eveneens streng. Voor- en vroegschoolse educatie moet voldoen aan landelijke kaders die gericht zijn op het voorkomen van ontwikkelingsachterstanden en het verbeteren van de Nederlandse taalvaardigheden. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om het voorschoolse deel van VVE te organiseren, terwijl schoolbesturen verantwoordelijk zijn voor het vroegschoolse deel. Deze verdeling van verantwoordelijkheden zorgt voor een overbruggende aanpak tussen kinderopvang en basisonderwijs.
De doelgroepen van kinderopvang en VVE zijn diverse, maar er zijn duidelijke criteria die bepalen welke kinderen het meest baat hebben bij deze programma’s. In gemeenten zoals Waalwijk zijn er drie hoofdcriteria die gelden voor de selectie van kinderen in het VVE-programma:
Deze criteria zijn bedoeld om kinderen vroegtijdig te identificeren en hen te ondersteunen op een manier die hun kansen op succes in het onderwijs verhoogt. Het is belangrijk om te benadrukken dat het doel van VVE niet alleen gericht is op het verbeteren van taalvaardigheden, maar ook op het stimuleren van sociaal-emotionele ontwikkeling en het verhogen van schoolbereidheid.
Een van de kernaspecten van het kinderopvangbeleid is de samenwerking tussen verschillende partijen. Deze samenwerking is nodig om te zorgen voor een goed functionerend ondersteuningsnetwerk voor kinderen en hun ouders. In het kader van VVE en kinderopvang zijn partners zoals scholen, kinderopvangers, jeugdgezondheidszorg en buurtteams van groot belang.
In de praktijk betekent deze samenwerking dat er regelmatig gesproken wordt over de ontwikkeling van kinderen, dat er informatie wordt gedeeld over behoeften en doelen, en dat er gezamenlijk programma’s worden ontwikkeld die passen bij de specifieke situatie van elk kind. In gemeenten zoals Utrecht is er zelfs sprake van een integraal kindcentrumconcept, waarin kinderopvang, voorschoolse educatie en basisonderwijs in één locatie samenkomen. Dit zorgt voor een doorlopende leerlijn en een beter overzicht voor ouders en professionals.
Een voorbeeld van zo’n samenwerking is de samenwerking tussen de huidige VVE-peuterspeelzalen en de basisscholen die VVE aanbieden. Deze samenwerking zorgt voor een vloeiende overgang van kinderopvang naar basisonderwijs en zorgt ervoor dat kinderen goed zijn voorbereid op de eisen van het primair onderwijs. De uitbreiding van deze samenwerking naar alle basisscholen is een belangrijk beleidsdoel.
Voor ouders met jonge kinderen zijn samenspeelgroepen een waardevolle aanvulling op de kinderopvang. Deze groepen zijn bedoeld voor kinderen van 0 tot 2,5 jaar en bieden ouders een plek om samen met hun kind te spelen en andere ouders te ontmoeten. In gemeenten zoals Rotterdam zijn deze groepen gratis en openbaar toegankelijk. Ouders kunnen zich aanmelden of gewoon binnenlopen. Samenspeelgroepen zijn een belangrijk onderdeel van de vroege stimulatie van kinderen, omdat ze een sociaal en educatief milieu bieden.
Daarnaast zijn er ook peutersgroepen voor kinderen vanaf 2 jaar, waarin kinderen kunnen spelen, leren en zich ontwikkelen. Deze groepen zijn vaak onderdeel van kinderdagverblijven en worden geleid door ervaren pedagogisch medewerkers. Ze bieden een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen die zich op het punt staan om over te stappen naar het basisonderwijs.
Kinderopvang speelt een cruciale rol in de voorbereiding op het basisonderwijs en in de algemene ontwikkeling van jonge kinderen. Door middel van samenwerking tussen kinderopvangers, scholen en andere zorgpartijen is het mogelijk om een doorlopende leer- en ontwikkelingslijn te creëren die kinderen goed voorbereid op de eisen van het onderwijs. De aansluiting tussen kinderopvang en basisonderwijs is een kernaspect van het beleid en wordt ondersteund door regelgeving, kwaliteitskaders en praktijkvoorbeelden uit verschillende gemeenten.
Doelgroepen zoals kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau of kinderen die risico lopen op een ontwikkelingsachterstand profiteren het meest van deze aanpak. Door middel van VVE-programma’s kunnen deze kinderen vroegtijdig worden ondersteund, zodat ze beter voorbereid zijn op het basisonderwijs. Samenspeelgroepen en peutersgroepen zijn een waardevolle aanvulling op de reguliere kinderopvang en bieden extra stimulatie voor jonge kinderen en hun ouders.
Kinderopvang is dus niet alleen een ondersteuning voor ouders, maar ook een essentieel onderdeel van de voorbereiding op het onderwijs en de ontwikkeling van jonge kinderen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet