Kinderopvang in Sevenum: Regelingen, Aanbod en Praktijk
juli 19, 2025
Bij kinderopvang is het van groot belang dat er een duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen de vormen van opvang die gericht zijn op jonge kinderen en die voor jongeren boven de 12 jaar. In Nederland zijn de regels en richtlijnen voor kinderopvang sterk georiënteerd op de leeftijd van het kind, omdat de behoeften van jongeren na de leeftijd van 12 jaar aanzienlijk anders zijn dan die van jonge kinderen. De informatie die in de wetgeving en beleid is vastgelegd, biedt een duidelijk beeld van welke opvangvormen toepasbaar zijn en hoe ouders hiermee om kunnen gaan.
In dit artikel worden de mogelijkheden en regelgeving rondom kinderopvang na de leeftijd van 12 jaar besproken, inclusief de relevante wetgeving, de beschikbare vormen van opvang en de financiële aspecten. Daarnaast worden de grenzen van de regulering en de verantwoordelijkheden van ouders en opvangorganisaties belicht.
In de Nederlandse regelgeving zijn kinderopvangvormen zoals dagopvang en buitenschoolse opvang expliciet voor kinderen van 0 tot 12 jaar geregeld. Voor jongeren ouder dan 12 jaar zijn er geen officiële vormen van kinderopvang die onder dezelfde wettelijke kaders vallen. De Wet Kinderopvang en Kwaliteitseisen Peuterspeelzaalwerk bevat geen specifieke regelingen voor jongeren na de leeftijd van 12 jaar. Dit betekent dat er geen gereguleerde kinderopvang beschikbaar is voor deze leeftijdsgroep in de zin van een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang zoals die voor jonge kinderen bestaan.
Buitenschoolse opvang is officieel beperkt tot kinderen in de basisschoolleeftijd, d.w.z. tot 12 jaar. Deze vorm van opvang is bedoeld voor kinderen die nog op de basisschool zitten en wordt aangeboden vóór en na schooltijd, evenals tijdens vakanties. Scholen zijn verplicht om buitenschoolse opvang aan te bieden, maar dit geldt uitsluitend voor kinderen tot en met 12 jaar.
Daarnaast valt gastouderopvang onder de wettelijke regels, maar ook deze is beperkt tot kinderen tot maximaal 12 jaar. Het maximum aantal kinderen dat een gastouder mag verzorgen is zorgvuldig geregeld, bijvoorbeeld maximaal zes kinderen in het huis van de gastouder.
Na de leeftijd van 12 jaar zijn er geen gereguleerde vormen van kinderopvang die onder de Wet Kinderopvang vallen. Dat betekent dat er geen wettelijk gereguleerde opvangorganisaties zijn die jongeren ouder dan 12 jaar kunnen verzorgen. Voor ouders betekent dit dat ze voor de zorg van hun kinderen in deze leeftijdsgroep geen recht hebben op kinderopvangtoeslag of andere wettelijke ondersteuning.
Voor jongeren na 12 jaar zijn er wel andere vormen van zorg beschikbaar, zoals hulpverlening in het kader van het jeugdjeugdbeleid of de zorg die in het kader van het voortgezet onderwijs wordt aangeboden. Deze zorgvormen vallen echter buiten de wettelijke regels van de kinderopvang.
Omdat er geen gereguleerde kinderopvang bestaat voor jongeren na 12 jaar, komt de verantwoordelijkheid voor de zorg van deze jongeren vooral op de ouders en op de scholen of instellingen waarin ze verblijven. In het kader van het voortgezet onderwijs zijn er bijvoorbeeld opties voor extracurriculair aanbod of sportactiviteiten, maar deze zijn vrijwillig en niet wettelijk verplicht.
In het geval van jongeren die in een voortgezet onderwijsinstelling verblijven, zijn er vaak interne maatregelen voor de zorg na schooltijd. Ouders kunnen hierover aansluiting zoeken bij de school of instelling.
Ouders die extra ondersteuning zoeken voor jongeren boven de leeftijd van 12 jaar kunnen overwegen om gebruik te maken van alternatieve vormen van zorg, zoals:
Deze vormen van zorg vallen echter buiten de wettelijke regels van de kinderopvang en zijn daardoor niet voorzien van subsidies of andere wettelijke voorzieningen.
De kinderopvangtoeslag is een wettelijke ondersteuning die alleen beschikbaar is voor kinderopvangvormen voor kinderen tot 12 jaar. Voor ouders die jongeren ouder dan 12 jaar verzorgen, is er geen subsidie of financiële ondersteuning beschikbaar. In het kader van het nieuwe financieringsstelsel dat in 2025 zou moeten starten, wordt de kinderopvangtoeslag vervangen door een stelsel waarin de overheid directe vergoedingen uitkeert aan opvangorganisaties voor jonge kinderen. Dit stelsel heeft geen betrekking op jongeren na 12 jaar.
Het nieuwe stelsel voor kinderopvangfinanciering, zoals beschreven in de bronnen, is gericht op een eenvoudiger en betaalbaarder systeem voor ouders. In dit stelsel zal de overheidsvergoeding van 96% voor werkende ouders direct aan kinderopvangorganisaties worden uitgekeerd. Ouders zullen slechts 4% van de kosten zelf moeten betalen. Dit systeem is echter exclusief gericht op kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. Voor jongeren ouder dan 12 jaar is er geen wettelijke ondersteuning.
Gemeenten spelen een belangrijke rol in de voorziening van kinderopvangvormen, zoals het aanbieden van gesubsidieerde peuteraanbod of het faciliteren van buitenschoolse opvang. Voor jongeren na 12 jaar is er geen wettelijk verplichte taak voor gemeenten om zorg te bieden. In sommige gevallen kunnen gemeenten wel informele oplossingen bieden, zoals sportactiviteiten of jeugdbewegingen.
Daarnaast kunnen scholen en instellingen die jongeren na 12 jaar opnemen, eigen zorgvormen ontwikkelen. Deze zijn echter niet onderdeel van de wettelijke regels voor kinderopvang en zijn meestal vrijwillig.
Kinderopvang in Nederland is sterk gericht op kinderen tot 12 jaar. Voor jongeren ouder dan 12 jaar zijn er geen wettelijk gereguleerde vormen van kinderopvang. Buitenschoolse opvang, gastouderopvang en dagopvang zijn beperkt tot kinderen tot maximaal 12 jaar. Ouders die jongeren ouder dan 12 jaar verzorgen, hebben geen recht op kinderopvangtoeslag of andere wettelijke ondersteuning. De verantwoordelijkheid voor de zorg van jongeren na 12 jaar ligt voornamelijk bij de ouders en, in sommige gevallen, bij scholen of instellingen.
Het nieuwe financieringsstelsel dat in 2025 zou moeten starten, is gericht op jonge kinderen en heeft geen betrekking op jongeren na 12 jaar. Voor ouders en educatoren is het belangrijk om duidelijk te weten wat de wettelijke mogelijkheden zijn en hoe alternatieve vormen van zorg kunnen worden ingezet.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet