Salarisontwikkelingen voor Pedagogisch Medewerkers in de Kinderopvang in 2025
juli 19, 2025
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke ondersteuning voor ouders die hun kinderen in kinderopvang zetten. De hoogte van deze tegemoetkoming hangt onder meer af van het gezamenlijke inkomen van de ouders. In deze uitgebreide gids wordt besproken hoe de kinderopvangtoeslag werkt, welke inkomensgrenzen gelden en hoe ouders deze toeslag kunnen berekenen. Het artikel is gebaseerd op recente informatie van betrouwbare bronnen zoals de Belastingdienst, gemeenten en andere relevante instanties.
De kinderopvangtoeslag is bedoeld om de kosten van kinderopvang te verlagen voor ouders die werken. Deze toeslag wordt uitgekeerd door de Dienst Toeslagen en is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en het aantal uren kinderopvang dat gebruikt wordt.
De Belastingdienst berekent de kinderopvangtoeslag op basis van het gezamenlijk toetsingsinkomen van de ouders. Dit inkomen omvat het inkomen van beide ouders, ongeacht of ze getrouwd zijn of in een geregistreerd partnerschap. Het is voldoende dat de ouders samenwonen. Er is geen eis dat het kind van beide ouders is of dat ze getrouwd zijn.
Een belangrijk aspect is dat de toeslag niet alleen afhankelijk is van het inkomen, maar ook van het aantal uren dat het kind in de kinderopvang doorbrengt. Voor elk kind dat in de kinderopvang zit, is er een maximum aan uren dat vergoed kan worden. Dit maximum is per maand 230 uur en per jaar 2.760 uur. Dit geldt voor elk kind afzonderlijk.
De toeslag is niet een vaste vergoeding, maar een percentage van de daadwerkelijke kosten. Hoe hoger het inkomen, hoe lager het percentage vergoeding. Dit betekent dat ouders met een hoger inkomen minder vergoeding ontvangen, terwijl ouders met een lager inkomen een hoger percentage van de kosten terugkrijgen.
De Belastingdienst houdt jaarlijks een toeslagtabel bij die aangeeft hoeveel percentage van de kinderopvangkosten vergoed wordt op basis van het gezamenlijk inkomen van de ouders. Voor 2025 zijn de volgende percentages vastgesteld:
Gezamenlijk inkomen | Percentage kinderopvangtoeslag – Eerste kind | Percentage kinderopvangtoeslag – Tweede en volgende kind |
---|---|---|
Tot en met € 23.211 | 96,0% | 96,0% |
Modaal € 46.500 | 96,0% | 96,0% |
2x modaal | 71,1% | 89,8% |
3x modaal | 45,3% | 83,9% |
4x modaal | 33,3% | 75,1% |
Vanaf € 159.225 per jaar | 33,3% | - |
Deze percentages zijn gebaseerd op het gezamenlijk toetsingsinkomen van beide ouders. Het percentage vergoeding voor het tweede en volgende kind is in veel gevallen hoger dan voor het eerste kind. Dit is een belangrijk aspect bij het plannen van kinderopvang voor gezinnen met meerdere kinderen.
De inkomensgrens voor de kinderopvangtoeslag is niet vastgelegd. Dit betekent dat ouders met een hoger inkomen ook recht hebben op de toeslag, maar het percentage vergoeding kan lager worden. Vanaf een gezamenlijk inkomen van € 159.225 per jaar ontvangt het eerste kind altijd 33,3% vergoeding, ongeacht het aantal uren in de kinderopvang.
Het is belangrijk op te merken dat het eerste kind niet altijd het oudste kind is. De Belastingdienst definieert het eerste kind als het kind dat de meeste uren in de kinderopvang doorbrengt. Voor dit kind is de vergoeding het laagst, terwijl de vergoeding voor het tweede en volgende kind hoger is.
Het aanvragen van de kinderopvangtoeslag gebeurt via de Dienst Toeslagen. Ouders moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om recht te hebben op deze toeslag. De belangrijkste voorwaarden zijn:
Bij het aanvragen van de kinderopvangtoeslag moet de ouder het LRK-nummer van de opvanglocatie, het uurtarief en het aantal uren kinderopvang per maand opgeven. Deze gegevens zijn nodig om de toeslag correct te berekenen.
Als de opvang definitief is, stuurt de opvanglocatie een digitaal contract met deze gegevens. Dit contract wordt gebruikt bij het aanvragen van de toeslag.
Het is mogelijk om een proefberekening te maken op de website van de Belastingdienst. Hiermee kan een ouder zien hoeveel kinderopvangtoeslag hij of zij in een bepaalde situatie zou ontvangen. Deze tool is erg handig om een indruk te krijgen van de eventuele vergoeding voordat er een officiële aanvraag wordt gedaan.
De kosten van kinderopvang variëren per locatie en per dienstverlener. Voorbeelden van de maximale uurprijzen voor verschillende vormen van kinderopvang in 2024 zijn:
De Belastingdienst vergoedt een percentage van deze kosten op basis van het gezamenlijk inkomen van de ouders. Het percentage vergoeding is afhankelijk van het inkomen en het aantal kinderen.
Als de daadwerkelijke kosten van de kinderopvang hoger zijn dan de maximale uurprijs die de Belastingdienst hanteert, moet de ouder het bedrag boven de maximale uurprijs zelf betalen. Als de kosten lager zijn dan de maximale uurprijs, ontvangt de ouder kinderopvangtoeslag over het lage uurtarief.
Het is daarom belangrijk om de prijzen van de kinderopvanglocatie goed te bekijken voordat er een keuze wordt gemaakt. Ouders kunnen gebruik maken van rekentools van bijvoorbeeld de gemeente of van BOINK om de kosten en eventuele vergoedingen te berekenen.
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke ondersteuning voor ouders die hun kinderen in kinderopvang zetten. De hoogte van deze toeslag hangt af van het gezamenlijk inkomen van de ouders, het aantal kinderen en het aantal uren kinderopvang. De Belastingdienst houdt jaarlijks een toeslagtabel bij die aangeeft hoeveel percentage van de kosten vergoed wordt op basis van het inkomen.
Ouders kunnen een proefberekening maken om een indruk te krijgen van de eventuele vergoeding. Het aanvragen van de toeslag gebeurt via de Dienst Toeslagen en vereist een aantal gegevens zoals het LRK-nummer, het uurtarief en het aantal uren kinderopvang per maand.
Het is belangrijk om de kosten van de kinderopvang goed te bekijken en eventuele veranderingen in het inkomen door te geven aan de Dienst Toeslagen. Met de juiste informatie en planning kunnen ouders hun kinderopvangkosten goed beheren en de kinderopvangtoeslag optimaal gebruiken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet