Regels voor de kinderopvang: Aantal leidsters per groep
juli 20, 2025
In Nederland is het verhuren van schoolgebouwen aan externe partijen, zoals kinderopvanginstellingen, regelmatig onderwerp van beleid en regelgeving. De huurprijs per vierkante meter (m²) voor dergelijke ruimtes wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de soort verhuur, de duur van het contract, en de verdeling van huurinkomsten tussen schoolbesturen en de gemeente. Deze artikel biedt een overzicht van de huidige huurprijsregelgeving, aangevuld met relevante gegevens over tarieven, verplichte afdrachten en aanvullende voorwaarden voor verhuur. Het artikel richt zich voornamelijk op situaties waarin schoolgebouwen worden gebruikt voor kinderopvang, maar biedt ook algemene richtlijnen die van toepassing zijn op andere vormen van verhuur.
Er zijn verschillende soorten huurverhoudingen die relevant zijn bij de verhuur van schoolgebouwen aan externe partijen. Elk type heeft zijn eigen huurtarief en afdrachtregeling. De volgende soorten huur zijn gedefinieerd:
Voor permanente verhuur, waarbij een ruimte gedurende een langere periode aan een externe partij wordt verhuurd, is een minimale huur vastgesteld op €9.000 per lokaal per jaar (c.a.). Dit komt neer op een huurprijs van ongeveer €80 per m², aangezien het lokaal gemiddeld 105 tot 115 m² beslaat. Van deze huurprijs moet €6.000 per lokaal aan de gemeente worden afgedragen. De schoolbesturen mogen het overige deel behouden.
Bij kortdurende verhuur, langer dan drie jaar, is de minimale huurprijs €7.200 per lokaal per jaar. Ook hier geldt een afdrachtregeling van 2/3, wat neerkomt op €4.800 per lokaal aan de gemeente. De resterende €2.400 kan het schoolbestuur behouden.
Wanneer een schoolgebouw dubbel gebruikt wordt — bijvoorbeeld voor zowel onderwijs als voor een kinderopvanginstelling — is de minimale huurprijs €3.600 per lokaal per jaar. De afdracht aan de gemeente is €2.400, waardoor het schoolbestuur €1.200 overhoudt.
Voor verhuur op basis van uurprijs, bijvoorbeeld voor tijdelijke evenementen of korte sessies, is de huurprijs vastgesteld op minimaal €8,65 per m² per uur. Van deze huurprijs moet €5,77 per m² aan de gemeente worden afgedragen. Het schoolbestuur houdt dus €2,88 per m² per uur over.
Bij incidentele verhuur — bijvoorbeeld voor tijdelijke of onregelmatige evenementen — is de huurprijs niet vastgelegd en wordt deze bepaald door het schoolbestuur. In dit geval is er geen afdracht aan de gemeente. Dit betekent dat het schoolbestuur de volledige huurinkomsten kan behouden.
De huurprijs en afdracht moeten jaarlijks worden aangepast op basis van de Consumentenprijsindex (CPI). Dit zorgt ervoor dat de huurprijs in lijn blijft met de inflatie en daarmee betaalbaar en maatschappelijk aantrekkelijk blijft.
Daarnaast kunnen aanpassingen aan de ruimte worden gedaan ten behoeve van de bestemming. Deze aanpassingen moeten echter op kosten van de huurder worden aangebracht. Als bijvoorbeeld een ruimte moet worden aangepast om geschikt te worden voor kinderopvang, is het de verantwoordelijkheid van de huurder om de benodigde investeringen te doen.
In geval van groei van een school of andere omstandigheden waarbij het onderwijsgebruik prioriteit krijgt, heeft de gemeente het recht om het huurcontract van de externe partij te beëindigen. In dat geval worden investeringen van de huurder vergoed op basis van het restant van de lopende huurperiode. De maximale vergoeding per lokaal is €9.000, mits onderbouwd met facturen.
Bij nieuwbouw of uitbreidingen van schoolgebouwen, zoals bijvoorbeeld voor een BSO (Basis Ondersteuning voor Jongeren), wordt de huurprijs bepaald op basis van de werkelijke kosten. Dit betekent dat het huurtarief in dit geval flexibel is en afhankelijk is van de kosten die bij de aanleg van de ruimte zijn gemaakt. Ook hier geldt een afdrachtregeling aan de gemeente, die afhankelijk is van de huursoort.
Ondanks de duidelijke regelgeving is het benchmarken van huurtariefen niet altijd eenvoudig. Uit studies en benchmarking is gebleken dat huurtariefen variëren afhankelijk van locatie, doel van de verhuur en de soort ruimte. Bijvoorbeeld in gemeenten zoals Uden lopen huurtarieven in ontmoetingspleinen uiteen van €0,21 tot €4 per m² per dagdeel, met een gemiddelde van €0,78. In wijkgebouwen is het tarief gemiddeld €0,55 per m² per dagdeel.
Hoewel deze tarieven lager zijn dan de minimale huurprijs in schoolgebouwen, tonen ze wel dat het tarief maatschappelijk acceptabel is. In landelijke studies zoals "Zaaltarieven in sociale en commerciële accommodaties" is gebleken dat huurtariefen in maatschappelijke accommodaties varieren van €0,16 tot €1,32 per m². Uden zit hier met €0,28 per m² aan de onderkant van deze schaal.
Bij verhuur van ruimtes in maatschappelijke contexten, zoals voor kinderopvang, is het huurtarief doorgaans lager dan in commerciële contexten. Een maatschappelijke vaste huurder betaalt bijvoorbeeld alleen de gebruikers- en exploitatielasten en de helft van de eigenaarslasten. Daarnaast hoeft deze huurder geen stichtingskosten te betalen. In commerciële contexten zijn de tarieven kostendekkend en omvatten ze onder andere stichtingskosten, eigenaarslasten en gebruikerslasten.
Als een huurder investeringen heeft gedaan in de ruimte of gebruik maakt van een kortingsregeling, kan dit invloed hebben op de eventuele vergoeding in geval van eerdere beëindiging van het contract. De investeringen worden vergoed in verhouding tot het restant van de huurperiode, met een maximum van €9.000 per lokaal.
De huurprijs per m² voor kinderopvang is afhankelijk van de soort verhuur, de duur van het contract en de regelgeving rond afdracht aan de gemeente. In de praktijk is er een duidelijke structuur waarin minimale huurprizen zijn vastgelegd en afdrachtregelingen zijn opgenomen. Daarnaast speelt maatschappelijke acceptatie een rol bij het bepalen van tarieven en is het tarief jaarlijks geïndexeerd aan de CPI.
Voor schoolbesturen is het belangrijk om deze regelgeving goed te begrijpen, zowel voor financiële als voor logistieke doeleinden. Voor huurders, zoals kinderopvanginstellingen, is het eveneens belangrijk om de voorwaarden van verhuur en eventuele aanpassingen van de ruimte te begrijpen. De regelgeving zorgt ervoor dat de verhuur betaalbaar, maatschappelijk aantrekkelijk en juridisch duidelijk is.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet