Kinderopvang in Amsterdam Oost en Watergraafsmeer: Flexibiliteit, Pedagogiek en Natuur
juli 17, 2025
In de kinderopvang speelt opleiding en scholing een centrale rol bij het verhogen van de kwaliteit van zorg en onderwijs voor kinderen. Daarnaast draagt het bij aan de persoonlijke en professionele ontwikkeling van medewerkers. De Cao Kinderopvang 2025-2026 bevat uitgebreide regels over het beleid rondom opleiding, scholing en loopbaanontwikkeling. Deze richtlijnen zijn bedoeld om zowel de medewerkers als de organisaties te ondersteunen bij het verbeteren van de pedagogische kwaliteit en de werkbaarheid van de functies in de sector.
In dit artikel worden de belangrijkste richtlijnen en mogelijkheden voor opleiding en scholing in de kinderopvang besproken, met aandacht voor het beleidsplan, de beschikbare opleidingen, en de financiering en ondersteuning die medewerkers kunnen verwachten. Ook komen de loopbaanontwikkeling en de aanvullende eisen voor hoger opgeleide professionals aan de orde.
Het beleid voor opleiding, scholing en loopbaanontwikkeling is verplicht voor werkgevers in de kinderopvangsector volgens de Cao Kinderopvang 2025-2026. Ieder jaar moet een werkgever een plan opstellen dat gericht is op het functioneren van medewerkers, zowel nu als in de toekomst. Dit plan moet ook gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit van het werk binnen de organisatie, inclusief de pedagogische kwaliteit.
Het plan moet minimaal de volgende elementen bevatten:
Het plan moet worden goedgekeurd door de medezeggenschap. Dit zorgt voor transparantie en betrokkenheid van medewerkers bij het beleid. Het doel is om medewerkers te ondersteunen in hun ontwikkeling en het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en het onderwijs dat wordt verleend aan kinderen.
Er zijn verschillende opleidingen beschikbaar voor wie wil werken in de kinderopvang. Deze variëren van mbo- tot hbo-niveau en kunnen op verschillende manieren worden gevolgd, zoals via de beroepsopleidende leerweg (BOL) of de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Beide leerwegen duren in principe drie jaar, maar er zijn ook mogelijkheden voor verkorte opleidingen of deeltijdvarianten.
Voor de functie van pedagogisch medewerker of peuterspeelzaalmedewerker zijn de volgende mbo-opleidingen beschikbaar:
Deze opleidingen zijn bedoeld om medewerkers te voorzien van de kennis en vaardigheden die nodig zijn om kinderen op een veilige en stimulerende manier te begeleiden. De opleidingen kunnen worden gevolgd via een roc of een hogeschool en zijn toegankelijk voor verschillende vooropleidingen.
Een voorbeeld van een BBL-opleiding is de BBL opleiding in Den Haag. Deze opleiding combineert werken en leren, waarbij medewerkers in 1,5 jaar hun mbo 4 opleiding afronden. Tijdens deze opleiding werken de medewerkers 20 of 12 uur per week in een kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang, afhankelijk van het dienstverband. De opleiding wordt gefinancierd door de werkgever, en medewerkers ontvangen direct een salaris. Na afronding van de opleiding wordt de schaal verhoogd.
Een associate degree is een tweejarige opleiding op hbo-niveau die geschikt is voor wie wil werken in de kinderopvang. Deze opleiding is bedoeld voor mensen met een mbo-4, havo- of vwo-diploma. De Ad-opleidingen die kwalificeren voor een functie als pedagogisch professional of peuterspeelzaalleidster zijn onder andere:
Na afronding van een Ad-opleiding kan een persoon functioneren als pedagogisch professional. Ook zijn er mogelijkheden voor deeltijd- of verkorte opleidingen.
Een hbo-bacheloropleiding is nog een mogelijke route naar een functie in de kinderopvang. Voorbeelden zijn:
Deze opleidingen zijn ook beschikbaar in deeltijdvarianten en kunnen eventueel worden verkort indien er eerder een Ad-opleiding is gevolgd.
Een belangrijk aspect van het beleid rondom scholing is de financiering. Werkgevers moeten aangeven hoe de kosten van scholing worden vergoed. In sommige gevallen kunnen medewerkers de kosten van hun scholing terugbetalen aan de werkgever. Dit hangt af van het beleidsplan van de werkgever.
Daarnaast zijn er mogelijkheden voor verlof. Medewerkers kunnen verlof aanvragen om scholing te volgen, bijvoorbeeld voor een opleiding of voor verdieping in een bepaald vakgebied. Het aanvraagproces voor scholing en verlof is verplicht op te nemen in het jaarlijkse beleidsplan.
In het beleidsplan moet ook aandacht zijn voor loopbaanontwikkeling. Medewerkers kunnen een persoonlijk plan opstellen voor hun opleiding of loopbaanontwikkeling. Deze plannen kunnen gericht zijn op verdieping van kennis, specialisatie of overstap naar andere functies binnen of buiten de organisatie.
Een ander aspect is de mogelijkheid om loopbaangesprekken te voeren met een deskundige. Medewerkers kunnen kiezen voor welke deskundige ze willen praten, zolang dit in overleg met de werkgever gebeurt. Deze gesprekken kunnen helpen bij het bepalen van de richting van de loopbaan en het opstellen van concrete doelen.
Voor medewerkers met een universitaire bachelor of hbo- of universitaire master die gericht is op pedagogiek of ontwikkelingsgericht werken, gelden aanvullende eisen. Deze eisen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat deze professionals voldoen aan de kwaliteitsstandaarden in de kinderopvang.
De aanvullende eisen bestaan uit drie onderdelen:
Deze aanvullende eisen zijn structureel ingevoerd na evaluatie en zijn van toepassing op diploma’s die vallen in diplomagroepen A3 en A4. Voor een overzicht van deze diplomagroepen kan worden gekeken naar Bijlage 13.1 van de Cao Kinderopvang.
Opleiding en scholing zijn essentieel in de kinderopvangsector om de kwaliteit van de zorg en het onderwijs te waarborgen. De Cao Kinderopvang 2025-2026 biedt een duidelijk kader voor het beleid rondom deze onderwerpen. Werkgevers moeten jaarlijks een plan opstellen dat gericht is op de ontwikkeling van medewerkers en het verbeteren van de pedagogische kwaliteit. Medewerkers hebben toegang tot verschillende opleidingen, variërend van mbo- tot hbo-niveau, en kunnen deze opleidingen op verschillende manieren volgen. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor financiering, verlof en loopbaanondersteuning.
Voor medewerkers met hoger onderwijs gelden aanvullende eisen om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de kwaliteitsstandaarden in de kinderopvang. Het is belangrijk dat zowel werkgevers als medewerkers deze richtlijnen kennen en gebruiken om de ontwikkeling van kinderen en de kwaliteit van de zorg te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet