Kinderopvang op Aruba: Aandacht voor Kwaliteit, Veiligheid en Ontwikkeling
juli 17, 2025
In de kinderopvang gelden duidelijke regels rondom verlofuren voor medewerkers. Naast de wettelijk gereguleerde vakantie-uren, ontvangen kinderopvangmedewerkers ook bovenwettelijke uren. Deze uren bieden extra flexibiliteit en mogelijkheden om verlof te nemen of om te zetten in andere voordelen. In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op de regels en rechten rondom bovenwettelijke verlofuren, zoals deze zijn vastgelegd in de Cao Kinderopvang 2025-2026.
In de kinderopvang onderscheidt men tussen wettelijk verlof en bovenwettelijk verlof. Beide soorten verlof zijn bedoeld om medewerkers de mogelijkheid te geven om verlof te nemen, maar ze verschillen in aantal uren, flexibiliteit en regels.
Wettelijk verlof is verankerd in de Arbeidswet en geldt voor alle werknemers in Nederland. Het aantal uren verlof dat een medewerker per kalenderjaar krijgt, hangt af van het aantal gewerkte uren. Voor een voltijd medewerker (36 uur per week) is het wettelijk verlof 144 uur per jaar. Voor parttijdmedewerkers wordt dit aantal uren in verhouding berekend. Bijvoorbeeld: een medewerker die 27 uur per week werkt, heeft recht op 108 uur verlof per jaar (27/36 × 144).
Belangrijke kenmerken van wettelijk verlof zijn: - Het is niet uitbetaalbaar, tenzij bij uitdienststelling. - Het vervalt 6 maanden na het einde van het kalenderjaar. - Het moet in het kalenderjaar worden opgenomen, behalve bij bijzondere omstandigheden.
Bovenwettelijk verlof is een aanvulling op het wettelijk verlof, die specifiek voor de sector kinderopvang is ingevoerd. Dit verlof is vastgelegd in de Cao Kinderopvang en biedt extra uren verlof die medewerkers kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld reisjes, cursussen of andere activiteiten. Voor een voltijd medewerker bedragen de bovenwettelijke verlofuren 66 uur per jaar. Ook deze uren worden bij parttijdmedewerkers in verhouding berekend. Zo heeft een medewerker die 27 uur per week werkt, recht op 49,5 uur bovenwettelijk verlof (27/36 × 66).
Kenmerken van bovenwettelijk verlof zijn: - Het is uitbetaalbaar, bijvoorbeeld als het niet opgenomen is. - Het vervalt pas na 5 jaar. - Het kan worden gebruikt voor: - Aaneengesloten verlof - Opname in een levensloopregeling - Uitbetaling
Het totaal aantal verlofuren voor een voltijd medewerker is dus 210 uur per jaar (144 wettelijk + 66 bovenwettelijk). Voor parttijdmedewerkers is dit aantal in verhouding berekend.
Het verlofbudget bestaat uit zowel wettelijke als bovenwettelijke verlofuren. De Cao Kinderopvang 2025-2026 legt duidelijke regels vast over het gebruik van het verlofbudget. Medewerkers hebben de keuze om verlofuren op te nemen, uit te betalen of om te zetten in andere voordelen, zoals het levensfasebudget.
De werkgever heeft de mogelijkheid om 26 uur van het verlofbudget uit te betalen in december. Dit beslist de werkgever uiterlijk op 1 januari van het kalenderjaar. Deze uren worden uitbetaald op basis van het uursalaris dat op dat moment geldt. Medewerkers kunnen kiezen om deze uren op een andere manier te besteden, indien dat wenselijk is.
Medewerkers kunnen kiezen wat ze met hun bovenwettelijke verlofuren willen doen. Dit kan bijvoorbeeld zijn: - Verlof nemen in de vorm van aaneengesloten dagen - Uren uitbetalen, bijvoorbeeld als het niet opgenomen kan worden - Uren inwisselen voor andere voordelen zoals opleidingen of het levensfasebudget
De werkgever en medewerker moeten hierbij rekening houden met wettelijke en fiscale regels.
De Cao Kinderopvang stelt eisen aan de opname van aaneengesloten verlof. Een voltijd medewerker moet minstens één keer per kalenderjaar minstens 2 weken aaneengesloten verlof nemen. De medewerker kan ook vragen om 3 weken aaneengesloten verlof, en de werkgever moet zijn best doen om dit mogelijk te maken. Als dat niet lukt, zorgt de werkgever ervoor dat over meerdere jaren alle medewerkers die dit vragen een keer aan de beurt komen.
Naast het verlofbudget biedt de Cao Kinderopvang ook de mogelijkheid om gebruik te maken van een levensfasebudget. Dit budget kan worden ingevuld met verlofuren, extra gewerkte uren of seniorenverlofuren. De werkgever verdubbelt jaarlijks de eerste 16 uur die een medewerker toevoegt aan haar levensfasebudget. Dit geldt bij een voltijdbaan; voor parttijdmedewerkers wordt dit in verhouding berekend.
Het levensfasebudget kan worden gebruikt voor opleidingen, vitaliteit, duurzame inzetbaarheid en andere activiteiten die bijdragen aan een betere balans tussen belasting en belastbaarheid. Het is een flexibele aanvulling op het verlofbudget en biedt medewerkers de mogelijkheid om hun ontwikkeling en welzijn te stimuleren.
Een belangrijk aspect van verlofuren is hun geldigheid en uitbetaling. Wettelijke verlofuren vervallen 6 maanden na het einde van het kalenderjaar, tenzij bij bijzondere omstandigheden. Bovenwettelijke verlofuren vervallen pas na 5 jaar, wat extra flexibiliteit biedt. Beide soorten verlofuren kunnen worden uitbetaald, maar alleen bij uitdienststelling voor wettelijke uren.
Als medewerkers extra uren werken, zoals overuren of tijd-voor-tijd uren, bouwen zij ook verlofrechten op op basis van deze uren. Dit geldt zowel voor wettelijke als bovenwettelijke verlofuren. Het totale verlofbudget wordt dus ook beïnvloed door extra gewerkte uren.
Voor medewerkers in de kinderopvang zijn de regels rondom verlofuren belangrijk om te begrijpen. Hieronder een korte samenvatting van de belangrijkste punten:
Wettelijk verlofuren:
Bovenwettelijk verlofuren:
Verlofbudget:
Levensfasebudget:
In de kinderopvang gelden duidelijke regels rondom verlofuren, die zijn vastgelegd in de Cao Kinderopvang 2025-2026. Medewerkers hebben recht op zowel wettelijk als bovenwettelijk verlof, wat hen extra flexibiliteit biedt in het plannen van hun verlof. Het verlofbudget bestaat uit 210 uur per kalenderjaar voor voltijdmedewerkers en biedt mogelijkheden om verlofuren op te nemen, uit te betalen of om te zetten in het levensfasebudget. Het is belangrijk dat zowel medewerkers als werkgevers deze regels goed begrijpen, zodat verlofuren op een eerlijke en duidelijke manier worden aangewend. Met deze regels in het achterhoofd, kunnen kinderopvangmedewerkers beter balans maken tussen werk en privéleven, wat bijdraagt aan hun welzijn en duurzame inzetbaarheid.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet