Kinderopvang op Aruba: Aandacht voor Kwaliteit, Veiligheid en Ontwikkeling
juli 17, 2025
In de kinderopvangsector zijn in de afgelopen jaren verschillende veranderingen op gang gekomen die van invloed zijn op de arbeidsvoorwaarden van medewerkers. De collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor kinderopvang speelt een centrale rol in het bepalen van lonen, arbeidsvoorwaarden en wettelijke verplichtingen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen rondom de cao in de kinderopvang, met een focus op de loonverhogingen in 2023, de nieuwe cao vanaf 2025 en de juridische discussies die eromheen hebben plaatsgevonden.
In 2023 hebben vakbonden en werkgevers in de kinderopvangsector een akkoord bereikt dat leidde tot significante loonverhogingen voor medewerkers. Deze loonverhogingen zijn verdeeld over verschillende tijdstippen en zijn bedoeld om de impact van de hoge inflatie te compenseren.
Volgens de cao voor kinderopvang zijn er drie belangrijke loonverhogingen gepland:
Naast deze verhogingen werd er ook een extra maandelijkse bruto verhoging van €150,- ingevoerd. Deze verhoging is vooral gunstig voor medewerkers in de laagste salarisschalen. Deze maatregelen zijn een directe reactie op de hoge inflatie en het verzoek van vakbonden om een snelle verbetering van de inkomenspositie van werknemers in de sector.
De loonverhogingen zijn bedoeld om de financiële druk op kinderopvangmedewerkers te verlichten. Medewerkers in de kinderopvang vormen een essentiële groep in de zorgsector, en hun werk draagt bij aan het welzijn van kinderen en gezinnen. De toegestane loonverhogingen zijn opgenomen in een cao die vanaf 1 januari 2023 in werking treedt en een looptijd heeft van 18 maanden. Deze cao is van toepassing op ongeveer 117.000 werknemers in de kinderopvangsector.
Volgens Dennis van Elk van CNV Zorg & Welzijn zijn deze loonverhogingen een directe oplevering voor de werknemers: “Per 1 april worden de salarissen in de kinderopvang fors verhoogd, medewerkers gaan dit direct voelen in de portemonnee.”
In de jaren erna is een nieuwe cao voor de kinderopvangsector opgesteld, die geldt vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2026. Deze cao is afgesproken tussen de werkgeversorganisaties Brancheorganisatie Kinderopvang (BK), Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang (BMK), BrancheVereniging Ondernemers Kinderopvang (BVOK) en de vakbond CNV.
De leden van deze partijen hebben ingestemd met het eindbod dat op 5 maart 2024 is gedaan. Echter, FNV Zorg & Welzijn heeft het bod afgewezen en heeft de cao dus niet ondertekend. Dit heeft geen invloed op de geldigheid van de cao, aangezien CNV heeft getekend. De cao is nu in de laatste weken van april 2024 gepubliceerd op het platform "Kinderopvang werkt!" en wordt aangemeld bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
Het ministerie bevestigt de aanmelding en start vervolgens het proces van algemeenverbindendverklaring (avv). Dit proces duurt ongeveer acht weken. De nieuwe cao is bedoeld om de arbeidsvoorwaarden verder te versterken en de wettelijke verplichtingen in de sector te verduidelijken.
De invoering van de nieuwe cao heeft geleid tot juridische bedenkingen van de Branchevereniging Ondernemers Kinderopvang (BVOK) en Landelijke Belangen Vereniging (LBV), die lid zijn van de cao MKMB Kinderopvang. Deze partijen stellen dat er sprake is van werkingssfeeroverlap tussen de cao Kinderopvang en de cao MKMB Kinderopvang. Dit betekent dat bedrijven die onder de cao MKMB vallen, nu ook gedeeltelijk onder de cao Kinderopvang vallen, zonder dat zij daarbij betrokken zijn geweest bij de onderhandelingen.
De bedenkingen richten zich vooral op het feit dat de cao Kinderopvang voor alle bedrijven in de sector geldt, terwijl de cao MKMB specifiek is bedoeld voor mkmb-bedrijven. Volgens BVOK en LBV leidt dit tot dubbele lasten en onvoorziene extra uitgaven voor ondernemingen die vallen onder de cao MKMB. Ook is er sprake van ongelijke loonsverhogingen, waarbij bvok-leden in januari 2023 al een adequate loonsverhoging hadden afgesproken, terwijl dit niet het geval was voor BK- en BMK-leden. Deze ongelijkheid heeft geleid tot extra kosten door de eenmalige uitkering in juli 2023.
Daarnaast stellen BVOK en LBV dat er sprake is van onvoldoende betrokkenheid bij het cao-overleg. Zij geven aan dat zij alles hadden gedaan om tot één cao in de sector te komen, maar uiteindelijk zijn zij uitgesloten van het onderhandelingsproces. Deze juridische bedenkingen worden beoordeeld door het ministerie en kunnen eventueel leiden tot wijzigingen in de cao.
De cao voor kinderopvang bevat ook een overgangsregeling voor peuterspeelzalen. Deze regeling houdt in dat peuterspeelzaalwerk vanaf 1 augustus 2020 valt onder de cao Kinderopvang en niet langer onder de cao Sociaal Werk. Dit betekent dat medewerkers in peuterspeelzalen nu dezelfde arbeidsvoorwaarden toepassen als die in andere afdelingen van de kinderopvangsector.
De overgangsregeling bevat ook een compensatie voor het verschil in arbeidsvoorwaarden tussen de oude cao en de nieuwe cao. Deze compensatie is bedoeld om de werknemers te ondersteunen bij de overgang. Daarnaast is er een commissie ingesteld om eventuele geschillen op te lossen en zorg te dragen voor een soepele overgang.
Hoewel de loonverhogingen en de nieuwe cao belangrijk zijn voor de financiële positie van medewerkers, zijn er ook andere thema’s die in de kinderopvangsector aan de orde zijn. Werkdruk en personeelstekorten zijn twee van de grootste uitdagingen in de sector.
Deddy Dorenbos van FNV Zorg & Welzijn benadrukt dat het voor werknemers belangrijk was dat de lonen zijn verhoogd, maar dat het nu ook de tijd is om verder te praten over werkdruk en het grote personeelstekort. Chantal van Dijk van CNV Zorg & Welzijn voegt eraan toe dat het fijn is dat er nu een kortlopende cao is, waarmee er ruimte is voor verdere loonafspraken in 2024.
Deze thema’s zijn van groot belang voor de duurzaamheid van de kinderopvangsector. Werknemers die te maken hebben met hoge werkdruk lopen meer risico op burn-out en andere gezondheidsproblemen. Daarnaast leidt het personeelstekort tot langere werkdagen en grotere verantwoordelijkheden voor de overige medewerkers. Het is daarom essentieel dat deze thema’s verder worden uitgewerkt in de cao en in de onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers.
De cao in de kinderopvangsector speelt een centrale rol in het bepalen van de arbeidsvoorwaarden en lonen voor medewerkers. In 2023 zijn er significante loonverhogingen ingevoerd, waardoor werknemers nu gemiddeld 11,86% extra inkomsten hebben. Deze verhogingen zijn verdeeld over meerdere tijdstippen en zijn bedoeld om de impact van de hoge inflatie te compenseren.
Daarnaast is er in 2024 een nieuwe cao opgesteld die geldt vanaf 2025 en die verder de arbeidsvoorwaarden en wettelijke verplichtingen in de sector verduidelijkt. Deze cao is echter niet door alle partijen ondertekend, wat heeft geleid tot juridische bedenkingen over werkingssfeeroverlap, ongelijkheid in loonsverhogingen en onvoldoende betrokkenheid bij het onderhandelingsproces.
Buiten de cao zijn ook thema’s als werkdruk en personeelstekorten van groot belang voor de duurzaamheid van de sector. Het is essentieel dat deze thema’s worden opgenomen in de toekomstige cao-overleggen en dat er maatregelen worden genomen om de werknemers te ondersteunen.
De kinderopvangsector speelt een cruciale rol in de zorg voor kinderen en gezinnen, en het is daarom belangrijk dat de arbeidsvoorwaarden en loonverhogingen worden afgestemd op de huidige uitdagingen. De nieuwe cao en de loonverhogingen zijn daarbij een belangrijke stap in de juiste richting.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet