logo kinderopvang lappelein heerenveen 350

klachtenvrij 2019klachtenvrij 2020klachtenvrij 2021klachtenvrij 2022

Kinderopvang Lappelein
Kinderopvang Lappelein
Kleinschalige kinderopvang in Heerenveen

Brandveiligheid in de kinderopvang: rol van de GGD en wettelijke eisen

Brandveiligheid is een kernaspect van de kwaliteitseisen in de kinderopvang. In verband met de kwetsbaarheid van jonge kinderen en het feit dat zij vaak niet in staat zijn om zichzelf te redden bij een brand, zijn er strikte regels en inspecties voor kinderopvangcentra. De GGD speelt een centrale rol in het toezicht op en de handhaving van brandveiligheid in deze instellingen. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de wettelijke eisen, de rol van de GGD, de toezichtsprocedures en de maatregelen die houders van kinderopvangcentra moeten nemen om brandveiligheid te waarborgen.

Inleiding

In de kinderopvang wordt niet alleen gelet op de pedagogische kwaliteit, maar ook op de veiligheid van de kinderen. Brandveiligheid is een onderdeel van deze veiligheid en valt onder de wettelijke verplichtingen van de houder. De GGD voert jaarlijks inspecties uit om te controleren of deze eisen worden nageleefd. Daarnaast is de houder zelf verantwoordelijk voor het stellen van passende maatregelen om risico’s op brand te beperken. In dit kader is het noodzakelijk dat houders zich richten op zowel preventie als de juiste inrichting van de ruimtes en het personeel.

Wettelijke kaders en kwaliteitseisen

Brandveiligheid in de kinderopvang is geregeld in de Wet kinderopvang en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang. Daarnaast gelden er wettelijke voorschriften in het kader van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO). Deze regelgeving bepaalt onder andere de inrichting van de ruimtes, de noodtoegang, de brandmeldsystemen en de evacuatieplannen.

1. Risico-inventarisatie

Een essentieel onderdeel van de brandveiligheid is de risico-inventarisatie. De houder is verplicht om samen met de gastouder en een bemiddelingsmedewerker van het bureau een inventarisatie van veiligheidsrisico’s op te stellen. Deze inventarisatie moet minimaal de volgende thema’s bevatten:

  • Verbranding
  • Vergiftiging
  • Verdrinking
  • Valongevallen
  • Verstikking
  • Verwondingen
  • Bekenking
  • Botsen, stoten, steken en snijden

Deze risico-inventarisatie wordt jaarlijks bijgewerkt en is verplicht voor elk kinderopvangadres. De GGD controleert of deze inventarisatie aanwezig is en of het voldoet aan de wettelijke eisen. In het geval van ontbreken van deze inventarisatie kan een bestuurlijke boete van 8000 euro opgelegd worden.

2. Plan van aanpak

Naast de risico-inventarisatie is het ook verplicht om een plan van aanpak op te stellen. Dit plan moet aangeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de geïdentificeerde risico’s. Ook moet duidelijk zijn hoe de risico’s met de maatregelen samenhangen. Het plan van aanpak is een instrument om de veiligheid van de kinderen te verhogen en te bepalen hoe eventuele ongevallen of incidenten worden tegengegaan.

3. Registratie van ongevallen

De GGD stelt ook eisen aan de registratie van ongevallen. De houder moet per ongeval aangeven: - De aard van het ongeval - De plaats waar het heeft plaatsgevonden - De leeftijd van het kind - De datum van het ongeval - De maatregelen die zijn genomen

Deze registratie dient als een leermoment en helpt bij het voorkomen van herhaling van incidenten. Bovendien is het een onderdeel van de inspecties van de GGD en wordt het gebruikt om te bepalen of de veiligheidseisen adequaat zijn.

Rol van de GGD in het toezicht

De GGD speelt een centrale rol in het toezicht op de kinderopvang, inclusief de brandveiligheid. De GGD voert jaarlijks inspecties uit en rapporteert over de kwaliteit van de instellingen. Deze inspecties gebeuren volgens vastgelegde toetsingskaders die door GGD Nederland zijn opgesteld. De toezichthouder beoordeelt of de houder zorgdraagt voor veilige en verantwoorde kinderopvang.

1. Inspectiemethodiek

De GGD gebruikt een afwegingsmodel bij het uitvoeren van inspecties. Dit model is gebaseerd op een risico-analyse die aangeeft in welke mate een negatief effect optreedt als niet wordt voldaan aan kwaliteitseisen. De prioriteit van verschillende onderdelen wordt uitgedrukt in termen van hoog-middel-laag. Dit model draagt bij aan transparantie en consistentie in het toezicht. De prioriteitsstelling wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

2. Handhavingsbeleid

Als bij een inspectie aandachtspunten worden geconstateerd, kan de GGD aanwijzingen geven. Deze aanwijzingen zijn gebaseerd op het handhavingsbeleid van de gemeente. De GGD adviseert de gemeente naar aanleiding van een inspectie of er moet worden gehandhaafd. Dit gebeurt rekening houdend met verzachtende en verzwarende omstandigheden. De handhavingsmaatregelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit: - Aanwijzing - Last onder dwangsom - Exploitatie-verbod - Verwijdering uit het landelijk register

De GGD houdt zich aan een sanctieprotocol dat bepaalt hoe lang de hersteltermijn is voor elk type overtreding. Bijvoorbeeld: voor overtredingen met een hoog prioriteitsniveau is de hersteltermijn maximaal 14 dagen.

Procedure bij start of uitbreiding van kinderopvang

Bij het starten of uitbreiden van een kinderopvanginstelling is het verplicht om dit tijdig aan te melden bij de gemeente. Voordat er officieel mag worden geopend, wordt er een inspectie uitgevoerd door de GGD om te controleren of de instelling voldoet aan de wettelijke eisen. Deze procedure heet ‘Streng aan de Poort’ en wordt toegepast voor zowel kinderopvang als gastouderopvang en gastouderbureaus.

1. Vóór het inspectiebezoek

De houder moet vooraf goed voorbereid zijn op het inspectiebezoek. De GGD controleert of de ruimtes, het personeel, de documentatie en de veiligheidsmaatregelen voldoen aan de eisen. De GGD beoordeelt ook hoe het personeel omgaat met de kinderen, op basis van observaties en gesprekken.

2. Brandveiligheid in de praktijk

In de praktijk betekent dit dat de houder: - Een brandmeldinstallatie heeft die voldoet aan de eisen - De nooduitgangen en evacuatiepaden duidelijk zijn en goed toegankelijk - Brandblussers op strategische plaatsen heeft staan - Een evacuatieplan heeft dat is afgestemd op de leeftijd van de kinderen - Brandveiligheidsonderwijs geeft aan het personeel

De GGD controleert ook of er een gebruiksvergunning voor brandveiligheid is aangevraagd. In de meeste gevallen moet een gebruiksvergunning-brandveiligheid worden aangevraagd bij de brandweer, vooral bij instellingen waar kinderen jonger dan 12 jaar wonen of verblijven en waar meer dan tien personen tegelijkertijd aanwezig zijn.

Flexibel toezicht en inspectieomvang

Sinds 1 januari 2024 is flexibel toezicht ingevoerd. Dit betekent dat de GGD de inspecties afstemt op de situatie van de instelling. Bij locaties waar geen zorgen zijn, worden minder intensieve inspecties uitgevoerd. Bij locaties waar wél aandachtspunten zijn, worden intensievere inspecties uitgevoerd. Dit zorgt voor een efficiënter gebruik van middelen en een gerichtere inspectiepraktijk.

De GGD gebruikt ook toetsingskaders die per opvangsoort (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderopvang) zijn opgesteld. Deze kaders bepalen welke kwaliteitsaspecten per type instelling worden gecontroleerd. De oordelen ‘goed-voldoende-slecht’ zijn vervangen door een oordeel per voorwaarde: of deze wel of niet aan de eisen voldoet.

Aanvullende rol van gemeentelijke afdelingen

Niet alleen de GGD is betrokken bij het toezicht op brandveiligheid in de kinderopvang, ook andere gemeentelijke afdelingen spelen een rol. Zo is bijvoorbeeld de brandweer verantwoordelijk voor het uitzetten van gebruiksvergunningen voor brandveiligheid. De planologische bestemming van een kinderopvangcentrum wordt beoordeeld door het team Leefomgeving, die vaststelt of het past binnen de bestemming of of er een omgevingsvergunning is nodig.

Bij het starten van een kinderopvangcentrum is het dus belangrijk om ook contact op te nemen met deze afdelingen. De Dienstverlening, team Maatschappelijk Welzijn kan hulp bieden bij het registreren in het kinderopvangregister en het verkrijgen van informatie over het kinderopvangbeleid.

Conclusie

Brandveiligheid is een essentieel onderdeel van de kwaliteitseisen in de kinderopvang. De houder is verantwoordelijk voor het stellen van passende maatregelen om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. De GGD speelt een centrale rol in het toezicht op en de handhaving van deze eisen. Door middel van inspecties, risico-inventarises en het uitvoeren van een handhavingsbeleid zorgt de GGD ervoor dat kinderopvanginstellingen veilig en verantwoord functioneren. Houders moeten zich bewust zijn van deze eisen en actief meewerken aan het waarborgen van brandveiligheid, zowel voor de kinderen als voor het personeel.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving overheid
  2. Lokale regelgeving overheid
  3. GGD Zuid-Limburg

Gerelateerde berichten

Een nieuwe locatie!

Vanaf maandag 11 december 2017 is Kinderopvang Lappelein te vinden op deze prachtige nieuwe locatie:

Kinderopvang Lappelein
Commandeurstraat 17
8442 AT Heerenveen
0513- 436658
06-13810429
[email protected]

Openingstijden

De openingstijden liggen tussen 6.30 uur en 19.00 uur.

In het nieuws

Nieuwe gevel voor BSO

nieuwe gevel bso lappeleinVorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.

Lees meer …

14 september: dag van de pedagogisch medewerker

dag van de pedagogisch medewerker 2022

Vandaag de dag van de pedagogisch medewerker. Denk u er even over na om deze kanjers in het zonnetje te zetten.

Lees meer …

Vier grote bakken appels uit eigen tuin!

appels uit eigen tuin
Gisteren met de kinderen alle appels van de bomen geplukt. Het zijn er weer onwijs veel, vier grote bakken vol.

Lees meer …


Kinderopvang Lappelein Erkend Leerbedrijf

Kinderopvang Lappelein is sinds april 2017 een erkend SBB leerbedrijf

Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet

 

 

Tarieven