Kinderopvang op Aruba: Aandacht voor Kwaliteit, Veiligheid en Ontwikkeling
juli 17, 2025
De rol van bewegen in de kinderopvang is van groeiende betekenis, niet alleen voor de fysieke gezondheid van jonge kinderen, maar ook voor hun sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling. Uit recent onderzoek en praktijkervaring blijkt dat bewegen vaak geen structurele plek heeft in de dagelijkse activiteiten van kinderopvanginstellingen. Toch is er een duidelijke consensus dat bewegen centraal moet staan in de kinderopvang, zowel binnen als buiten. In dit artikel wordt ingegaan op de huidige situatie, de (scholings)behoeften van professionals, mogelijke oplossingen en praktische voorbeelden die kunnen leiden tot een actievere kinderopvang.
Uit onderzoek is gebleken dat bewegen vaak geen onderdeel is van de visie van kinderopvanginstellingen. Veel professionals geven aan dat het stimuleren van beweging niet gemakkelijk is vanwege een gebrek aan tijd, ruimte, kennis en vaardigheden. Tijdens interviews met medewerkers van kinderdagverblijven en gastouderopvang is geconstateerd dat er grote verschillen zijn tussen instellingen in het beleid en de invulling van het thema bewegen. Ook op individueel niveau zijn er verschillen in de manier waarop professionals bewegen stimuleren bij jonge kinderen. In sommige opvanglocaties is bewegen een geïntegreerd onderdeel van het dagelijks werk, terwijl het in andere instellingen nauwelijks aan de orde komt.
Jonge kinderen die veel bewegen ontwikkelen zich op meerdere vlakken beter. Volgens Lenneke Gentle van Studio Swing is bewegen niet alleen goed voor de fysieke gezondheid, maar ook voor de sociale, creatieve en emotionele ontwikkeling. Bewegen is zelfs de belangrijkste manier waarop jonge kinderen leren. Door te bewegen ontwikkelen kinderen hun motorische vaardigheden, wat essentieel is voor hun zelfverzekerdheid en leerprocessen.
Een peuter of kleuter die de hele dag op een stoeltje zit, mist niet alleen beweging, maar ook kansen om te leren door te doen. In Europa is Nederland zelfs kampioen in het stilzitten van jonge kinderen, wat op zich al schrikbarend is. Bewegen stimuleert niet alleen de motoriek, maar ook de fijnmotoriek en het leren van coördinatie, balans en ritme. Deze vaardigheden zijn de basis voor het leren lezen, schrijven en rekenen later in het onderwijs.
Er zijn veel manieren om kinderen in beweging te brengen, zonder dat dit extra ruimte of middelen vereist. Veel activiteiten kunnen worden ingevoegd in de alledaagse routine van de kinderopvang. Bijvoorbeeld, kinderen kunnen zelf hun jas halen, op de commode klimmen of helpen bij het dekken van de tafel. Deze dagelijkse handelingen zijn niet alleen nuttig, maar ook bewegingsarmen.
Daarnaast is het gebruik van eenvoudige materialen zoals kartonnen dozen, sjaaltjes of tape een goed middel om kinderen in beweging te brengen. Een doos kan bijvoorbeeld als stapsteen in een parcours dienen, of gebruikt worden voor een stoelendans waarbij kinderen zo snel mogelijk in een doos moeten springen wanneer de muziek stopt. Creatieve activiteiten zoals deze stimuleren niet alleen de motoriek, maar ook de fantasie en het sociaal contact.
Professionals in de kinderopvang spelen een cruciale rol bij het stimuleren van beweging. Volgens Miranda van Kinderopvangtotaal is het belangrijk om actief te zijn als jij dat ook verwacht van de kinderen. Als je bijvoorbeeld buiten staat en je collega’s bijpraat, is het verleidelijk om stil te blijven staan. Maar door een tik-activiteit te starten of een eenvoudig dansje te doen, kun je kinderen enthousiast maken om in beweging te komen.
Het is bovendien aan te raden om beweging te integreren in het dagelijks werk. Dit betekent niet dat je een gymles hoeft te geven, maar dat je een actieve houding moet aanhouden. Door te spelen, bewegende materialen te gebruiken en kinderen te prijzen die veel bewegen, stimuleer je hun betrokkenheid. Het is ook belangrijk om beweging te combineren met leren. Bijvoorbeeld door ritmische activiteiten te gebruiken om kinderen te leren tellen, of door te bewegen terwijl je een verhaal vertelt.
In Leidschendam-Voorburg is begin gemaakt met een initiatief genaamd ‘Meer bewegen voor 0-4 jarigen in de kinderopvang’. Tijdens een feestelijke kick-off in september is deze cirkel een nieuwe fase ingegaan. De cirkel wordt ondersteund door subsidie van de Van Leer Foundation en wil structureel meer bewegen in de kinderopvang stimuleren. Het initiatief betreft een samenwerking tussen Vlietkinderen, Junis Kinderopvang en de Beweegalliantie. Het doel is om het beweegaanbod voor jonge kinderen te vergroten en bewegen dieper te verankeren in de kinderopvang.
Erik Lenselink van de Beweegalliantie benadrukt dat bewegen op jonge leeftijd niet alleen de motorische ontwikkeling bevordert, maar ook de basis legt voor een gezonde leefstijl later in het leven. Björn Lamet van Vlietkinderen benadrukt dat motorische ontwikkeling ook de zelfverzekerdheid van kinderen vergroot. Door samen met gemeenten, kinderopvangorganisaties en andere ketenpartners te werken, kan bewegen worden verankerd in de kinderopvang.
Om beweegstimulering serieus te nemen, is scholing noodzakelijk. Uit het onderzoek is gebleken dat professionals vaak niet weten hoe ze beweging effectief kunnen stimuleren. Daarom is het belangrijk om scholing aan te bieden die gericht is op het ontwikkelen van beweegactiviteiten, het verbeteren van de kennis over motorische ontwikkeling en het verhogen van het bewustzijn over de rol van bewegen in de kinderopvang.
Een voorbeeld hiervan is de mini-learning ‘motorische ontwikkeling’ van Kenniscentrum Sport & Bewegen. Deze training helpt professionals om beweegactiviteiten effectiever te plannen en uit te voeren. Daarnaast zijn er inspirerende materialen beschikbaar, zoals de Beweegkriebels speelkaarten en de PLAYgrounds kalender. Deze bronnen kunnen professionals ondersteunen bij het ontwikkelen van gevarieerde en creatieve beweegactiviteiten.
Bewegen is een essentieel onderdeel van de kinderopvang. Het draagt bij aan de fysieke, sociale, emotionele en cognitieve ontwikkeling van jonge kinderen. Toch blijkt uit onderzoek dat bewegen vaak geen structurele plek heeft in de kinderopvang. Professionals ervaren verschillende obstakels, zoals gebrek aan tijd, ruimte, kennis en vaardigheden. Praktische oplossingen zijn echter beschikbaar, zoals het gebruik van eenvoudige materialen, het integreren van beweging in de dagelijkse routine en het aanmoedigen van kinderen om te bewegen.
De rol van de professional is van groot belang bij het stimuleren van beweging. Door actief te zijn en kinderen te betrekken in bewegende activiteiten, kan de kinderopvang een actievere en leerrijke omgeving worden. Bovendien is samenwerking tussen verschillende partijen essentieel om bewegen serieus te nemen en structureel in de kinderopvang te verankeren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet