Kinderopvang op Aruba: Aandacht voor Kwaliteit, Veiligheid en Ontwikkeling
juli 17, 2025
In de kinderopvang, waar jonge kinderen vaak dicht op elkaar wonen en veel tijd doorbrengen in gemeenschappelijke ruimtes, is het verspreiden van infectieziekten snel mogelijk. Ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten kunnen zich via handen, oppervlakken, voedsel en lichaamsvloeistoffen verspreiden. Het is daarom van groot belang dat zowel ouders als medewerkers goed informeerd zijn over de manier waarop infectieziekten zich voordoen, hoe ze voorkomen kunnen worden en wanneer melding gedaan moet worden aan de GGD. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van besmettelijke ziekten in de kinderopvang besproken, met nadruk op preventie, herkenning en meldingsplichten.
Wat zijn infectieziekten en hoe worden ze verspreid?
Infectieziekten worden veroorzaakt door ziekteverwekkers zoals bacteriën, virussen, schimmels en parasieten. Deze micro-organismen kunnen zich verspreiden via verschillende routes, waaronder lucht, lichaamsvloeistoffen, voedsel en oppervlakken. In de kinderopvang is de hand contact een van de belangrijkste routes van verspreiding. Kinderen hebben immers nog een jong en onvolwassen immuunsysteem, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor ziekten. Bovendien is de kans groot dat ziekteverwekkers zich snel verspreiden via speelgoed, deurklinken, toiletten en andere gemeenschappelijke voorwerpen.
Een aantal belangrijke manieren waarop ziekteverwekkers zich verspreiden zijn:
- Via de handen: Kinderen en medewerkers kunnen ziekteverwekkers overbrengen door te spelen, te eten of te werken met hun handen.
- Via voedsel en water: Verontreinigd eten of drinken kan ook leiden tot het verspreiden van ziekten.
- Via oppervlakken: Voorwerpen zoals deurklinken, stoelen, toiletbediening en speelgoed kunnen ziekteverwekkers bevatten.
- Via lichaamsvloeistoffen: Bloed, speeksel, urine en ontlasting kunnen ziekteverwekkers bevatten en besmettelijk zijn.
Bij de kinderopvang is het daarom belangrijk om extra aandacht te besteden aan hygiëne en het verhinderen van contact met ziekteverwekkers.
Hoe voorkom je infectieziekten in de kinderopvang?
Om infectieziekten te voorkomen is goede hygiëne van groot belang. Zowel ouders als medewerkers moeten zich bewust gedragen om de verspreiding van ziekteverwekkers te beperken. Hieronder worden een aantal belangrijke hygiënemaatregelen besproken die in de kinderopvang kunnen worden genomen.
Goede handhygiëne
Handhygiëne is een van de meest effectieve manieren om infectieziekten te voorkomen. Het wassen van de handen met zeep en water is essentieel, vooral in de volgende situaties:
- Na het gebruik van het toilet
- Na het verschonen van luiers
- Voor het bereiden en serveren van voedsel
- Na het spelen of werken in de kinderopvang
- Na contact met zieke personen of ziekteverwekkers
Daarnaast is het aan te raden om sieraden zoals ringen, armbanden en horloges niet te dragen tijdens risicohandelingen, zoals het bereiden van voedsel of het verschonen van luiers. Deze sieraden kunnen ziekteverwekkers vasthouden en zo de verspreiding verhinderen.
Nagelhygiëne
Nagels kunnen ook een rol spelen bij de verspreiding van ziekteverwekkers. Onder lange nagels en beschadigde nagelbedekkingen kunnen ziekteverwekkers zich nestelen. Daarom wordt aangeraden om de nagels kort te houden en geen nagelbedekking zoals gelnagels of nagellak te dragen in de kinderopvang. Dit geldt ook voor kunstnagels. Het doel is om de kans op overdracht van ziekteverwekkers te verkleinen.
Hygiëne bij kleding
Kleding kan ook een rol spelen bij de verspreiding van ziekteverwekkers. Bijvoorbeeld, mouwen kunnen vervuild raken bij het schoonmaken van oppervlakken met ontlasting of braaksel. Daarom is het belangrijk dat medewerkers hun mouwen goed aanpassen en eventueel handen of mouwen schoonmaken na risicohandelingen.
Gebruik van handschoenen
Het gebruik van handschoenen is in de kinderopvang meestal niet nodig, maar wordt alleen aanbevolen bij situaties met een verhoogde kans op besmetting. Dit zijn bijvoorbeeld:
- Het schoonmaken van oppervlakken met bloed of braaksel
- Het behandelen van een bloedende wond
Als handschoenen worden gebruikt, moeten deze geschikt zijn voor bescherming tegen micro-organismen en het gebruiksvoorschrift op de verpakking volgt. Handschoenen zijn geen vervanging voor goede handhygiëne.
Wanneer moet er melding gedaan worden aan de GGD?
In de kinderopvang is er een meldingsplicht voor bepaalde infectieziekten. Als er een ongewoon hoog aantal zieke kinderen is of als er sprake is van een mogelijke uitbraak, moet dit aan de GGD worden gemeld. De meldingsplicht is vastgelegd in artikel 26 van de Wet publieke gezondheid (Wpg). Hieronder staan de aandoeningen die gemeld moeten worden:
- Diarree als meer dan een derde deel van een groep in één week klachten heeft.
- Geelzucht bij één geval.
- Huiduitslag (vlekjes) bij twee of meer gevallen binnen twee weken in dezelfde groep.
- Schurft melden als er één of meerdere personen zijn met de verdenking op de huidbesmetting ‘schurft’.
- Andere ernstige aandoeningen die mogelijk besmettelijk zijn, zoals meerdere gevallen van longontsteking of hersenvliesontsteking in korte tijd.
Als er sprake is van een uitbraak, is het verstandig om direct contact op te nemen met de GGD in de regio. De GGD kan dan advies geven over de juiste maatregelen, zoals isolatie, hygiëneverbeteringen of vaccinaties.
De rol van de GGD
De GGD speelt een belangrijke rol bij de voorkoming en bestrijding van infectieziekten in de kinderopvang. Zij geven advies, voorlichting en denken mee over de juiste maatregelen bij een uitbraak. De GGD houdt bijvoorbeeld bij of er sprake is van luizen en geeft advies over hoe deze effectief bestreden kunnen worden.
Bovendien helpt de GGD bij het uitvoeren van brononderzoek, waarbij geprobeerd wordt te achterhalen hoe een infectie is ontstaan en hoe deze verder is verspreid. Dit is belangrijk om te voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt.
Wat doen ouders en medewerkers als een kind ziek is?
Als een kind in de kinderopvang ziek is, is het belangrijk om te bepalen of het kind beter thuis kan blijven of dat het nog wel meedoet in de groep. In het algemeen geldt dat een kind met ernstige klachten zoals hoge koorts, veel overgeven of pijn beter thuis blijft. Dit is nodig om te voorkomen dat de ziekte zich verder verspreidt.
Een kind met lichte klachten, zoals een snotneus of huiduitslag, kan meedoen in de groep, zolang het niet ziek is en geen risico loopt op verdere verspreiding van de ziekte. In dat geval is het belangrijk om te weten of het kind op de groep kan blijven of dat er contact moet worden opgenomen met de ouders of arts.
Melding bij een uitbraak
Als er sprake is van een uitbraak in de kinderopvang, is het verstandig om direct contact op te nemen met de GGD. Dit is bijvoorbeeld het geval als twee of meer kinderen of volwassenen binnen een korte tijd ziek worden met klachten zoals overgeven of diarree. In dergelijke gevallen kan de GGD advies geven over de juiste maatregelen, zoals extra hygiënemaatregelen of isolatie.
Conclusie
Besmettelijke ziekten in de kinderopvang vormen een belangrijk onderwerp, omdat jonge kinderen kwetsbaarder zijn voor ziekten en ziekteverwekkers zich snel kunnen verspreiden. Het is daarom belangrijk dat zowel ouders als medewerkers goed informeerd zijn over de manier waarop infectieziekten zich voordoen, hoe ze voorkomen kunnen worden en wanneer melding gedaan moet worden aan de GGD. Door goede hygiëne, het voorkomen van contact met ziekteverwekkers en het melden van verdachte situaties kan de verspreiding van infectieziekten worden beperkt. De GGD speelt een cruciale rol bij de voorkoming en bestrijding van infectieziekten en kan bijvoorbeeld advies geven over de juiste maatregelen bij een uitbraak. Met een bewuste aanpak van hygiëne en meldingsplichten kan de gezondheid van kinderen en medewerkers in de kinderopvang worden gewaarborgd.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
