Hoppas Kinderopvang in Woudrichem: Uitbreiding en Focus op Kwaliteit
juli 15, 2025
De kosten en vergoedingen voor kinderopvang in Nederland zijn in 2025 veranderd, met nieuwe regels die van invloed zijn op gezinnen met verschillende inkomens. Deze wijzigingen zijn onderdeel van een bredere planningsvisie van het kabinet om kinderopvang op de lange termijn vrij te maken voor werkende ouders. De Voorjaarsnota 2025 bevat belangrijke besluiten over de verhoging van de kinderopvangtoeslag, de indexering van toetsingsinkomens en de stijging van maximumuurprijzen. Deze ontwikkelingen hebben zowel positieve als negatieve gevolgen, afhankelijk van het inkomensniveau van het gezin.
In dit artikel worden de belangrijkste wijzigingen van 2025 en 2026 besproken, inclusief de geplande stappen voor de jaren erna, en wat dit betekent voor ouders met verschillende inkomens.
Een van de belangrijkste wijzigingen in 2025 betreft de verhoging van de kinderopvangtoeslag. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2025 besloten om het vergoedingspercentage voor kinderopvang te verhogen, zodat een groter deel van de opvangkosten voor ouders vergoed wordt.
Voor gezinnen met een midden- of hoger inkomen is de vergoeding in 2025 verhoogd. Werkende ouders met een gezamenlijk inkomen tot €47.403 krijgen bijvoorbeeld vanaf 2025 het maximale vergoedingspercentage van 96% voor hun kinderopvangkosten. Dit is een verandering t.o.v. de situatie vóór 2025, waarbij alleen gezinnen met het laagste inkomen recht hadden op het hoogste vergoedingspercentage. Deze maatregel maakt kinderopvang dus voor een bredere groep ouders betaalbaarder.
De verhoging van de kinderopvangtoeslag is onderdeel van een langere planningsvisie. Het kabinet wil in 2027 de vergoeding nog verder uitbreiden, zodat ook gezinnen met een inkomen dat licht boven het modaal ligt, recht krijgen op het maximale vergoedingspercentage. Uiteindelijk, in 2029, zou kinderopvang volledig vrij moeten worden voor werkende ouders, ongeacht hun inkomensniveau.
Hoewel de kinderopvangtoeslag voor midden- en hogere inkomens verhoogd is, is het voor gezinnen met een laag inkomen juist duurder geworden dan verwacht. Ouders met een gezamenlijk inkomen tot €20.000, bijvoorbeeld, zullen in 2026 waarschijnlijk honderden, en soms zelfs duizenden euro’s extra moeten betalen voor de dagopvang van hun kinderen. Dit komt doordat de toeslag niet volledig is aangepast aan de verwachte prijsstijgingen, zoals in vorige jaren gebruikelijk was.
De bezuiniging op de kinderopvangtoeslag voor lage inkomens leidt tot een grotere financiële druk op deze groep. Volgens berekeningen van Ed Buitenhek, adviseur in de kinderopvang, is het bedrag dat ouders met een laag inkomen in 2026 moeten betalen voor de dagopvang van twee kinderen met 271 euro gestegen t.o.v. de verwachting. Dit verschil wordt veroorzaakt door hogere prijsstijgingen dan eerder verondersteld.
De geplande bezuiniging op de kinderopvangtoeslag voor lage inkomens heeft geleid tot kritiek vanuit de oppositie. Tweede Kamerlid Hans Vijlbrief (D66) wijst erop dat het kabinet met deze beslissing een “dubbele boodschap” afgeeft: enerzijds wil het kinderopvang goedkoper maken, maar anderzijds maakt het de toegang voor lage inkomens lastiger.
Gjalt Jellesma van de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) benadrukt dat het belangrijk is dat deze groep kan werken, aangezien er tekorten zijn in sectoren zoals de zorg. Volgens Jellesma is het onbegrijpelijk om de drempel voor deze groep nog verder te verhogen.
Naast de wijzigingen in de kinderopvangtoeslag zijn ook de maximumuurprijzen voor kinderopvang aangepast in 2026. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat deze prijzen in 2026 niet verhoogd zouden worden, maar in de Voorjaarsnota 2025 is besloten om de maximumuurprijzen wel met 4,84% te verhogen. Ook de toetsingsinkomens zijn met 4,04% geïndexeerd.
Deze verhoging heeft betrekking op verschillende vormen van kinderopvang. Voor de dagopvang stijgt de maximumuurprijs van €10,71 in 2025 naar €11,23 in 2026. Voor buitenschoolse opvang stijgt de prijs van €9,52 naar €9,98, en voor gastouderopvang van €8,10 naar €8,49.
Deze stijging van de maximumuurprijzen betekent dat ouders in 2026 een iets hogere vergoeding kunnen krijgen voor de opvangtijd van hun kinderen, mits ze onder de nieuwe maximumuurprijzen blijven. Echter, gezinnen met een laag inkomen zullen waarschijnlijk meer zelf moeten betalen vanwege de geringere verhoging van de kinderopvangtoeslag.
De kosten van kinderopvang kunnen sterk variëren, afhankelijk van factoren zoals de locatie, de vraag naar opvang, en de grootte van de organisatie. In de Randstad zijn de kosten vanwege de hogere vraag en de dure huisvesting bijvoorbeeld hoger dan in andere regio’s. Ook in wijkken waar weinig kinderen wonen, kunnen de kosten hoger liggen, omdat de kinderopvang dan met dezelfde vaste kosten werkt voor minder kinderen.
De verhoging van de maximumuurprijzen in 2026 is daarom ook gericht op het verhogen van het uurtarief in regio’s waar de vraag groter is. Dit helpt kinderopvanginstellingen om de kosten van huisvesting en personeel te dekken, zodat ze ook in het toekomstige planningsjaar operationeel kunnen blijven.
De planningsvisie van het kabinet is dat kinderopvang uiteindelijk volledig vrij zal worden voor werkende ouders. In 2029 is dit het doel: vanaf dat jaar zou 96% van de opvangkosten voor iedereen vergoed worden, ongeacht het inkomensniveau. Dit is een belangrijke stap in de richting van een maatschappij waarin ouders niet worden gediscrimineerd op grond van hun inkomen bij het betalen van kinderopvang.
De tussenstappen in 2026 en 2027 zijn bedoeld om deze visie stap voor stap te realiseren. In 2026 wordt een verhoging van het toeslagpercentage geïntroduceerd voor midden- en hogere inkomens, en in 2027 wordt deze maatregel uitgebreid naar een bredere groep. Deze stappen zijn onderdeel van een groter plan om in 2029 tot een vrijstelling te komen.
De kinderopvang in 2025 en 2026 is onderhevig aan belangrijke wijzigingen in de toeslagen, de maximumuurprijzen en de toekomstige plannen voor volledige vergoeding. Voor midden- en hogere inkomens is kinderopvang in 2025 en 2026 goedkoper geworden, maar voor lage inkomens is het juist duurder dan verwacht. Deze tegenstrijdige ontwikkelingen hebben geleid tot kritiek vanuit de oppositie en maatschappelijke organisaties.
De verhoging van de maximumuurprijzen in 2026 helpt bij het dekken van de stijgende kosten van huisvesting en personeel, maar het is duidelijk dat de huidige situatie voor lage inkomens niet ideaal is. Het is nog onduidelijk hoe de bezuinigingen in 2026 precies uitvallen zullen, aangezien deze besproken worden in de onderhandelingen over de Voorjaarsnota en een wetswijziging nodig is.
Op lange termijn is het kabinet van plan om kinderopvang in 2029 volledig vrij te maken voor werkende ouders, wat een belangrijke stap is in de richting van een meer gelijke toegang tot kinderopvang. Tot die tijd zullen ouders met verschillende inkomensniveaus verschillende ervaringen hebben met de kosten en vergoedingen van kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet