Opvoeden van een Maltezer puppy: Tips en adviezen voor een gelukkige hond
juli 11, 2025
Jean Piaget, een van de invloedrijkste psychologen van de twintigste eeuw, heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het begrip van hoe kinderen leren. Zijn theorieën over de cognitieve ontwikkeling van kinderen vormen tot op de dag van vandaag de basis voor veel onderwijspraktijken, met name in de kleutergroep en het basisonderwijs. In dit artikel wordt ingegaan op de kernideeën van Piaget, de vier fasen van zijn ontwikkelingstheorie en de invloed daarvan op de opvoeding van kinderen.
Piaget onderscheidde vier belangrijke fasen in de ontwikkeling van het kind, waarin het denken en leren zich op verschillende manieren ontwikkelt. Deze fasen zijn niet strikt van elkaar gescheiden, maar vormen een overgang van het eenvoudige naar het complexe denken.
Tijdens de eerste jaren van het leven ontwikkelt het kind zijn bewustzijn van de wereld via zintuigen en bewegingen. Dit stadium wordt ook wel het sensorimotorisch denken genoemd. Het kind leert door te spelen en te experimenteren met voorwerpen. Bijvoorbeeld, een baby ontdekt dat een speelgoedje niet verdwijnt als het onder het kussen wordt gestopt. Dit noemt Piaget ‘objectpermanente’ ontwikkeling.
In dit stadium is het kind egocentrisch, wat wil zeggen dat het denkt dat de wereld op dezelfde manier bestaat als het zelf ervaart. De kinderen kunnen nog geen logisch denken of abstracte ideeën begrijpen. Ze leren door te proeven, te voelen en te kijken. Deze fase is cruciaal voor het opbouwen van basisvaardigheden zoals ruimtelijk inzicht en logisch denken.
Tijdens deze fase ontwikkelt het kind de mogelijkheid om te denken met behulp van symbolen, zoals talen en beelden. Het kind kan nu denken over dingen die niet direct aanwezig zijn. Bijvoorbeeld, een kind kan zich voorstellen dat een speelgoedpaard een echt paard is. Dit wordt ook wel ‘magisch realisme’ genoemd.
De kinderen in deze fase zijn nog steeds egocentrisch en kunnen niet goed begrijpen dat anderen anders kunnen denken dan zij. Ze leren om te gaan met hoeveelheden en vormen, maar kunnen nog geen logische redeneringen maken. Ze zijn niet in staat om te begrijpen dat hetzelfde voorwerp in verschillende vormen kan voorkomen. Bijvoorbeeld, een kind kan denken dat een opgevouwen strook papier langer is dan een rechte strook papier, hoewel beide even lang zijn.
In deze fase leren de kinderen logisch denken met concrete voorwerpen. Ze kunnen nu omgaan met hoeveelheden, vergelijken en categoriseren. Ze ontwikkelen de vaardigheid om te begrijpen dat hetzelfde ding op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld, een kind kan begrijpen dat een glas water evenveel bevat als een glas melk, ook al zijn de glazen verschillend van vorm.
De kinderen leren ook om te communiceren en te overleggen. Ze zijn niet meer egocentrisch en kunnen zich beter begrijpen in groepen. In dit stadium is het belangrijk dat kinderen worden aangemoedigd om te praten over wat ze leren en hoe ze dat doen. Dit helpt hen om bewust te worden van hun eigen leerproces.
Tijdens deze fase leren de jongeren abstract te denken. Ze kunnen nu denken over ideeën, theorieën en hypothesen. Ze kunnen logisch redeneren en problemen oplossen op basis van hypothese en bewijs. Bijvoorbeeld, een tiener kan denken over de gevolgen van het kiezen van een bepaalde opleiding op hun toekomst.
In deze fase ontwikkelen de kinderen ook hun eigen waarden en mening. Ze beginnen zich af te vragen wat goed en fout is, en hoe ze hun eigen mening kunnen vormen. Het is belangrijk dat ouders en juffen dit proces ondersteunen door hen te laten nadenken over hun eigen gedachten en ervaringen.
Piaget benadrukte dat leren niet alleen een individueel proces is, maar ook een sociaal proces. Hij pleitte voor coöperatief leren en dialoog. Praten over het leren of het geleerde is belangrijk binnen het onderwijs. Zo worden leerlingen zich bewust van hun leerproces, waardoor ze het beter kunnen overzien en controleren. Bovendien helpt dit de leerkracht om inzicht te krijgen in hoe het leerproces bij de leerling verloopt.
Het is belangrijk dat leerkrachten naast goed kunnen praten ook goed kunnen luisteren. Ze moeten weten welke opmerkingen de kinderen maken en welke vragen er worden gesteld. Zo krijgen ze meer zicht op de onderwijsbehoefte per kind. Coöperatief leren is effectief als er sprake is van heterogene groepen en goede begeleiding door de leerkracht.
Volgens Piaget is het belangrijk om te leren door te denken, in plaats van alleen feiten te leren. Het leren door te denken helpt de kinderen om kritisch te denken en problemen op te lossen. Het is belangrijk dat kinderen worden aangemoedigd om over hun eigen gedachten te praten en hun eigen mening te vormen. Dit helpt hen om beter te kunnen leren en te kunnen denken.
De theorieën van Jean Piaget bieden een diep inzicht in hoe kinderen leren en denken. Zijn vier fasen van cognitieve ontwikkeling geven een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in het denken van kinderen. Het is belangrijk dat ouders en juffen deze fasen begrijpen, zodat ze kinderen op de juiste manier kunnen begeleiden bij hun leerproces. Leren is een sociaal proces en het is belangrijk dat kinderen worden aangemoedigd om over hun eigen gedachten te praten. Door te leren denken, kunnen kinderen beter omgaan met de wereld en betere keuzes maken voor hun toekomst.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet