Lichamelijke opvoeding workshop: Inzicht, vaardigheden en toepasbaarheid
juli 7, 2025
Leraar lichamelijke opvoeding speelt een cruciale rol in het onderwijs, met name in het basisonderwijs en het voortgezet onderwieter. De functie omvat het geven van sportlessen, het stimuleren van fysieke en sociale ontwikkeling bij leerlingen, en het organiseren van sportactiviteiten. In dit artikel worden de taken, eisen en carrièreperspectieven van een leraar lichamelijke opvoeding uitgebreid besproken, gebaseerd op de beschikbare bronnen.
Een leraar lichamelijke opvoeding is verantwoordelijk voor het ontwikkelen, organiseren en uitvoeren van lessen lichamelijke opvoeding voor leerlingen van verschillende leeftijden en niveaus. Hierbij draagt de leraar bij aan de fysieke, sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Het is belangrijk om een gezonde en actieve levensstijl te stimuleren, waarbij de leerlingen in beweging komen en plezier beleven aan sport en activiteiten.
De leraar werkt samen met collega’s, ouders en andere betrokkenen om een veilige en positieve leeromgeving te creëren. Hierbij ontwerpt de leraar gevarieerde en uitdagende lessen die aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van de leerlingen. Daarnaast organiseert de leraar sportevenementen, toernooien en buitenschoolse activiteiten. De voortgang van de leerlingen wordt gevolgd, feedback gegeven en ze worden gemotiveerd om hun persoonlijke doelen te bereiken. De leraar houdt zich op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van sport, beweging en gezondheid en past deze toe in de lessen.
De leraar is ook verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het beleid rondom gezondheid en beweging binnen de school. Hierbij is het belangrijk om inclusiviteit te waarborgen en leerlingen met verschillende achtergronden en vaardigheden te betrekken. De leraar is flexibel, communicatief sterk en weet leerlingen te inspireren en te enthousiasmeren. Daarnaast is de leraar in staat om orde te houden, conflicten op te lossen en een veilige sfeer te waarborgen.
Om leraar lichamelijke opvoeding te kunnen worden, is een opleiding nodig. De Lerarenopleiding lichamelijke opvoeding leidt je op tot een eerstegraads sportdocent. Tijdens de studie leer je alles wat je moet weten over het menselijk bewegen en krijg je te maken met alle aspecten van het lesgeven. Je leert hoe je leiding geeft aan groepen met uiteenlopende culturen, interesses en talenten. Na een succesvolle afronding van de opleiding mag je jezelf Bachelor of Sport and Physical Education noemen.
Voor de toelating tot de opleiding is een hbo- of universitaire opleiding vereist. De opleiding duurt vier jaar en kan alleen in voltijd gevolgd worden. Tijdens de propedeuse (eerste jaar) maak je kennis met alle aspecten van het beroep en je toekomstige werkveld. Je volgt vakken als pedagogiek, didactische vaardigheden, psychologie, anatomie en EHBO. Ook heb je veel activiteitspractica zoals spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek en zwemmen.
Voor de toelating is ook een vaardigheidstest en een medische keuring vereist. Doorsta je beide testen, dan word je tot de opleiding toegelaten. Enkele hogescholen kennen een numerus fixus, wat inhoudt dat er een limiet is aan het aantal studenten dat aangenomen wordt.
Na het afronden van de opleiding kun je als leraar lichamelijke opvoeding aan de slag in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, of in het speciaal onderwijs. Daarnaast kun je ook buiten het onderwijs aan de slag, bijvoorbeeld als (outdoor) activiteitenbegeleider in de recreatie- en vrijetijdssector, als bewegingsdeskundige in de gezondheidszorg of het bedrijfsleven, als instructeur bij een sportinstelling of als beleidsmedewerker bij de overheid.
Een groot deel van de afgestudeerde leraars krijgt via hun stageplaats in het laatste jaar (de zogeheten Leraar In Opleiding-stage) een vaste baan aangeboden als sportleraar. Daarnaast kiest een gedeelte van de afgestudeerden voor een aansluitende masteropleiding aan de universiteit, zoals sportpsychologie of bewegingswetenschappen.
Een leraar lichamelijke opvoeding is veelal werkzaam in het basis- of voortgezet onderwijs, maar kan ook aan de slag bij het sportcentrum van een hogeschool of universiteit. De leraar werkt samen met collega’s van de vakwerkgroep om aan het begin van het jaar een vakwerkplan op te stellen. Hierin wordt vastgelegd wat de leerlingen dat schooljaar op sportgebied gaan leren en wanneer. De leraar geeft veelal in zijn eentje les aan een groep leerlingen. Soms wordt hij bijgestaan door een stagiair die het vak onder de knie moet krijgen.
De leraar moet sportief zijn aangelegd: ook in zijn vrije tijd beweegt hij graag en veel. Creativiteit is belangrijk, want niet iedereen vindt sporten leuk. Het vergt creativiteit om activiteiten te bedenken die alle leerlingen motiveert en in beweging brengt, ook de minder sportieve. Doorzettingsvermogen is noodzakelijk om binnen een groep voor elkaar te krijgen wat de leraar de beste aanpak lijkt. De leraar moet de leiding kunnen en durven nemen. Flexibiliteit is ook belangrijk, omdat de leraar te maken krijgt met veel verschillende soorten kinderen en situaties. Hij moet snel kunnen schakelen.
Een leraar lichamelijke opvoeding moet beschikken over een aantal belangrijke competenties. Inlevingsvermogen is essentieel om leerlingen te motiveren en te stimuleren tot betere prestaties. Creativiteit is nodig om activiteiten te bedenken die alle leerlingen motiveert en in beweging brengt. Doorzettingsvermogen is belangrijk om binnen een groep voor elkaar te krijgen wat de leraar de beste aanpak lijkt. Flexibiliteit is noodzakelijk om met veel verschillende soorten kinderen en situaties om te gaan. Zelfstandigheid is belangrijk, want als de leraar eenmaal voor de klas staat, is hij de enige autoriteit. De leraar moet zelfstandig lessen kunnen voorbereiden en geven. Bovendien moet hij ideeën aandragen voor de invulling van de lessen en de organisatie van schoolbrede sportevenementen.
Een leraar lichamelijke opvoeding werkt nauw samen met collega’s, ouders en andere betrokkenen. Hierbij is communicatie belangrijk. De leraar neemt deel aan teamvergaderingen, ouderavonden en scholingsactiviteiten om zich en het onderwijs continu te verbeteren. De leraar is ook verantwoordelijk voor de veiligheid van de leerlingen tijdens de lessen. Hierbij is het belangrijk om orde te houden, conflicten op te lossen en een veilige sfeer te waarborgen.
De opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding is gericht op het geven van lessen in het mbo, maar kan ook worden aangesloten op andere opleidingen. Daarnaast is er de mogelijkheid tot verdere opleiding, zoals een master in sportpsychologie of bewegingswetenschappen. De leraar kan ook een rol spelen in het opstellen en uitvoeren van beleid rondom gezondheid en beweging binnen de school.
Een leraar lichamelijke opvoeding speelt een belangrijke rol in het onderwijs, met name in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. De functie omvat het geven van sportlessen, het stimuleren van fysieke en sociale ontwikkeling bij leerlingen, en het organiseren van sportactiviteiten. De leraar moet beschikken over een aantal belangrijke competenties, waaronder creativiteit, doorzettingsvermogen, flexibiliteit en zelfstandigheid. De opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding leidt je op tot een eerstegraads sportdocent en biedt veel carrière- en ontwikkelingsmogelijkheden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet