Maatjesprojecten als ondersteuning bij het opvoeden in Boxmeer
juli 7, 2025
Leerplandoelen lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs vormen een cruciale basis voor de ontwikkeling van kinderen. Deze doelen zijn gericht op het leren bewegen, het opbouwen van een breed bewegingsrepertoire en het leren omgaan met bewegingsactiviteiten in samenwerking met anderen. De leerplandoelen zijn onderdeel van een bredere strategie om kinderen te laten leren omgaan met beweging, sport en gezondheid in een actieve levensstijl.
Het lager onderwijs speelt een belangrijke rol bij het opbouwen van de motorische vaardigheden en het ontwikkelen van een positieve houding ten aanzien van beweging. De leerplandoelen voor lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs zijn gedefinieerd op basis van kernactiviteiten en leerlijnen. Deze doelen zijn ontworpen om kinderen te helpen zich te ontwikkelen tot actieve deelnemers aan de bewegingscultuur. De doelen zijn gericht op zowel fysieke als sociale ontwikkeling en vormen de basis voor een gezonde levensstijl.
In het lager onderwijs is de focus op het leren bewegen, het opbouwen van een breed bewegingsrepertoire en het leren omgaan met bewegingsactiviteiten in samenwerking met anderen. De kernactiviteiten omvatten bewegingsvormen zoals balanceren, springen, klimmen, schommelen, duikelen, hardlopen en bewegen op muziek. Daarnaast zijn er spelvormen zoals tikspelen, doelspelen, spelactiviteiten waarbij het gaat om mikken, jongleren en stoeispelen. Deze activiteiten helpen kinderen om hun motorische vaardigheden te ontwikkelen en te leren omgaan met beweging in een speelse en plezierige omgeving.
De leerlijnen bewegingsonderwijs zijn ontwikkeld om een gestructureerde aanpak van het leren bewegen te bieden. Deze leerlijnen omvatten het leren omgaan met bewegingsactiviteiten, het leren samenwerken met anderen, het leren afspreken over het reguleren van bewegingsactiviteiten en het leren inschatten van eigen bewegingsmogelijkheden. Deze leerlijnen zijn gericht op het ontwikkelen van een actieve levensstijl en het leren omgaan met beweging in een breed scala aan situaties.
In het lager onderwijs zijn de kerndoelen voor lichamelijke opvoeding gedefinieerd op basis van het leerplan. De kerndoelen zijn gericht op het leren bewegen, het opbouwen van een breed bewegingsrepertoire en het leren omgaan met bewegingsactiviteiten in samenwerking met anderen. De kerndoelen zijn onderdeel van het landelijk leerplan en zijn gericht op het leren omgaan met beweging in een actieve levensstijl.
De kerndoelen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, waaronder kerndoelen voor leerlingen met een enkelvoudige beperking en/of stoornis, en kerndoelen voor zeer moeilijk lerende leerlingen of meervoudig gehandicapte leerlingen. Deze kerndoelen zijn gericht op het leren omgaan met beweging in een breed scala aan situaties en het leren samenwerken met anderen.
De eindtermen voor lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs zijn ontwikkeld om de leerdoelen van de kerndoelen te verduidelijken. Deze eindtermen zijn gericht op het leren bewegen, het opbouwen van een breed bewegingsrepertoire en het leren omgaan met bewegingsactiviteiten in samenwerking met anderen. De eindtermen zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, waaronder kerndoelen voor leerlingen met een enkelvoudige beperking en/or stoornis, en kerndoelen voor zeer moeilijk lerende leerlingen of meervoudig gehandicapte leerlingen.
In het lager onderwijs is er een minimumaantal lesuren bewegingsonderwijs dat per week moet worden verzorgd. Vanaf 1 augustus 2023 zijn alle scholen in het primair onderwijs verplicht om een minimum aantal lesuren bewegingsonderwijs te verzorgen, zoals beschreven in het amendement van Heerema en Van Nispen. Dit houdt in dat scholen minimaal 90 minuten per week bewegingsonderwijs moeten verzorgen voor alle leerlingen (groepen 1 tot en met 8). Uitgangspunt van het amendement is dat er elke week twee lessen bewegingsonderwijs worden aangeboden.
De uitvoering van het lichamelijke opvoedingsprogramma is gericht op het leren bewegen, het opbouwen van een breed bewegingsrepertoire en het leren omgaan met bewegingsactiviteiten in samenwerking met anderen. De lessen zijn gericht op het leren omgaan met beweging in een actieve levensstijl en het leren samenwerken met anderen.
Het bevorderen van een gezonde leefstijl is een gezamenlijke taak van scholen, gemeenten, ouders en de samenleving. Scholen zetten zich ook buiten lesuren in om gezond gedrag te stimuleren. Veel scholen werken samen met sportverenigingen en richten bijvoorbeeld schoolpleinen of themalessen in om een Gezonde School te worden. Deze samenwerking is gericht op het leren omgaan met beweging in een actieve levensstijl en het leren samenwerken met anderen.
De KVLO is betrokken bij onderzoeken op het gebied van bewegingsonderwijs. Kennis opgedaan in de onderzoeken is terug te vinden in de kennisbank op de website van de KVLO. Deze onderzoeken zijn gericht op het leren omgaan met beweging in een actieve levensstijl en het leren samenwerken met anderen.
Leerplandoelen lichamelijke opvoeding in het lager onderwijs vormen een cruciale basis voor de ontwikkeling van kinderen. Deze doelen zijn gericht op het leren bewegen, het opbouwen van een breed bewegingsrepertoire en het leren omgaan met bewegingsactiviteiten in samenwerking met anderen. De kerndoelen zijn onderdeel van een bredere strategie om kinderen te helpen omgaan met beweging, sport en gezondheid in een actieve levensstijl. De uitvoering van het lichamelijke opvoedingsprogramma is gericht op het leren omgaan met beweging in een actieve levensstijl en het leren samenwerken met anderen. De samenwerking tussen scholen, gemeenten, ouders en de samenleving is essentieel voor het bevorderen van een gezonde leefstijl.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet