Genderneutraal opvoeden: Een uitdaging voor ouders en onderwijs
juli 6, 2025
De rol van een docent lichamelijke opvoeding (LO) is in België van cruciaal belang voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Door actieve beweging en sport te bevorderen, draagt een docent LO bij aan de fysieke, mentale en sociale groei van leerlingen. In dit artikel worden de taken, opleidingen en toekomstige kansen van een docent lichamelijke opvoeding in België belicht, uitgegaand van de beschikbare informatie uit de bronnen.
Een docent lichamelijke opvoeding is verantwoordelijk voor het geven van lessen in sport, beweging en gezondheid. De lessen zijn gericht op het ontwikkelen van motorische vaardigheden, het leren omgaan met sporten en het bevorderen van een gezonde levensstijl. In de praktijk betekent dit dat een docent LO:
- Oefeningen en spelletjes ontwikkelt die gericht zijn op het verbeteren van fysieke vaardigheden zoals lopen, springen, gooien en vangen.
- Deelneemt aan sportactiviteiten, zoals wedstrijden, wedstrijdtrainingen en interne toernooien.
- Zorgt voor een veilige en uitdagende omgeving waarin leerlingen zich kunnen ontwikkelen.
- Werkt samen met andere onderwijskrachten, ouders en sportverenigingen om een brede aanpak te realiseren.
In sommige gevallen werkt een docent LO ook samen met fysiotherapeuten en andere professionals om leerlingen met specifieke behoeften te ondersteunen. Zo wordt er bijvoorbeeld in België veel aandacht besteed aan het bevorderen van een veelzijdige motorische ontwikkeling, zodat kinderen niet te vroeg in een enkele sport terechtkomen. Dit is een veelgehoorde kritiek op het huidige sportlandschap, waarin kinderen vaak al op jonge leeftijd een keuze maken voor één sport.
Om docent lichamelijke opvoeding te worden, is een opleiding vereist. In België is dit meestal een opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding (LO), die wordt aangeboden op verschillende niveaus. De opleiding kan volledig of deeltijds worden gevolgd, afhankelijk van de situatie van de kandidaat.
Een veelgebruikte opleiding is de ALO (Leraar Lichamelijke Opvoeding) deeltijd, die in Nederland wordt aangeboden door de Hogeschool van Amsterdam (ALO). Deze opleiding duurt meestal vier jaar, maar kan worden versneld als de kandidaat al een hbo- of wo-diploma heeft in sport, bewegen of gezondheid. Bijvoorbeeld een diploma Sportkunde van de HAN kan leiden tot een versnelde opleiding, die slechts twee jaar duurt.
Bij deze opleiding worden zowel theorie als praktijk opgenomen. De studenten leren hoe ze een effectieve les kunnen geven, hoe ze leerlingen kunnen begeleiden en hoe ze samenwerking kunnen opbouwen met sportverenigingen. Daarnaast worden er ook lessen gegeven over sportpsychologie, sportfysiologie en bewegingswetenschappen.
In België zijn er verschillende werkgevers waar een docent lichamelijke opvoeding kan werken. Dit zijn onder andere scholen, sportverenigingen, gezondheidscentra en opleidingsinstellingen. De meeste docenten lichamelijke opvoeding werken op scholen, waar ze les geven aan leerlingen van basisschool tot middelbare school.
Er zijn ook vacatures beschikbaar voor docenten lichamelijke opvoeding in particuliere scholen, zoals het Technisch College Velsen en het Maritiem College IJmuiden. Deze scholen bieden een technische opleiding aan, waarin leerlingen zowel theorie als praktijk leren. De docenten helpen hierbij om leerlingen te laten werken aan projecten, zoals het bouwen van modellen, het testen van materialen en het werken met technische apparatuur.
Daarnaast zijn er ook vacatures beschikbaar bij sportverenigingen, zoals Eendracht Aalst, Zulte-Waregem, Anderlecht en Club Brugge. Deze clubs werken samen met docenten lichamelijke opvoeding om extra trainingen aan te bieden. Hierbij wordt er aandacht besteed aan het bevorderen van een veelzijdige motorische ontwikkeling bij jonge kinderen.
In België zijn er verschillende initiatieven en programma’s die gericht zijn op de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Een van de bekendste is Move United, een omnisportproject dat is opgestart door Evert Walravens. Dit project biedt kinderen de mogelijkheid om op jonge leeftijd verschillende sporten uit te proberen, zodat ze een brede motorische ontwikkeling kunnen krijgen.
Een ander voorbeeld is het Athletic Skills Model (ASM), dat al jaren een belangrijke rol speelt in het Nederlandse sportlandschap. Dit model is ook beschikbaar in België en biedt een praktisch en wetenschappelijk onderbouwd visie op bewegen. Het ASM-model helpt docenten bij het ontwikkelen van programma’s die gericht zijn op de ontwikkeling van motorische vaardigheden. Een van de belangrijkste onderdelen van dit model is de Schijf van 10!, een visuele weergave van tien grondvormen van bewegen. Deze vormen zijn belangrijk voor een gevarieerde en goede motorische ontwikkeling.
De toekomst van de rol van docent lichamelijke opvoeding lijkt positief. In tijden van toenemende zorgen over de gezondheid van kinderen en jongeren, wordt er steeds meer aandacht besteed aan het bevorderen van een actieve levensstijl. Dit betekent dat de vraag naar docenten lichamelijke opvoeding toeneemt.
Bovendien wordt er steeds vaker gewerkt aan het combineren van onderwijs en sport. Docenten lichamelijke opvoeding kunnen hierbij helpen om een brug te vormen tussen het schoolse onderwijs en de sportwereld. Dit kan leiden tot meer samenwerking tussen scholen, sportverenigingen en gezondheidsinstellingen.
De rol van een docent lichamelijke opvoeding in België is van groot belang voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Door actieve beweging en sport te bevorderen, draagt een docent bij aan de fysieke, mentale en sociale groei van leerlingen. De opleiding tot leraar lichamelijke opvoeding is een belangrijke voorwaarde om deze functie te kunnen uitoefenen. Daarnaast zijn er veel initiatieven en programma’s die gericht zijn op de ontwikkeling van kinderen, zoals Move United en het Athletic Skills Model. De toekomst van de functie lijkt positief, aangezien er steeds meer aandacht is voor gezondheid en beweging in de jeugd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet