Didactisch opvoeden: een balans tussen pedagogiek en praktijk
juli 5, 2025
Cultuur speelt een centrale rol in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. In het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs komt cultuur terug in verschillende vormen, zoals geschiedenis, muziek, dans, theater, tekenen en godsdienst. Het gaat hierbij om het aanleren van culturele kennis, het ontwikkelen van expressie- en communicatieve vaardigheden, en het leren omgaan met verschillen en overeenkomsten tussen culturen. De cultuureducatie wordt gezien als een essentieel onderdeel van het onderwijs, aangezien het helpt bij het vormen van een open houding ten aanzien van cultuur, zowel van de eigen omgeving als van andere culturen.
De rol van ouders in de cultuureducatie is van groot belang. Volgens de gegevens uit de bronnen is er een duidelijke afbakening tussen de verantwoordelijkheden van ouders en die van de school. Ouders uit niet-westerse culturen voelen zich vooral verantwoordelijk voor het levensonderhoud van hun kinderen en de training tot competente volwassenen in economisch, sociaal en religieus opzicht. Daarnaast maken niet-westerse ouders een scherp onderscheid tussen de verantwoordelijkheden van de ouders (sociale competentie, religieuze en morele ontwikkeling) en die van de school (ontwikkelen van de schoolse intelligentie).
In westerse culturen zijn ouders zich bewust van het belang van een gezonde psychologische ontwikkeling van hun kinderen, door de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. Ze weten dat ze de ontwikkeling van kinderen kunnen beïnvloeden en proberen dat positief te doen, omdat kinderen zowel door genetische als door omgevingsfactoren bepaald worden. Ouders in westerse culturen zijn zich in de afgelopen decennia meer verantwoordelijk gaan voelen voor de schoolvoorbereiding en ondersteuning van het onderwijs van hun kind. Ze sturen kinderen dan ook al op jonge leeftijd naar een peuterspeelzaal en willen thuis de cognitieve ontwikkeling van de kinderen stimuleren door spelletjes te spelen en voor te lezen.
In het Nederlands voortgezet onderwijs is er het Profiel cultuur en maatschappij waarin cultuur in al haar verschijnselen aan bod komt. Ook in het basisonderwijs komt cultuur wel aan bod, maar niet als een apart vak. Je ziet het terug in vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, muziek, dans, theater, tekenen en eventueel godsdienst. Sommige scholen organiseren wel eens een landenthema of zoiets. De culturele vorming of cultuureducatie wordt op zich wel belangrijk gevonden.
De cultuureducatie wordt gezien als een essentieel onderdeel van het onderwijs, aangezien het helpt bij het vormen van een open houding ten aanzien van cultuur, zowel van de eigen omgeving als van andere culturen. Het gaat hierbij om het aanleren van culturele kennis, het ontwikkelen van expressie- en communicatieve vaardigheden, en het leren omgaan met verschillen en overeenkomsten tussen culturen. De cultuureducatie wordt gezien als een essentieel onderdeel van het onderwijs, aangezien het helpt bij het vormen van een open houding ten aanzien van cultuur, zowel van de eigen omgeving als van andere culturen.
De invloed van cultuur op de ontwikkeling van kinderen is groot. Volgens het ecologisch ontwikkelingsmodel heeft de context waarin een kind opgroeit, grote invloed op de ontwikkelingen en het gedrag van het kind. De interculturele pedagogiek richt zich, net zoals andere disciplines, op het beschrijven en verklaren van verschijnselen, het ontwikkelen van interventies, en het werken aan een normatief kader. Allochtone ouders die hun kinderen met andere waarden en normen opvoeden, dwingt pedagogen echter hun eigen normatief kader te expliciteren en waar nodig bij te stellen.
De interculturele pedagogiek verschilt wel van andere disciplines. De verschillen komen voort uit de specifieke kenmerken van de doelgroep waarop de interculturele pedagogiek zich richt. De meeste allochtone ouders komen uit samenlevingen met een andere cultuur. Daardoor groeien hun kinderen op in een biculturele context. Bovendien heeft de allochtone populatie gemiddeld genomen een lage sociale positie in de Nederlandse samenleving.
Culturele instellingen kunnen inzetten op langdurige co-creatie met scholen. Zij kunnen voor een specifieke onderwijscluster kiezen en gebruikmaken van de kennis van de school bij het ontwikkelen van aanbod. Daarnaast kunnen gemeenten samenwerken om kunsteducatie toegankelijker te maken. Zij kunnen met andere gemeenten uit de regio werken om gespecialiseerd cultureel aanbod te ontwikkelen en een regionale cultuurcoach aan te stellen die deze taak op zich neemt.
De culturele instellingen kunnen ook helpen bij het stimuleren van kunstzinnige en culturele samenwerkingsprojecten tussen reguliere en speciaal onderwijscholen. Dit is belangrijk, aangezien de toekomst van het onderwijs naar een inclusief systeem toe gaat, waarin kinderen straks samen naar dezelfde school gaan, met of zonder beperking of ziekte.
Religie kan als een onderdeel van cultuur beschouwd worden. Religie is een samenhangend geheel van voorstellingen en ideeën van een algemene zijnsorde met de daaruit voortvloeiende praktijk. In de dagelijkse werkelijkheid wordt religie dus ge(re)produceerd in het concrete handelen van mensen, net zoals cultuur. Het culturele karakter is dus terug te zien in het woord ‘praktijk’. Net zoals cultuur is ook religie niet statisch, maar aan verandering onderhevig, bijvoorbeeld door spanning/discrepantie tussen de officiële leer en de religieuze praktijk.
Religie heeft als functie de wereld begrijpelijker en draaglijker te maken. Die functie is in drie categorieën (functies) onder te verdelen: zingeving, beïnvloeding, en legitimatie. Zingeving is het waarom van de zijnsorde (vaak over zaken als de dood, ziekte en geweld). Beïnvloeding is door middel van religieuze praktijken vergeving van zonden bereiken, onheil voorkomen of een gewenste toestand proberen te bevorderen. Legitimering is om bepaalde waarden en normen te verdedigen.
De invloed van cultuur op de sociale ontwikkeling van kinderen is groot. Volgens de gegevens uit de bronnen is het belangrijk om te weten dat cultuur niet aangeboren, maar aangeleerd is. Tijdens de opvoeding worden kinderen ingewijd in de cultuur/groep waartoe zij behoren, dit wordt ook wel enculturatie genoemd. Cultuur kan gezien worden als een sociale erfenis. Vanuit dat perspectief is cultuur cumulatief, in de zin dat elke generatie voortbouwt op de culturele erfenis van voorgaande generaties.
Ook is cultuur voor een deel een evolutionaire erfenis, het resultaat van duizenden jaren van ontwikkeling. Over de inhoud van cultuur is geen consensus. Cognitieve en psychologische antropologen beperken het begrip cultuur tot kennis (denkmodellen die identificatie en interpretatie van objecten en gebeurtenissen mogelijk maken), terwijl cultureel antropologen cultuur opvatten als een systeem van denk- én gedragspatronen. Cultuur wordt door de cultureel antropologen gezien als een model van en vóór de werkelijkheid. Cultuur is dus ook een maatschappelijk product.
De invloed van cultuur op de kans op onderwijs is groot. Volgens de gegevens uit de bronnen is er sprake van een grote discrepantie tussen het formele beleid en de onderwijspraktijk. Intercultureel onderwijs beperkte zich meestal tot losstaande projecten of feesten en actualiteiten. Incidenten vormden vaak de aanleiding voor deze projecten. Leerkrachten waren vaak onvoldoende geschoold in het omgaan met interetnische verschillen en conflicten. Slechts weinig scholen voerden dan ook een antidiscriminatiebeleid. Intercultureel onderwijs is sinds een aantal jaren geen aandachtspunt meer in de jaarlijkse rapportages over integratie van minderheden.
De invloed van cultuur op de ontwikkeling van kinderen is groot. Volgens de gegevens uit de bronnen is het belangrijk om te weten dat cultuur niet aangeboren, maar aangeleerd is. Tijdens de opvoeding worden kinderen ingewijd in de cultuur/groep waartoe zij behoren, dit wordt ook wel enculturatie genoemd. Cultuur kan gezien worden als een sociale erfenis. Vanuit dat perspectief is cultuur cumulatief, in de zin dat elke generatie voortbouwt op de culturele erfenis van voorgaande generaties.
Ook is cultuur voor een deel een evolutionaire erfenis, het resultaat van duizenden jaren van ontwikkeling. Over de inhoud van cultuur is geen consensus. Cognitieve en psychologische antropologen beperken het begrip cultuur tot kennis (denkmodellen die identificatie en interpretatie van objecten en gebeurtenissen mogelijk maken), terwijl cultureel antropologen cultuur opvatten als een systeem van denk- én gedragspatronen. Cultuur wordt door de cultureel antropologen gezien als een model van en vóór de werkelijkheid. Cultuur is dus ook een maatschappelijk product.
De invloed van cultuur op de sociale ontwikkeling van kinderen is groot. Volgens de gegevens uit de bronnen is het belangrijk om te weten dat cultuur niet aangeboren, maar aangeleerd is. Tijdens de opvoeding worden kinderen ingewijd in de cultuur/groep waartoe zij behoren, dit wordt ook wel enculturatie genoemd. Cultuur kan gezien worden als een sociale erfenis. Vanuit dat perspectief is cultuur cumulatief, in de zin dat elke generatie voortbouwt op de culturele erfenis van voorgaande generaties.
Ook is cultuur voor een deel een evolutionaire erfenis, het resultaat van duizenden jaren van ontwikkeling. Over de inhoud van cultuur is geen consensus. Cognitieve en psychologische antropologen beperken het begrip cultuur tot kennis (denkmodellen die identificatie en interpretatie van objecten en gebeurtenissen mogelijk maken), terwijl cultureel antropologen cultuur opvatten als een systeem van denk- én gedragspatronen. Cultuur wordt door de cultureel antropologen gezien als een model van en vóór de werkelijkheid. Cultuur is dus ook een maatschappelijk product.
Cultuur speelt een centrale rol in de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. In het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs komt cultuur terug in verschillende vormen, zoals geschiedenis, muziek, dans, theater, tekenen en godsdienst. Het gaat hierbij om het aanleren van culturele kennis, het ontwikkelen van expressie- en communicatieve vaardigheden, en het leren omgaan met verschillen en overeenkomsten tussen culturen. De cultuureducatie wordt gezien als een essentieel onderdeel van het onderwijs, aangezien het helpt bij het vormen van een open houding ten aanzien van cultuur, zowel van de eigen omgeving als van andere culturen.
De rol van ouders in de cultuureducatie is van groot belang. Ouders uit niet-westerse culturen voelen zich vooral verantwoordelijk voor het levensonderhoud van hun kinderen en de training tot competente volwassenen in economisch, sociaal en religieus opzicht. Daarnaast maken niet-westerse ouders een scherp onderscheid tussen de verantwoordelijkheden van de ouders (sociale competentie, religieuze en morele ontwikkeling) en die van de school (ontwikkelen van de schoolse intelligentie).
In het Nederlands voortgezet onderwijs is er het Profiel cultuur en maatschappij waarin cultuur in al haar verschijnselen aan bod komt. Ook in het basisonderwijs komt cultuur wel aan bod, maar niet als een apart vak. Je ziet het terug in vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, muziek, dans, theater, tekenen en eventueel godsdienst. Sommige scholen organiseren wel eens een landenthema of zoiets. De culturele vorming of cultuureducatie wordt op zich wel belangrijk gevonden.
De invloed van cultuur op de ontwikkeling van kinderen is groot. Volgens het ecologisch ontwikkelingsmodel heeft de context waarin een kind opgroeit, grote invloed op de ontwikkelingen en het gedrag van het kind. De interculturele pedagogiek richt zich, net zoals andere disciplines, op het beschrijven en verklaren van verschijnselen, het ontwikkelen van interventies, en het werken aan een normatief kader. Allochtone ouders die hun kinderen met andere waarden en normen opvoeden, dwingt pedagogen echter hun eigen normatief kader te expliciteren en waar nodig bij te stellen.
De interculturele pedagogiek verschilt wel van andere disciplines. De verschillen komen voort uit de specifieke kenmerken van de doelgroep waarop de interculturele pedagogiek zich richt. De meeste allochtone ouders komen uit samenlevingen met een andere cultuur. Daardoor groeien hun kinderen op in een biculturele context. Bovendien heeft de allochtone populatie gemiddeld genomen een lage sociale positie in de Nederlandse samenleving.
Culturele instellingen kunnen inzetten op langdurige co-creatie met scholen. Zij kunnen voor een specifieke onderwijscluster kiezen en gebruikmaken van de kennis van de school bij het ontwikkelen van aanbod. Daarnaast kunnen gemeenten samenwerken om kunsteducatie toegankelijker te maken. Zij kunnen met andere gemeenten uit de regio werken om gespecialiseerd cultureel aanbod te ontwikkelen en een regionale cultuurcoach aan te stellen die deze taak op zich neemt.
De culturele instellingen kunnen ook helpen bij het stimuleren van kunstzinnige en culturele samenwerkingsprojecten tussen reguliere en speciaal onderwijscholen. Dit is belangrijk, aangezien de toekomst van het onderwijs naar een inclusief systeem toe gaat, waarin kinderen straks samen naar dezelfde school gaan, met of zonder beperking of ziekte.
Religie kan als een onderdeel van cultuur beschouwd worden. Religie is een samenhangend geheel van voorstellingen en ideeën van een algemene zijnsorde met de daaruit voortvloeiende praktijk. In de dagelijkse werkelijkheid wordt religie dus ge(re)produceerd in het concrete handelen van mensen, net zoals cultuur. Het culturele karakter is dus terug te zien in het woord ‘praktijk’. Net zoals cultuur is ook religie niet statisch, maar aan verandering onderhevig, bijvoorbeeld door spanning/discrepantie tussen de officiële leer en de religieuze praktijk.
Religie heeft als functie de wereld begrijpelijker en draaglijker te maken. Die functie is in drie categorieën (functies) onder te verdelen: zingeving, beïnvloeding, en legitimatie. Zingeving is het waarom van de zijnsorde (vaak over zaken als de dood, ziekte en geweld). Beïnvloeding is door middel van religieuze praktijken vergeving van zonden bereiken, onheil voorkomen of een gewenste toestand proberen te bevorderen. Legitimering is om bepaalde waarden en normen te verdedigen.
De invloed van cultuur op de sociale ontwikkeling van kinderen is groot. Volgens de gegevens uit de bronnen is het belangrijk om te weten dat cultuur niet aangeboren, maar aangeleerd is. Tijdens de opvoeding worden kinderen ingewijd in de cultuur/groep waartoe zij behoren, dit wordt ook wel enculturatie genoemd. Cultuur kan gezien worden als een sociale erfenis. Vanuit dat perspectief is cultuur cumulatief, in de zin dat elke generatie voortbouwt op de culturele erfenis van voorgaande generaties.
Ook is cultuur voor een deel een evolutionaire erfenis, het resultaat van duizenden jaren van ontwikkeling. Over de inhoud van cultuur is geen consensus. Cognitieve en psychologische antropologen beperken het begrip cultuur tot kennis (denkmodellen die identificatie en interpretatie van objecten en gebeurtenissen mogelijk maken), terwijl cultureel antropologen cultuur opvatten als een systeem van denk- én gedragspatronen. Cultuur wordt door de cultureel antropologen gezien als een model van en vóór de werkelijkheid. Cultuur is dus ook een maatschappelijk product.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet