De opvoeders: Een filosofische benadering van opvoeding
juli 5, 2025
De continuïteit van opvoeding en verzorging speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van kinderen. In het huidige beleid wordt het begrip continuïteit vaak gezien als een positief en noodzakelijk element voor een gezond en veilig opgroeien van jongeren. De nota Alle kansen voor alle kinderen (Ministerie voor Jeugd en Gezin, 2007) benadrukt dat continuïteit in de opvoeding en verzorging een van de kernprincipes is bij het waarborgen van een goede ontwikkeling van kinderen. De Onderwijsraad (2008) benadrukt eveneens dat stabiliteit, veiligheid en continuïteit in de omgang en opvoeding essentieel zijn voor een doorlopend programma-aanbod. In dit artikel wordt ingegaan op het begrip continuïteit in de opvoeding, het belang ervan voor kinderen, en de uitdagingen die hierbij kunnen optreden.
Het begrip continuïteit komt vaak voor in de context van opvoeding en verzorging van kinderen. In het alledaagse taalgebruik wordt het meestal gezien als een voortdurende, ononderbroken lijn of ontwikkeling. In de context van opvoeding betekent continuïteit dat een kind een stabiele, voorspelbare en betrouwbare omgeving heeft waarin het zich kan ontwikkelen. Dit omvat zowel de aanwezigheid van hechtingsfiguren, als een consistentie in de omgang, opvoeding en verzorging. De term wordt vaak gebruikt in combinatie met het begrip stabiliteit, wat wijst op een vaste situatie waarin het kind zich veilig en geborgen voelt.
In de wetenschappelijke literatuur wordt continuïteit vaak gedefinieerd als de voortdurende aanwezigheid van hechtingsfiguren voor het kind, continuïteit in de (pleeg)ouder-kindrelatie, en de voorspelbaarheid van de omgeving. In het kader van de pleegzorg is continuïteit van de opvoeding een belangrijk begrip. Het hebben van een stabiel en permanent gezin wordt voor pleegkinderen van groot belang geacht en is ook een streven dat alom gedeeld wordt.
Het belang van continuïteit in de opvoeding en verzorging wordt in de bronnen duidelijk gemaakt. In de nota Alle kansen voor alle kinderen (Ministerie voor Jeugd en Gezondheid, 2007) wordt duidelijk gemaakt dat continuïteit van opvoeding een essentieel onderdeel is van het gezond en veilig opgroeien van jongeren. De Onderwijsraad (2008) benadrukt dat de zorg voor veiligheid, stabiliteit en continuïteit de eerste van de drie criteria is voor een doorlopend programma-aanbod. Dit betekent dat kinderen die continu een consistent en stabiel begeleidingsproces krijgen, beter kunnen opgroeien en zich veiliger voelen.
In de bronnen wordt ook duidelijk gemaakt dat kinderen die tijdelijk uit huis worden geplaatst, speciale aandacht nodig hebben om continuïteit in de opvoeding te waarborgen. Het is belangrijk dat kinderen niet steeds weer worden verplaatst naar een andere woonplek, omdat dit kan leiden tot emotionele schokken en onzekerheid. De Onderwijsraad benadrukt dat het belang van het kind bij voortzetting van de pleegzorg met het oog op de continuïteit van de opvoeding zwaarder kan wegen dan het belang van de ouders bij hereniging.
De continuïteit van opvoeding wordt in verschillende contexten bestudeerd, waaronder het gezin, de kinderopvang, de school, adoptie, pleegzorg en echtscheiding. In de bronnen wordt opgemerkt dat het onderzoek naar continuïteit van opvoeding vooral gericht is op de samenhang tussen gezin en kinderopvang, of gezin en school. Er is weinig onderzoek dat de continuïteit van opvoeding tussen meerdere contexten onderzoekt, zoals gezin, school en opvang.
In het kader van de pleegzorg is het belang van continuïteit van de opvoeding duidelijk geregeld. De bronnen tonen aan dat kinderen die in een pleeggezin terechtkomen, vaak last hebben van verschillen in opvoeding en omgang met hun biologische ouders en hun pleegouders. In sommige gevallen kan dit leiden tot conflicterende loyaliteiten, maar er is geen onderzoek gedaan naar hoe kinderen deze verschillen waarderen. Het is echter wel duidelijk dat de pedagogische afstemming tussen ouders en pleegouders van belang is voor de ontwikkeling van het kind.
In de bronnen wordt benadrukt dat ouders een cruciale rol spelen in de opvoeding van hun kind. Goed genoeg opvoederschap, zoals geformuleerd door Donald W. Winnicott, is belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Dit begrip verwijst naar een stabiele, zorgzame en liefdevolle omgeving waarin het kind zich goed kan ontwikkelen. Daarnaast zijn er drie emotionele behoeften die belangrijk zijn voor kinderen: liefde, zorg en verbintenis; controle en het consistent stellen van grenzen; en stimulering van hun ontwikkeling.
Bij het beoordelen van de kwaliteit van ouderschap wordt ook gekeken naar de mate waarin de opvoedingsomstandigheden ‘goed genoeg’ zijn. Dit omvat onder andere de aanwezigheid van stabiliteit, continuïteit, geborgenheid, steun en begrip. Ook is het belangrijk dat ouders voldoende verantwoordelijkheden kunnen geven en dat er sprake is van een ondersteunende, flexibele structuur.
Er zijn verschillende uitdagingen bij het waarborgen van continuïteit in de opvoeding en verzorging van kinderen. In de bronnen wordt opgemerkt dat het begrip continuïteit in het huidige onderzoek nog steeds een ‘witte vlek’ is, wat wil zeggen dat er weinig onderzoek is dat dit thema specifiek onderzoekt. Daarnaast is er sprake van beperkingen in de methode van onderzoek, waardoor bepaalde studies buiten het blikveld zijn gebleven.
Bij het omgaan met kinderen die tijdelijk uit huis worden geplaatst, is het belangrijk dat er voldoende aandacht is voor de continuïteit van de opvoeding. Dit geldt ook voor kinderen die in een pleeggezin terechtkomen of een adoptie ondergaan. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de invloed van deze situaties op de ontwikkeling van het kind.
De continuïteit van opvoeding en verzorging is van groot belang voor de ontwikkeling van kinderen. Het is een essentieel onderdeel van het gezond en veilig opgroeien van jongeren en speelt een cruciale rol in de opvoeding van kinderen. Het begrip wordt vaak gezien als een positief en noodzakelijk element, en wordt in het huidige beleid als een kernprincipe gezien. Ouders, onderwijs, jeugdinstellingen en pleegzorg moeten daarom samenwerken om continuïteit in de opvoeding en verzorging te waarborgen. Dit omvat onder andere de aanwezigheid van hechtingsfiguren, consistentie in de omgang, en voorspelbaarheid van de omgeving.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet