Cultuur en opvoeding: De invloed van culturele diversiteit op de opvoeding van kinderen
juli 5, 2025
In het lager onderwijs en het voortgezet onderwijs speelt lichamelijke opvoeding een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal uren bewegingsonderwijs in de afgelopen jaren stabiel gebleven, maar de hoeveelheid leerlingen is wel gedaald. Dit heeft gevolgen voor het totale aantal uren dat op school wordt besteed aan lichamelijke opvoeding. In dit artikel worden de cijfers en trends van het aantal uren bewegingsonderwijs in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs geanalyseerd, en wordt uitgelegd wat dit betekent voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen.
In het basisonderwijs wordt lichamelijke opvoeding gegeven in verschillende klassen. De gegevens van het CBS tonen aan dat het aantal uren bewegingsonderwijs per week voor groep 1 en 2 lager is dan voor groep 3 tot en met 8. In de jaren 2012/2013, 2013/2014, 2016/2017 en 2017/2018 zijn de cijfers van het aantal uren bewegingsonderwijs als volgt:
Klas | 2012/2013 | 2013/2014 | 2016/2017 |
---|---|---|---|
Groep 1 en 2 | 121 | 113 | 119 |
Groep 3 tot en met 8 | 91 | 89 | 91 |
De gegevens laten zien dat het aantal uren bewegingsonderwijs in de groepen 1 en 2 iets lager is dan in de groepen 3 tot en met 8. De cijfers zijn niet significant veranderd in de jaren 2012 tot 2017. Dit suggereert dat de hoeveelheid lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs stabiel is gebleven.
In het voortgezet onderwijs wordt het aantal uren bewegingsonderwijs per week ook weergegeven in de gegevens van het CBS. De cijfers zijn als volgt:
Leerjaar | 2012/2013 | 2013/2014 | 2016/2017 |
---|---|---|---|
Leerjaar 1 | 150 | 145 | 152 |
Leerjaar 2 | 125 | 125 | 126 |
Leerjaar 3 | 108 | 107 | 105 |
Leerjaar 4 | 97 | 96 | 95 |
Leerjaar 5 | 78 | 77 | 81 |
Leerjaar 6 | 58 | 59 | - |
De gegevens laten zien dat het aantal uren bewegingsonderwijs per week in het voortgezet onderwijs afneemt naarmate de leerjaren vorderen. In leerjaar 1 is het aantal uren bewegingsonderwijs nog relatief hoog, maar in leerjaar 6 is het aanzienlijk gedaald. Dit suggereert dat het aantal uren lichamelijke opvoeding in het voortgezet onderwijs afneemt naarmate de leerlingen ouder worden.
Tijdens de periode 2019 tot 2022 is het aantal leerlingen in het lager onderwijs met 27 duizend gedaald. Tegelijkertijd veranderde het aantal uren bewegingsonderwijs nauwelijks. Dit betekent dat het absolute aantal uren bewegingsonderwijs is gedaald. Ook in het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen met 14 duizend afgenomen, wat leidde tot een daling van het totale aantal uren bewegingsonderwijs.
Deze daling is te zien in de cijfers van het CBS, waarbij het aantal uren bewegingsonderwijs in het lager en voortgezet onderwijs stabiel is gebleven, maar het aantal leerlingen is afgenomen. Dit betekent dat het aantal uren per leerling is gedaald, wat kan leiden tot minder beweging per leerling.
Lichamelijke opvoeding is van groot belang voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Volgens gegevens van het CBS is het aantal sportblessures in Nederland in 2022 gestegen. Ruim de helft van de blessures werd medisch behandeld, vooral door een fysiotherapeut. De meest voorkomende blessures zijn knieblessures en blessures aan de rug of rugwervels. Dit suggereert dat het aantal sportblessures is toegenomen, wat opnieuw de noodzaak benadruit om lichamelijke opvoeding te bevorderen.
Volgens de Beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad moeten personen vanaf 18 jaar minstens 2,5 uur per week matig intensieve inspanning verrichten, zoals wandelen en fietsen, en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten. Jongeren van 4 tot en met 17 jaar dienen minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning te verrichten en minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten. Het aantal Nederlanders dat voldoet aan deze richtlijnen is in 2022 gedaald, wat opnieuw de noodzaak benadruit om lichamelijke opvoeding te bevorderen.
Het aantal uren lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is in de afgelopen jaren stabiel gebleven, maar het aantal leerlingen is aanzienlijk gedaald. Dit heeft gevolgen voor het totale aantal uren bewegingsonderwijs, wat kan leiden tot minder beweging per leerling. Lichamelijke opvoeding is van groot belang voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen, en het aantal sportblessures is in 2022 toegenomen. Dit benadruidt de noodzaak om lichamelijke opvoeding te bevorderen, zowel in het onderwijs als in het dagelijks leven.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet