De bijzondere jeugdzorg als opvoeder: een visie op betere samenwerking en empathie
juli 5, 2025
Martin Buber (1878–1965) was een van de belangrijkste denkers van de twintigste eeuw. Zijn filosofie is van fundamenteel belang voor de opvoeding en het omgaan met kinderen, omdat hij zich riep op het idee dat het werkelijke leven gebaseerd is op ontmoetingen, en dat de mens zich in een relatie bevindt. Zijn belangrijkste werk, Ik en Jij, is een filosofisch en existentieel boek dat zich richt op de menselijke relatie en het verschijnsel van het tussen. Dit concept is van cruciaal belang voor de opvoeding, omdat het de kern vormt van het opvoedende gesprek en het vermogen tot wederzijdse groei.
Volgens Buber is de wereld tweevoudig, en dat komt door de twee grondwoorden die de mens kan spreken: ik-jij en ik-het. De ik-jij-relatie is de relatie van wederzijdse ontmoeting, waarbij de ander als uniek en compleet wordt gezien. In deze relatie is er sprake van wederzijdse groei, waarbij zowel de persoon als de ander zich ontwikkelen. Dit verschijnsel is essentieel voor het menszijn, want Buber stelt dat het menselijk bestaan op zichzelf genomen, in feite geen betekenis heeft zonder deze relatie.
De ik-het-relatie daarentegen is een objectieve, functionele relatie. Hierbij wordt de ander gezien als een object, een middel om een doel te bereiken. Deze vorm van relatie is van belang voor het dagelijks functioneren, maar kan niet voldoen aan de behoefte aan authenticiteit en betrokkenheid die nodig is voor het opvoedingsproces. Buber benadruit dat zonder het de mens niet kan leven, maar dat wie alleen daarmee leeft, niet mens is. Dit betekent dat de ik-het-relatie, hoewel noodzakelijk, niet volledig is als het om menselijke ontmoeting gaat.
Buber’s filosofie heeft een diepe invloed gehad op de pedagogiek. Zijn denkbeeld van het dialogisch is centraal in de opvoeding. Het dialoogprincipe, zoals Buber het noemt, betekent dat er sprake is van wederzijdse toewijding, respect en openheid. Dit is cruciaal in de opvoeding, waarin de relatie tussen ouders, kinderen en onderwijskrachtigen een centrale rol speelt. Volgens Buber is de essentie van het menselijke bestaan dat het leven draait om wat zich tussen afzonderlijke mensen afspeelt in de wederkerigheid van hun ontmoeting.
In de opvoeding is het belangrijk dat kinderen zich openstellen voor de ander, zonder te oordelen of te overtuigen. Elke persoon is uniek en moet als zodanig worden gezien. Buber benadrukt dat het niet gaat om het verkrijgen van iets van de ander, maar om het vertrouwen dat er is in de ander als volwaardig wezen. Dit is het verschijnsel dat Buber bijeenverzameld noemt. Het is een toestand waarin de hele persoon betrokken is bij de ontmoeting, zonder iets achter te houden. In deze toestand kan de mens zich ontwikkelen en groeien.
In de opvoeding is de relatie tussen ouder, kind en opvoeder van fundamenteel belang. Buber benadrukt dat de ik-jij-relatie een kernvorm is in de opvoeding. De relatie tussen ouder en kind moet geïnitieerd worden door het grondwoord ik-jij, wat wil zeggen dat de ouder zich openstelt voor het kind en het kind zich openstelt voor de ouder. Deze wederzijdse betrokkenheid is cruciaal voor de ontwikkeling van het kind.
In de praktijk betekent dit dat ouders en opvoeders zich moeten richten op het gesprek, op het luisteren en het begrijpen. Het is niet voldoende om alleen maar instructies te geven, maar het is belangrijk dat de ouder of opvoeder zich openstelt voor het kind. Buber stelt dat de mens zich niet alleen ontwikkelt door te leren, maar ook door te ontmoeten. Dit is het verschijnsel dat Buber wederzijdse groei noemt. In de opvoeding is het belangrijk dat de relatie tussen ouder en kind op deze manier wordt opgebouwd.
Buber’s filosofie heeft een diepe invloed gehad op de psychologie en de pedagogiek. Zijn denkbeeld van de ik-jij-relatie heeft de psychologie beïnvloed, omdat het de nadruk legt op de betekenis van de menselijke ontmoeting. In de psychologie is het belangrijk dat er sprake is van wederzijdse groei en respect, zodat de mens zich volledig kan ontwikkelen.
In de pedagogiek is Buber’s visie van belang omdat het de opvoeding richt op de menselijke relatie. In plaats van alleen op cijfers, competenties of leerdoelen, is de focus op de relatie tussen leerling en docent. Buber benadrukt dat de opvoeding niet kan bestaan zonder het tussen, de ruimte waarin de ontmoeting plaatsvindt. Deze ruimte is essentieel voor de ontwikkeling van het kind.
Een van de belangrijkste concepten in Buber’s filosofie is het tussen. Dit is de ruimte waarin de ontmoeting plaatsvindt, en het is hierin dat de ik-jij-relatie zich ontwikkelt. Het tussen is niet een fysieke ruimte, maar een spirituele en emotionele ruimte. Het is het gebied waarin de mens zich openstelt voor de ander, en waarin de wederzijdse groei plaatsvindt.
In de opvoeding is het tussen van cruciaal belang. Het is het gebied waarin de relatie tussen ouder en kind, of tussen docent en leerling, zich ontwikkelt. In dit tussen kunnen de kinderen zich ontwikkelen, groeien en hun eigen identiteit ontdekken. Buber benadrukt dat het tussen niet kan worden opgezocht, maar dat het kan worden gevonden. Het is een moment van authenticiteit, waarin de mens zich volledig kan openstellen.
Buber’s filosofie heeft een diepe invloed gehad op de opvoeding, zowel in de psychologie als in de pedagogiek. Zijn denkbeeld van de ik-jij-relatie is essentieel voor de opvoeding, omdat het de nadruk legt op de menselijke ontmoeting en de wederzijdse groei. In de opvoeding is het belangrijk dat er sprake is van wederzijdse toewijding, respect en openheid, zodat de kinderen zich volledig kunnen ontwikkelen.
De invloed van Buber is te zien in de opvoedingsmethoden die gericht zijn op het opbouwen van een betrouwbare relatie tussen ouder en kind, of tussen docent en leerling. In plaats van alleen op cijfers en competenties, is de focus op de menselijke relatie. Dit is het verschijnsel dat Buber dialogisch noemt. Het is een vorm van opvoeding waarin de menselijke ontmoeting centraal staat.
Martin Buber’s filosofie is van fundamenteel belang voor de opvoeding. Zijn denkbeeld van de ik-jij-relatie benadrukt de menselijke ontmoeting en de wederzijdse groei. In de opvoeding is het belangrijk dat er sprake is van wederzijdse toewijding, respect en openheid. De relatie tussen ouder en kind, of tussen docent en leerling, moet gebaseerd zijn op deze ik-jij-relatie. Buber benadrukt dat het menselijke bestaan draait om wat zich tussen afzonderlijke mensen afspeelt in de wederkerigheid van hun ontmoeting. In de opvoeding is het tussen, de ruimte waarin de ontmoeting plaatsvindt, van cruciaal belang. Dit is de ruimte waarin de kinderen zich kunnen ontwikkelen, groeien en hun eigen identiteit ontdekken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet