Cursussen voor honden opvoeden: Wat moet je weten?
juli 5, 2025
Een moeder of vader met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) heeft het moeilijk met het opvoeden van hun kinderen. Deze stoornis wordt gekenmerkt door emotionele onstabiele gedragingen, impulsiviteit, instabiele relaties en een kwetsbaar zelfbeeld. In veel gevallen leidt dit ertoe dat ouders met BPS niet in staat zijn om een veilige, stabiele en ondersteunende omgeving te bieden aan hun kind. In dit artikel wordt ingegaan op de uitdagingen die gepaard gaan met het opvoeden van een kind bij een ouder met BPS, de rol van mentaliseren en de mogelijke interventies die kunnen helpen om dit probleem aan te pakken.
Een ouder met BPS heeft vaak moeite met het opbouwen van een stabiele relatie met hun kind. Dit komt doordat de stoornis leidt tot emotionele onzekerheid, extreme stemmingwisselingen en een gebrek aan stabiliteit. Kinderen van ouders met BPS ervaren vaak een onveilige en onvoorspelbare omgeving. Ze lopen het risico om te worden blootgesteld aan emotionele mishandeling, onregelmatige zorg en een gebrek aan emotionele steun.
Volgens onderzoek is het belangrijk om te begrijpen dat de stoornis niet alleen invloed heeft op de ouder, maar ook op het kind. De emotionele onstabiele toestand van de ouder kan leiden tot een gebrek aan vertrouwen, onzekerheid en onveiligheid bij het kind. Daarnaast kan de stoornis er ook voor zorgen dat het kind minder goed kan leren omgaan met emoties en relaties, wat op termijn kan leiden tot psychosociale problemen.
Een van de belangrijkste hulpmiddelen bij het opvoeden van kinderen van ouders met BPS is het vermogen tot mentaliseren. Mentaliseren is het vermogen om je voor te stellen wat een ander denkt of voelt. Dit is essentieel om te begrijpen wat het kind nodig heeft en om daarna op een gevoelige manier te reageren.
Volgens Liesbet Nijssens, promovenda en psychotherapeute, is het vermogen tot mentaliseren cruciaal voor het opvoedingsproces. Een ouder die goed kan mentaliseren, kan zich een beeld vormen van wat het kind beweegt en wat het nodig zou kunnen hebben. Hierdoor kan de ouder zich beter aanpassen aan de behoeften van het kind, wat leidt tot een stabiele en ondersteunende relatie.
Echter, ouders met BPS hebben vaak moeite met mentaliseren, wat leidt tot onvoldoende reacties op het gedrag van het kind. Dit kan ertoe leiden dat het kind zich onveilig voelt en emotioneel onzeker is. Daarnaast kan het gebrek aan mentaliseren ook leiden tot een ongunstig ouder-kindverband, wat op termijn kan resulteren in emotionele problemen bij het kind.
Bij het omgaan met een ouder met BPS is het belangrijk om duidelijke en handhavende grenzen te stellen. Grenzen helpen om de ouder en het kind te beschermen tegen overlast en emotionele instortingen. Deze grenzen moeten echter wel duidelijk en consequent zijn.
In de praktijk is het vaak moeilijk om grenzen te stellen en te handhaven, vooral als de ouder met BPS emotioneel instabiel is. Veel mensen die in contact staan met een ouder met BPS, durven geen grenzen te stellen vanwege de angst dat de ouder zich afgewezen voelt of extreem reageert. Daardoor kan de situatie erger worden en het kind meer last krijgen van de onveilige omgeving.
Om dit te voorkomen, is het belangrijk om te leren omgaan met grenzen. Dit kan worden gedaan door eerst je eigen grenzen te bepalen en daarna te communiceren over deze grenzen op een rustige manier. Het is ook belangrijk om te weten dat grenzen flexibel kunnen zijn, maar dat ze wel handhaafbaar moeten zijn. Door duidelijke en consequente grenzen te stellen, kan de ouder met BPS worden ondersteund en kan het kind een veiligere omgeving krijgen.
Er zijn verschillende behandelingen beschikbaar voor mensen met BPS, waaronder psychotherapie, groepsbehandelingen en ondersteuning van naasten. Een veelgebruikte behandeling is de Mentalisation-Based Treatment (MBT), die gericht is op het bevorderen van het mentaliserend vermogen van mensen met BPS.
Volgens Nijssens kan deze therapie voor ouders met BPS zelfs werken als ze verplicht gesteld worden. De behandeling duurt 18 maanden en leidt vaak tot verbetering van de klachten en symptomen van de ouder. Daarnaast helpt de behandeling ook bij het verbeteren van de relatie tussen de ouder en het kind, waardoor de kans op intergenerationele overdracht van BPS en andere psychopathologie wordt verkleind.
Daarnaast is het belangrijk dat naasten en professionals goed op de hoogte zijn van de uitdagingen van BPS. Dit helpt om beter om te gaan met de situatie en kan bijdragen aan een betere ondersteuning van de ouder en het kind.
Bij het opvoeden van een kind bij een ouder met BPS is professionele hulp van groot belang. Dit kan zijn in de vorm van psychologische ondersteuning, groepsbegeleiding of hulpmiddelen voor ouders. Deze ondersteuning helpt om de ouder te ondersteunen bij het opvoeden en helpt het kind om beter om te gaan met de situatie.
Het is belangrijk om te weten dat een ouder met BPS vaak weigert om hulp aan te te nemen. Dit komt doordat ze vaak een gebrek aan vertrouwen hebben in andere mensen en zich kwetsbaar voelen. Daardoor kan het moeilijk zijn om de juiste hulp te krijgen. Daarom is het belangrijk om op een professionele manier te werken aan het opbouwen van vertrouwen en het aanbieden van hulp.
Een ouder met BPS heeft het moeilijk met het opvoeden van hun kind, vanwege de emotionele onstabiliteit en het gebrek aan stabiliteit in hun gedrag. De rol van mentaliseren is hierbij cruciaal, aangezien het helpt bij het begrijpen van de behoeften van het kind. Daarnaast is het belangrijk om duidelijke grenzen te stellen en te handhaven, zodat zowel de ouder als het kind veilig en stabiel kunnen functioneren.
Behandelingen zoals de MBT kunnen helpen bij het verbeteren van de klachten van de ouder en bij het verbeteren van de relatie tussen ouder en kind. Daarnaast is professionele hulp van groot belang, aangezien de ouder vaak weigert om hulp aan te nemen. Door te werken aan het opbouwen van vertrouwen en het aanbieden van ondersteuning kan de situatie voor zowel de ouder als het kind worden verbeterd.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet