De gezondheid en het welzijn van kinderen in de kinderopvang zijn van groot belang. Het is onvermijdelijk dat kinderen, vooral in groepsverband, vatbaar zijn voor infecties. Deze artikel biedt een overzicht van de richtlijnen en adviezen met betrekking tot verkoudheid en andere veelvoorkomende ziekten in de kinderopvang, gebaseerd op de meest recente informatie van het RIVM en andere relevante bronnen. Het doel is om ouders, pedagogisch medewerkers en verzorgers te informeren over hoe om te gaan met ziektebeelden en welke maatregelen genomen kunnen worden om de verspreiding van infecties te minimaliseren.
Algemene Richtlijnen en Preventie
De hygiënerichtlijn voor de kinderopvang, recent herzien door het RIVM, vormt de basis voor een gezonde en veilige omgeving. Deze richtlijn is gebaseerd op de Algemene Hygiënerichtlijn, met specifieke normen en tips voor de kinderopvang. Een belangrijke wijziging is de nadruk op handen wassen boven het gebruik van handdesinfectiemiddelen, hoewel handdesinfectie een aanvullende optie kan zijn. Het niet dragen van nagelbedekking wordt niet langer als een norm gesteld, maar wordt afgeraden.
Het Programma Gezonde Kinderopvang, een initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, ondersteunt organisaties binnen de kinderopvang met een leertraject en een stappenplan voor een gezondere leefstijl. Gastouders spelen hierin een essentiële rol door gezond gedrag te stimuleren, bijvoorbeeld door spelend leren in plaats van ongezonde gewoonten af te leren.
Verkoudheid en Griep: Wanneer naar de Opvang?
Een veelvoorkomende vraag van ouders is of een kind met een verkoudheid of griep naar de kinderopvang mag. Over het algemeen geldt dat een kind met een lichte verkoudheid, zoals een snotneus of hoest, vaak wel naar de opvang mag komen. Echter, bij griep, waarbij vaak koorts en malaise optreden, is het raadzaam om het kind thuis te houden, zodat het kan rusten en herstellen. De KIDDI app, een hulpmiddel van het RIVM, kan gebruikt worden door zowel ouders als pedagogisch medewerkers om te beoordelen of een kind wel of niet naar de opvang mag. Deze app geeft informatie over symptomen en de kans op besmetting.
Het is belangrijk om te onthouden dat de opvang het recht heeft om een kind te weren bij hoge koorts of wanneer de hygiëne niet gewaarborgd kan worden, bijvoorbeeld bij meerdere besmettingen op een groep. Pedagogisch medewerkers zullen contact opnemen met ouders om te overleggen of een kind mag blijven of opgehaald moet worden. Wanneer een kind de rest van de dag blijft, zullen de medewerkers de ouders op de hoogte houden van de situatie.
Specifieke Ziektebeelden en Maatregelen
Naast verkoudheid en griep zijn er andere ziekten die op de kinderopvang kunnen voorkomen. Hieronder volgt een overzicht van enkele veelvoorkomende ziekten en de bijbehorende richtlijnen:
- Hand-, voet- en mondziekte: Deze ziekte veroorzaakt blaasjes en rode vlekken rond de mond en op de handen en voeten. Het is al besmettelijk voordat er klachten zijn, waardoor een kind in veel gevallen naar de opvang mag.
- Krentenbaard: Besmetting ontstaat door contact met vocht uit de blaasjes, zelfs voordat de wondjes zichtbaar zijn. De opvang kan besluiten een kind met krentenbaard thuis te laten, vooral als de wondjes groot zijn of er meerdere besmettingen zijn.
- Waterpokken: Dit virus is erg besmettelijk, zelfs voordat de rode bultjes zichtbaar zijn. Als een kind zich goed voelt, mag het in de meeste gevallen naar de opvang. Bij open blaasjes of meerdere besmettingen kan de opvang vragen om het kind thuis te houden.
- Vijfde of zesde ziekte: Kinderen met deze ziektes kunnen rode vlekjes en soms koorts krijgen. Als het kind zich goed voelt en geen hoge koorts heeft, mag het in de meeste gevallen naar de opvang.
Mazelen: Bescherming en Maatregelen
Mazelen is een zeer besmettelijke ziekte waarvoor vaccinatie essentieel is. Voor medewerkers in de kinderopvang gelden specifieke eisen met betrekking tot bescherming tegen mazelen. Voldoende bescherming is aanwezig bij:
- Personen geboren voor 1965 in Nederland.
- Personen geboren tussen 1965 en 1975 die anamnestisch mazelen hebben doorgemaakt.
- Personen geboren vanaf 1978 die volledig gevaccineerd zijn tegen mazelen via het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
- Personen die buiten het RVP om volledig gedocumenteerd gevaccineerd zijn tegen mazelen.
- Personen met een gedocumenteerde immuniteit tegen mazelen.
Matige bescherming geldt voor personen geboren na 1 januari 1975 die slechts één mazelenvaccinatie hebben gehad. Personen die niet aan deze voorwaarden voldoen, worden beschouwd als niet-beschermd. Bij een verdenking of bewezen geval van mazelen binnen een kinderopvang zal de GGD maatregelen nemen, waarbij de organisatie van de opvang, de leeftijdsverdeling, de vaccinatiegraad en de contacten tussen groepen in kaart worden gebracht.
RS-Virus: Symptomen en Advies
Het RS-virus is een veelvoorkomend virus dat vooral bij jonge kinderen ademhalingsproblemen kan veroorzaken. Bij ouderen en mensen met hart- of longaandoeningen kan het RS-virus leiden tot complicaties, zoals een longontsteking. Als een kind met een RS-virusinfectie zich goed voelt of voldoende hersteld is, mag het naar de kinderopvang of school. Het RS-virus komt veel voor in de winter, waardoor contact met het virus moeilijk te vermijden is. Pedagogisch medewerkers kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren om hen alert te maken op de klachten van het RS-virus.
Kinkhoest: Vaccinatie en Preventie
Kinkhoest komt in Nederland steeds vaker voor, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Jaarlijks worden er 4000 tot 8000 gevallen gemeld, maar het werkelijke aantal ligt waarschijnlijk hoger. Jonge baby’s, vooral die jonger dan 3 maanden, lopen het grootste risico op een ernstig beloop van kinkhoest. Vaccinatie tegen kinkhoest is daarom van groot belang. Kinderen kunnen de griepprik en een andere vaccinatie op dezelfde dag krijgen.
Hygiëne en Omgeving
Naast vaccinatie is goede hygiëne essentieel om de verspreiding van infecties te voorkomen. Dit omvat regelmatig handen wassen, vooral na contact met snot, urine en ontlasting. Ook is het belangrijk om alert te zijn op tekenen van verkoudheid en de hygiëne in de gaten te houden als er dieren in huis rondlopen. Een gezonde omgeving biedt voldoende ruimte voor natuur en groen, veel beweging en een vast dagritme.
Conclusie
Het omgaan met verkoudheid en andere ziekten in de kinderopvang vereist een zorgvuldige aanpak, gebaseerd op de richtlijnen van het RIVM en een goede samenwerking tussen ouders, pedagogisch medewerkers en verzorgers. Preventieve maatregelen, zoals goede hygiëne en vaccinatie, zijn essentieel om de verspreiding van infecties te minimaliseren en de gezondheid van de kinderen te waarborgen. Het is belangrijk om bij twijfel contact op te nemen met de Pedagogisch Medewerkers van de groep om te beslissen wat het beste is voor het kind en de groep.