Ziekte en Kinderopvang: Wanneer Wel en Niet Naar de Opvang?
juni 7, 2025
De discussie over vaccinatie en de toegang tot de kinderopvang is de laatste tijd intensiever geworden. Verschillende partijen pleiten voor een verplichting tot vaccinatie voor kinderen die gebruikmaken van kinderopvangfaciliteiten, met als doel de gezondheid van jonge kinderen te beschermen en de verspreiding van infectieziekten te voorkomen. Dit artikel geeft een overzicht van de argumenten, de mogelijke maatregelen en de risico's die spelen, gebaseerd op beschikbare informatie.
Er zijn wetsvoorstellen ingediend die voorstellen om kinderen die naar de kinderopvang gaan, verplicht te laten vaccineren tegen besmettelijke infectieziekten zoals mazelen en kinkhoest. Deze voorstellen komen voort uit de dalende vaccinatiegraad in Nederland en de daarmee gepaard gaande risico's. De verantwoordelijkheid voor het doorvoeren van deze maatregelen zou bij de minister van Volksgezondheid komen te liggen, die kinderopvangorganisaties zou kunnen verplichten ongevaccineerde kinderen te weigeren als de vaccinatiegraad in een bepaalde regio onder een bepaalde drempelwaarde komt.
Sommige deskundigen, zoals bestuursleden van de AJN Jeugdartsen, uiten hun bedenkingen bij een dergelijke verplichting, omdat zij van mening zijn dat de verantwoordelijkheid niet bij de kinderopvang zelf mag liggen. Zij pleiten voor duidelijke handvatten vanuit de politiek.
Ziekteverzuim van zowel kinderen als medewerkers kan aanzienlijke impact hebben op de kinderopvang. Wanneer kinderen ziek zijn, moeten zij thuisblijven, wat leidt tot verlies van opvangdagen en extra belasting voor ouders. Ook ziekteverzuim van medewerkers kan de continuïteit van de opvang in gevaar brengen.
Bij een uitbraak van mazelen op een kinderopvang zijn er specifieke aanbevelingen. Ongevaccineerde kinderen van 6 maanden en ouder moeten gevaccineerd worden, en baby’s jonger dan 6 maanden kunnen immunoglobuline krijgen. Blootgestelde ongevaccineerde kinderen moeten thuisblijven gedurende de incubatietijd, en er moet cohorteren plaatsvinden om verdere verspreiding te beperken. Indien er een verdenking op mazelen is, kan contactonderzoek gestart worden, afhankelijk van het klinisch beeld en de epidemiologische link met een bewezen patiënt.
Bij shigellose is het belangrijk om symptomatische kinderen te weeren tot klinisch herstel, omdat jonge leeftijd geassocieerd is met een hogere secundaire attack rate. Extra alertheid op hygiënemaatregelen is noodzakelijk, vooral bij kinderen tot 6 jaar. Bij wering tot een negatieve laboratoriumtest (PCR) is het risico op transmissie het laagst, maar dit zorgt wel voor meer verloren opvangdagen. Wering tot 7 dagen na start van antibiotische therapie heeft een minimaal aantal verloren dagen, maar kan een hoger risico op transmissie hebben bij ineffectieve therapie.
Het voorkomen van de verspreiding van infectieziekten in de kinderopvang vereist een combinatie van maatregelen. Deze omvatten hoest- en niesdiscipline, goede ventilatie, handhygiëne, persoonlijke hygiëne, voedsel- en waterhygiëne, en goede schoonmaak. Extra alertheid op hygiënemaatregelen is noodzakelijk na klinisch herstel van een kind met shigellose.
Naast gezondheidsrisico's zijn er ook andere veiligheidsaspecten waar kinderopvangorganisaties aandacht aan moeten besteden. Deze omvatten grensoverschrijdend gedrag, kindermishandeling, vermissing van kinderen, brandveiligheid en bedrijfshulpverlening.
Kinderopvangorganisaties zijn wettelijk verplicht om een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid te hebben, inclusief een risico-inventarisatie en -evaluatie. Het is belangrijk om duidelijke beleidslijnen op te stellen voor alle operationele aspecten en te investeren in opleiding en training van medewerkers.
Brandveiligheid is een cruciaal aspect van de veiligheid in de kinderopvang. Dit vereist een doordachte combinatie van bouwkundige en installatietechnische maatregelen, regelmatige oefeningen en een goed bewustzijn bij alle medewerkers.
De aanwezigheid van een BHV'er (bedrijfshulpverlener) met een geldig certificaat voor kinder-EHBO is wettelijk verplicht. Het is belangrijk dat er tijdens openingsuren minimaal één volwassene aanwezig is met deze kwalificatie.
De inspectie gebruikt een risicoprofiel om te bepalen welke soort inspectie nodig is. Dit profiel kent verschillende kleurcodes, van rood (hoog risico) tot groen (laag risico). Kleine kinderopvangorganisaties kunnen een groen kleurprofiel behalen door te investeren in opleiding, personeel, duidelijke beleidslijnen en kwaliteitsborging. Het Kleine Kinderopvang Keurmerk kan hierbij ondersteuning bieden.
Personen die in de kinderopvang werken of daar vaak aanwezig zijn, moeten in het Personenregister Kinderopvang (PRK) staan en een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Zij worden continu gescreend om te controleren of er verdachte strafbare feiten zijn die hun VOG zouden kunnen intrekken.
Recentelijk is gebleken dat er een fout was in de software voor deze screening, waardoor niet bij alle personen de screening goed is verlopen. Er is actie ondernomen om dit te corrigeren en er wordt onderzoek gedaan naar meldingen vanaf 2018 die niet goed zijn doorgekomen.
In Huizen is een kinderdagverblijf strafrechtelijk vervolgd naar aanleiding van de dood van een 2-jarig jongetje dat in het water werd aangetroffen. Het Openbaar Ministerie verwijt de kinderopvang dood door schuld, omdat zij onvoldoende rekening zou hebben gehouden met de risico's van verdrinking. De medewerkers worden niet vervolgd, maar de stichting achter het kinderdagverblijf wordt als rechtspersoon vervolgd.
De rijksoverheid heeft een handreiking ontwikkeld, 'Op weg naar inclusieve kinderopvang', om gemeenten en organisaties te helpen bij het creëren van een kinderopvangomgeving waar alle kinderen samen kunnen opgroeien.
De discussie over vaccinatie en toegang tot de kinderopvang is complex en vereist een zorgvuldige afweging van verschillende factoren. Het waarborgen van de veiligheid en gezondheid van kinderen in de kinderopvang is van groot belang, en dit vereist een combinatie van maatregelen, waaronder vaccinatie, hygiëne, risicomanagement en kwaliteitsborging. Het is essentieel dat kinderopvangorganisaties een duidelijk beleid hebben en dat medewerkers goed opgeleid zijn om adequaat te kunnen handelen bij incidenten. De recente wetsvoorstellen en de aandacht voor screening van personeel onderstrepen het belang van continue verbetering van de veiligheid en kwaliteit van de kinderopvang.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet