Bewegingsdomeinen spelen een centrale rol in de lichamelijke opvoeding (LO) en vormen een essentieel onderdeel van het leerproces voor jonge kinderen. In de lichamelijke opvoeding wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van fysieke vaardigheden, het leren samenwerken en het ervaren van bewegingsactiviteiten. In dit artikel worden de belangrijkste bewegingsdomeinen besproken, met aandacht voor de leerdoelen, de didactische aanpak en de praktijkvoorbeelden die in de bronnen zijn opgenomen.
Bewegingsdomeinen en leerdoelen
De lichamelijke opvoeding is gericht op het ontwikkelen van een brede reeks bewegingsvaardigheden, waaronder lichaamsbeweging, sporten, speelsheid en samenwerking. In de bronnen wordt aangegeven dat leerlingen leren om op een verantwoorde manier deel te nemen aan de omringende bewegingscultuur. Daarnaast leren ze de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. Deze leerdoelen worden geformuleerd in de kerndoelen van het primair onderwijs.
Kerndoel 57 stelt dat leerlingen leren om op een verantwoorde manier deel te nemen aan de omringende bewegingscultuur en de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen te ervaren en uit te voeren. Kerndoel 58 benadrukt dat leerlingen leren om samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deel te nemen, afspraken te maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden te schatten en daarmee bij activiteiten rekening te houden.
Deze kerndoelen vormen de basis voor de praktijk van de lichamelijke opvoeding en geven een richting aan voor de leerkracht bij het opstellen van lesplannen en activiteiten.
Praktijkvoorbeelden en didactische aanpak
In de lichamelijke opvoeding wordt gewerkt met een brede variatie aan bewegingsdomeinen, waaronder sporten, spelletjes, dans, gym, enz. In de bronnen worden verschillende praktijkvoorbeelden genoemd, waaronder:
- Kickboksen: Een rubric dat zich richt op stoot- en traptechnieken. Dit is een voorbeeld van een bewegingsdomein waarin leerlingen fysieke vaardigheden ontwikkelen.
- Badminton: In de bronnen wordt aangegeven dat leerlingen in de eerste klassen een eigen fitnesscircuit kunnen bedenken. Hierbij wordt aandacht besteed aan fysieke uitdaging en gezondheid.
- Softbal: Een rubric dat zich richt op het afronden van een wedstrijd. Dit is een voorbeeld van een bewegingsdomein waarin leerlingen strategisch kunnen denken en samenwerken.
- Turnen: In de bronnen wordt aangegeven dat leerlingen verschillende technieken in de turnzaal kunnen oefenen, zoals ringzwaaien en strekhangzwaaien.
- Atletiek: In de bronnen wordt aangegeven dat leerlingen bijvoorbeeld discuswerpen kunnen oefenen. Dit is een voorbeeld van een bewegingsdomein waarin leerlingen kracht en precisie kunnen ontwikkelen.
Deze praktijkvoorbeelden laten zien dat de lichamelijke opvoeding een brede variatie aan activiteiten omvat, die gericht zijn op het ontwikkelen van fysieke vaardigheden, sociaal gedrag en sportieve vaardigheden.
Samenwerking en groepsdynamiek
Een belangrijk onderdeel van de lichamelijke opvoeding is het leren samenwerken en het ontwikkelen van groepsdynamiek. In de bronnen wordt aangegeven dat leerlingen in kleine, diverse groepen werken om elkaar te optimaliseren. Hierbij wordt aandacht besteed aan het stellen van specifieke persoonsdoelen, zodat leerlingen leren om te groeien in hun leerproces.
De focus ligt op competentiegerichte ontwikkeling, waarbij kennis, vaardigheden en dynamisch-affectieve elementen worden geïntegreerd. Dit leidt tot een betekenisvol leerproces, waarin leerlingen zowel lichamelijk als sociaal kunnen groeien.
Bewegingscultuur en maatschappelijke betrokkenheid
In de lichamelijke opvoeding wordt ook aandacht besteed aan de omringende bewegingscultuur. Leerlingen leren om op een verantwoorde manier deel te nemen aan deze cultuur. Dit omvat het leren omgaan met regels, het respecteren van anderen en het leren omgaan met verschillen in bewegingsmogelijkheden.
De leerlingen leren ook om in groepen te werken, waarbij ze afspraken maken over het reguleren van bewegingsactiviteiten. Hierbij wordt aandacht besteed aan het inschatten van de eigen bewegingsmogelijkheden en het rekening houden met deze bij activiteiten.
Onderwijsleerproces en leerkrachten
De lichamelijke opvoeding is een onderdeel van het leerproces dat gericht is op het ontwikkelen van een brede reeks vaardigheden. In de bronnen wordt aangegeven dat leerkrachten aangemoedigd worden om zowel bewegingsdoelen als persoonsdoelen na te streven. Dit gebeurt op basis van het vakconcept, dat centraal is gesteld op eindtermen.
De focus op competentiegerichte ontwikkeling zorgt ervoor dat leerlingen leren om te groeien in hun leerproces. Dit gebeurt door het leren van elkaar te optimaliseren en door het stellen van specifieke persoonsdoelen.
Samenwerking met ouders en verzorgers
De lichamelijke opvoeding is niet alleen gericht op het leren van leerlingen, maar ook op het ontwikkelen van een betrokkenheid van ouders en verzorgers. In de bronnen wordt aangegeven dat leerlingen leren om op een verantwoorde manier deel te nemen aan de omringende bewegingscultuur. Hierbij is het belangrijk dat ouders en verzorgers bewust zijn van de rol die ze kunnen spelen bij het ondersteunend optreden van hun kind.
De lichamelijke opvoeding is daarom niet alleen een schoolonderdeel, maar ook een onderdeel dat aansluit bij de maatschappelijke betrokkenheid van ouders en verzorgers.
Conclusie
De lichamelijke opvoeding is een belangrijk onderdeel van het leerproces voor jonge kinderen. In de lichamelijke opvoeding worden leerlingen aangemoedigd om op een verantwoorde manier deel te nemen aan de omringende bewegingscultuur. Daarnaast leren leerlingen de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren.
De praktijkvoorbeelden die in de bronnen zijn opgenomen, laten zien dat de lichamelijke opvoeding een brede variatie aan activiteiten omvat, die gericht zijn op het ontwikkelen van fysieke vaardigheden, sociaal gedrag en sportieve vaardigheden. De focus ligt op competentiegerichte ontwikkeling, waarbij kennis, vaardigheden en dynamisch-affectieve elementen worden geïntegreerd.
De lichamelijke opvoeding is dus een belangrijk onderdeel van het leerproces, dat niet alleen gericht is op het leren van leerlingen, maar ook op het ontwikkelen van een betrokkenheid van ouders en verzorgers.