De zeven spirituele wetten voor ouders: Een praktische gids voor harmonieus opvoeden
juli 5, 2025
Bewegingsdoelen spelen een cruciale rol in de lichamelijke opvoeding, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. Deelname aan bewegingsactiviteiten, het leren regelen van deze activiteiten en het beleven van beweging zijn kernaspecten van het lichamelijke onderwijs. In dit artikel wordt ingegaan op de kern van bewegingsdoelen, hoe deze worden geformuleerd, en hoe leerkrachten deze effectief kunnen inzetten in hun lesvoorbereiding. De informatie is gebaseerd op de bronnen die beschikbaar zijn in de geleverde gegevens.
Binnen het lichamelijke onderwijs worden drie soorten doelen onderscheiden: bewegingsdoelen, reguleringsdoelen en belevingsdoelen. Bewegingsdoelen richten zich op het beter leren bewegen, reguleringsdoelen op het samenwerken en het opstellen van afspraken, en belevingsdoelen op het ervaren en waarderen van beweging als onderdeel van een actieve levensstijl. Deze drie categorieën vormen samen de kern van elke bewegingsles.
Bewegingsdoelen zijn het meest gericht op het ontwikkelen van fysieke vaardigheden, zoals lopen, springen, gooien en vangen. Deze doelen worden vaak geformuleerd als het opstelen van accenten binnen een bewegingsactiviteit. Bijvoorbeeld: “De leerling leert de bal zo hard mogelijk tegen de muur te schoppen” of “De leerling leert het verschoven matje op te ruimen en goed te leggen”. Deze accenten geven de leerkracht houvast bij het opstellen van een lesvoorbereiding en helpen bij het bepalen van de benodigde materialen en opstellingen.
Reguleringsdoelen richten zich op het samenwerken met anderen, het opstellen van afspraken en het inschatten van eigen bewegingsmogelijkheden. Deze doelen zijn belangrijk voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden en het leren omgaan met regels en normen in een groep. Bijvoorbeeld: “De leerling leert samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen” of “De leerling leert afspraken te maken over het reguleren van activiteiten”.
Belevingsdoelen zijn gericht op het waarderen van beweging en het ervaren van bewegingsactiviteiten als onderdeel van een actieve levensstijl. Deze doelen helpen bij het vormen van een positief beeld van bewegen en het aanmoedigen van regelmatige lichamelijke activiteit. Bijvoorbeeld: “De leerling leert de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren” of “De leerling leert op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur”.
Accenten zijn cruciaal bij het opstellen van een bewegingsles, omdat ze de focus bepalen op welke aspecten van de bewegingsuitdaging de aandacht verdienen. Bijvoorbeeld, bij het leren wegspelen met de voet, kunnen er zeven verschillende accenten zijn, maar de leerkracht kiest er twee of drie uit om in de les te benadrukken. Dit helpt bij het vormen van een duidelijke lesstructuur en het bepalen van de benodigde materialen en opstellingen.
De keuze voor accenten hangt af van de leerlijnen en het bewegingsthema dat deel uitmaakt van het lesprogramma. Bijvoorbeeld, bij een pylonnentrefbalspel kunnen accenten als “de bal zo hard mogelijk tegen de muur schoppen” of “de bal op de juiste manier opvangen” worden gekozen. Deze accenten worden dan opgenomen in het lesvoorbereidingsformulier, waarin ook de activiteiten en de regels voor de les worden opgenomen.
Een goed opgestelde lesvoorbereiding is van groot belang voor het effectief geven van een bewegingsles. Er zijn meerdere manieren om een lesvoorbereiding te maken, maar een veelgebruikte aanpak is het gebruik van een lesvoorbereidingsformulier. Dit formulier helpt bij het overdenken van de essentiële elementen van een les bewegingsonderwijs, zoals activiteiten, regels, accenten en belevingsdoelen.
In het formulier worden de volgende elementen opgenomen:
Een voorbeeld van een activiteitsomschrijving is: “Een pylonnentrefbalspel spelen, klim- en klautersituaties neerzetten en acrobatiekkaarten neerleggen”. Deze activiteit valt onder het bewegingsthema “bewegingsspel en strategie” en hoort bij de leerlijn “bewegen en spelen”.
De bewegingsuitdaging vormt de kern van elke bewegingsles. Het richtinggevende doel zorgt ervoor dat het kind steeds beter wordt in het herkennen van de accenten binnen de specifieke bewegingsuitdagingen. Bijvoorbeeld, bij het leren wegspelen met de voet is de bewegingsuitdaging gericht op het verbeteren van de voetvaardigheden en het leren omgaan met de bal.
De bewegingsuitdaging moet opgevat worden als een langetermijndoel dat gericht is op progressie. Dit betekent dat het kind op een gestructureerde manier aan de uitdagingen wordt blootgesteld en dat de leerkracht hierop afgestemd kan raken. Bijvoorbeeld, bij het klimmen en klauteren is de bewegingsuitdaging gericht op het leren omgaan met verschillende technieken en het leren omgaan met risico’s.
Regels spelen een belangrijke rol in de bewegingsles. Ze helpen bij het structureren van de activiteiten en het leren omgaan met normen en afspraken. De regels kunnen zowel algemeen als specifiek zijn. De algemene regels gelden voor de hele gymles, terwijl de specifieke regels per activiteit kunnen variëren.
Bijvoorbeeld, bij een pylonnentrefbalspel kunnen de regels zijn: “De bal moet op de juiste manier worden gescoord” of “De bal moet op de juiste manier worden teruggespeeld”. Deze regels helpen bij het leren omgaan met de activiteit en het opbouwen van sociale vaardigheden.
Een goed opgestelde lesvoorbereiding heeft een grote invloed op de kwaliteit van de les. Door de activiteiten, regels, accenten en belevingsdoelen duidelijk op te nemen, is het mogelijk om een overzichtelijke en effectieve les te geven. Dit helpt bij het bepalen van de benodigde materialen en het opstellen van de opstellingen in de gymzaal.
Een voorbeeld van een goede voorbereiding is het opstellen van een plattegrond van de gymzaal, waarin de ruimte wordt verdeeld in verschillende beweegtuinen. Dit helpt bij het bepalen van de hoeveelheid materialen die in de ruimte passen en het opstellen van een overzichtelijke opstelling.
Bewegingsdoelen spelen een cruciale rol in de lichamelijke opvoeding, zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. Deelname aan bewegingsactiviteiten, het leren regelen van deze activiteiten en het beleven van beweging zijn kernaspecten van het lichamelijke onderwijs. Door bewegingsdoelen duidelijk te formuleren en te selecteren, kunnen leerkrachten effectief werken aan het ontwikkelen van fysieke vaardigheden, sociale vaardigheden en een positief beeld van bewegen. De lesvoorbereiding is hierbij een belangrijk hulpmiddel, waarin activiteiten, regels, accenten en belevingsdoelen duidelijk worden opgenomen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet