Brigitte Kaandorp en het opvoeden van kinderen: Ondersteuning en uitdagingen
juli 5, 2025
De beschermde status van het vak lichamelijke opvoeding (LO) is sinds 2005 van toepassing in het voortgezet onderwijs (vo). Deze status is bedoeld om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende uren bewegingsonderwijs krijgen. De beschermde status betekent dat scholen verplicht zijn om het aantal uren LO te geven dat op 1 augustus 2005 op het rooster stond. Dit betekent dat scholen niet mogen keren naar minder uren LO dan wat op dat moment was vastgelegd. Dit is een belangrijke wettelijke regeling die gericht is op het bevorderen van gezondheid en bewegingscultuur bij jonge mensen.
De beschermde status van LO is van toepassing in het voortgezet onderwijs. Het is bedoeld om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende uren bewegingsonderwijs krijgen. De status is in 2005 geïntroduceerd nadat de wettelijke lessentabel was vervallen. De beschermde status zorgt ervoor dat scholen het aantal uren LO moeten geven dat op 1 augustus 2005 op het rooster stond. Dit betekent dat scholen niet mogen keren naar minder uren LO dan wat op dat moment was vastgelegd. Dit is een belangrijke wettelijke regeling die gericht is op het bevorderen van gezondheid en bewegingscultuur bij jonge mensen.
Scholen moeten het vak lichamelijke opvoeding elk leerjaar en gespreid over de weken van het schooljaar aanbieden. Verder moeten de scholen zoveel tijd besteden aan het vak als nodig is om aan de inhoudelijke eisen te voldoen. Het gaat om praktische bewegingsactiviteiten en om eisen van kwaliteit, intensiteit en variëteit die concreet in kerndoelen en examenprogramma’s zijn opgenomen. Bij die inhoudelijke eisen gaan we uit van de situatie zoals die op 1 augustus 2005 gold. Gemiddeld komt dit neer op 2,5 lesuren voor vmbo, 2,2 lesuren voor de havo en 2 lesuren voor het vwo. We gaan uit van lesuren van 50 minuten en 40 schoolweken per leerjaar.
In het voortgezet onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen vmbo en havo/vwo en tussen onderbouw en bovenbouw. Het voornaamste doel van LO is het bekwaam maken voor deelname aan de bewegingscultuur. Het uitgangspunt hierbij is met plezier (beter) leren bewegen voor een leven lang in beweging. In de onderbouw van het vo staan deze kerndoelen centraal. Voor het praktijkonderwijs gelden voor zover mogelijk de kerndoelen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs. In de bovenbouw van het vmbo, havo en vwo moeten leerlingen voldoen aan eindtermen. Naast het reguliere vak LO, dat voor alle leerlingen aangeboden wordt tot minimaal december van het examenjaar, kunnen leerlingen in de bovenbouw vmbo theoretische leerweg en gemengde leerweg kiezen voor het examenvak LO2. In de bovenbouw havo en vwo kunnen leerlingen kiezen voor het examenvak bewegen, sport en maatschappij (bsm). Naast het verder verdiepen in beter leren bewegen, ligt het accent op verdiepen in de regelende rollen zoals scheidsrechter, organisator, spelleider en lesgever en in de theorie over bewegen, gezondheid en samenleving. De eindtermen in het vo omvatten:
De reperatiewet zal aangepast worden in het voorjaar van 2026 en door de Staatscourant worden bevestigd. Voor het voortgezet onderwijs brengt de reperatiewet duidelijkheid m.b.t. de urennorm. De wet stelt nu duidelijke landelijke urennormen vast voor lichamelijke opvoeding per schoolsoort, namelijk:
Deze nieuwe urennormen vervangen de vorige algemene richtlijn die terugging tot de situatie van 1 augustus 2005, en geven scholen nu de nodige duidelijkheid waaraan te voldoen. NB De rekenmodule uren LO in het vo wordt gerekend met 40 lesweken.
De KVLO (Kenniscentrum Vereniging Onderwijs) speelt een belangrijke rol bij het beoordelen van de uren LO en het aanbieden van onderwijs. De KVLO krijgt veel vragen over uren LO in het vo. LO heeft een beschermde status sinds de afschaffing van de minimumtabel in 2005. De KVLO is verantwoordelijk voor het beoordelen van de uren LO en het aanbieden van onderwijs. Daarnaast kunnen eventuele discussies of onduidelijkheden over de invulling van de onderwijstijd voor LO bij de KVLO via [email protected] gemeld worden met desgewenst juridische ondersteuning. Wij kunnen ondersteuning bieden zodat de wettelijke positie van het vak LO ook binnen deze nieuwe onderwijsaanpak gerespecteerd wordt.
De inspectie speelt een belangrijke rol bij het controleren of scholen voldoen aan de wettelijke eisen voor het vak lichamelijke opvoeding. Als inspectie krijgen we regelmatig signalen over dat scholen te weinig uren besteden aan lichamelijke opvoeding. Dit soort signalen bespreken we met de school en het bestuur. Als blijkt dat er inderdaad te weinig uren lichamelijke opvoeding worden gegeven, dan maken wij herstelafspraken met het bestuur en de school.
De Wet modernisering onderwijstijd gaat uit van het realiseren van kerndoelen en examenprogramma’s, waarbij voor het vak lichamelijke opvoeding geldt dat voldaan moet worden aan een aantal eisen. Het aantal uren voor het vak lichamelijke opvoeding en de eisen waaraan het vak moet voldoen, hebben tot gevolg dat 2,5 uur op het vmbo, 2,2 uur op de havo en 2 uur op het vwo een uitgangspunt is waar scholen moeilijk omheen kunnen.
De Reparatiewet is bedoeld om de onduidelijkheid over de urennormen in het voortgezet onderwijs op te lossen. De Reparatiewet zal aangepast worden in het voorjaar van 2026 en door de Staatscourant worden bevestigd. De Reparatiewet brengt duidelijkheid m.b.t. de urennorm. De wet stelt nu duidelijke landelijke urennormen vast voor lichamelijke opvoeding per schoolsoort, namelijk:
Deze nieuwe urennormen vervangen de vorige algemene richtlijn die terugging tot de situatie van 1 augustus 2005, en geven scholen nu de nodige duidelijkheid waaraan te voldoen.
De rekenmodule is bedoeld om scholen te helpen bij het bepalen van het aantal uren LO in het vo. De rekenmodule beschikbaar waarmee scholen kunnen controleren of het aantal uren LO in het vo aan de beschermde status voldoet. Als er onduidelijkheden zijn dan kan dit gemeld worden bij [email protected]. Daarnaast kunnen eventuele discussies of onduidelijkheden over de invulling van de onderwijstijd voor LO bij de KVLO via [email protected] gemeld worden met desgewenst juridische ondersteuning. Wij kunnen ondersteuning bieden zodat de wettelijke positie van het vak LO ook binnen deze nieuwe onderwijsaanpak gerespecteerd wordt.
De bevoegdheden zijn van groot belang voor het aanbieden van lichamelijke opvoeding. Een leerkracht is volgens de wetgeving bevoegd om les te geven in het vak bewegingsonderwijs/lichamelijke opvoeding (LO) na het verkrijgen van een getuigschrift LO (hbo). Uit dit getuigschrift blijkt dat voldaan is aan de bekwaamheidseisen. Ook moet de leerkracht in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag. Het getuigschrift LO kan behaald worden op een van de zes Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO). Met dit getuigschrift wordt een eerstegraads bevoegdheid verkregen waarmee LO kan worden gegeven in alle vormen van onderwijs.
De kerndoelen zijn van groot belang voor het aanbieden van lichamelijke opvoeding. In het primair onderwijs is het doel van bewegingsonderwijs om kinderen beter te leren bewegen. Het gaat hierbij om de kwaliteit van bewegen en het realiseren van de kerndoelen voor bewegingsonderwijs en de daarbij behorende leerlijnen bewegingsonderwijs. In het voortgezet onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen vmbo en havo/vwo en tussen onderbouw en bovenbouw. Het voornaamste doel van LO is het bekwaam maken voor deelname aan de bewegingscultuur. Het uitgangspunt hierbij is met plezier (beter) leren bewegen voor een leven lang in beweging.
De beschermde status van het vak lichamelijke opvoeding (LO) is sinds 2005 van toepassing in het voortgezet onderwijs (vo). Deze status is bedoeld om ervoor te zorgen dat leerlingen voldoende uren bewegingsonderwijs krijgen. De beschermde status betekent dat scholen verplicht zijn om het aantal uren LO te geven dat op 1 augustus 2005 op het rooster stond. Dit betekent dat scholen niet mogen keren naar minder uren LO dan wat op dat moment was vastgelegd. Dit is een belangrijke wettelijke regeling die gericht is op het bevorderen van gezondheid en bewegingscultuur bij jonge mensen. De kerndoelen en eindtermen zijn van groot belang voor het aanbieden van lichamelijke opvoeding. De KVLO en de inspectie spelen een belangrijke rol bij het controleren of scholen voldoen aan de wettelijke eisen voor het vak lichamelijke opvoeding. De Reparatiewet en de rekenmodule zijn van groot belang voor het bepalen van het aantal uren LO in het vo. De bevoegdheden zijn van groot belang voor het aanbieden van lichamelijke opvoeding. De kerndoelen zijn van groot belang voor het aanbieden van lichamelijke opvoeding.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet