Opleiding tot kinderbegeleider: een weg naar een betrokken rol in de jeugd
juli 12, 2025
De discussie over vaccinatie en de toegang tot kinderopvang is de laatste tijd intensiever geworden, mede door dalende vaccinatiegraad en zorgen over de verspreiding van infectieziekten zoals mazelen en kinkhoest. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige stand van zaken, de overwegingen achter mogelijke maatregelen en de verantwoordelijkheden van ouders en kinderopvangorganisaties, gebaseerd op beschikbare informatie.
Wanneer een kind ziek is, rijst de vraag of het naar de kinderopvang mag komen. De richtlijnen hierover zijn niet altijd eenvoudig, omdat veel ziekten al besmettelijk zijn voordat symptomen zichtbaar worden. De beslissing of een kind naar de opvang kan, hangt af van hoe het kind zich voelt en of het in staat is om deel te nemen aan de activiteiten. Pedagogisch medewerkers beoordelen de situatie en overleggen met ouders. Bij twijfel is het raadzaam om de richtlijnen van het RIVM te raadplegen, die beschikbaar zijn in de KIDDI app en in het document ‘ziektebeelden voor KDV, PSZ en BSO’ van de overheid.
Bij klachten zoals een snotneus of hoest is doorgaans toestemming mogelijk, terwijl koorts of een algemeen ziek gevoel vaak een reden zijn om het kind thuis te houden. De opvang kan een kind weigeren bij hoge koorts of wanneer de hygiëne niet gewaarborgd kan worden, bijvoorbeeld bij een uitbraak van een besmettelijke ziekte. Het is belangrijk dat ouders de Pedagogisch Medewerkers informeren over eventuele klachten, zodat zij extra alert kunnen zijn en de juiste zorg kunnen bieden.
CompaNanny, een kinderopvangorganisatie, volgt de richtlijnen uit de KIDDI app van het RIVM. Deze app helpt bij het beoordelen of een kind met bepaalde ziektes toegelaten mag worden tot de opvang. Ouders kunnen de app ook zelf gebruiken om te bepalen of hun kind geschikt is om naar de opvang te gaan. De app geeft informatie over symptomen en de kans op besmetting. Het is echter altijd belangrijk om zelf te beoordelen of een kind zich goed genoeg voelt om naar de opvang te gaan, en de opvang kan in specifieke situaties, zoals bij meerdere besmettingen, alsnog beslissen om een kind te weigeren.
De dalende vaccinatiegraad in Nederland heeft geleid tot een discussie over de mogelijkheid om ongevaccineerde kinderen te weigeren bij de kinderopvang. De zorgen over de verspreiding van infectieziekten, zoals mazelen en kinkhoest, zijn hierbij een belangrijke factor. Er zijn meldingen van overlijdens door kinkhoest bij baby’s, wat de bezorgdheid verder vergroot.
Een wetsvoorstel van de VVD en D66 beoogt om de minister van Volksgezondheid de bevoegdheid te geven om kinderopvangorganisaties te verplichten ongevaccineerde kinderen te weigeren als de vaccinatiegraad in een bepaalde regio onder een bepaalde drempelwaarde komt. Het doel is om de volksgezondheid te beschermen en de vaccinatiegraad te verhogen.
Volgens het wetsvoorstel ligt de verantwoordelijkheid voor het naleven van de vaccinatie-eisen bij de houder van het kindercentrum. Zij moeten van medewerkers, andere structureel aanwezige personen en kinderen een bewijs van vaccinatie of een geldige uitzondering vragen. Om de administratieve lasten te beperken, wordt voorgesteld om ouders jaarlijks een bewijs te laten overleggen. Een brief van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) kan hiervoor dienen.
Ouders hebben de verantwoordelijkheid om te zorgen voor de vaccinatie van hun kinderen volgens het Rijksvaccinatieprogramma. De initiatiefnemers van het wetsvoorstel verwachten dat het stellen van de vaccinatie als voorwaarde voor toegang tot de kinderopvang ouders kan stimuleren om hun kinderen alsnog te laten vaccineren.
Ouderbetrokkenheid is cruciaal voor de kwaliteit van de kinderopvang. Een goede samenwerking tussen opvangorganisaties en ouders is essentieel. Onderzoek toont aan dat de kwaliteit van de kinderopvang hoger is wanneer er goede samenwerking is met ouders. Het is belangrijk dat ouders hun zorgen en adviezen kunnen delen en dat deze serieus worden genomen.
Uit onderzoek blijkt echter dat de medezeggenschap van ouders niet altijd op orde is. Oudercommissies worden niet altijd voldoende gehoord en afspraken worden soms niet nagekomen. Het is belangrijk dat kinderopvangorganisaties de oudercommissie serieus nemen en openstaan voor feedback.
Het wetsvoorstel wordt getoetst aan Europese richtlijnen, zoals de Dienstenrichtlijn. De eis dat structureel aanwezige volwassenen gevaccineerd moeten zijn, wordt gezien als een rechtvaardige beperking vanwege de bescherming van de volksgezondheid. De maatregel is gerechtvaardigd omdat een lage vaccinatiegraad het risico op verspreiding van gevaarlijke infectieziekten vergroot, vooral bij jonge kinderen die nog niet volledig gevaccineerd kunnen zijn.
Bij de implementatie van het wetsvoorstel is een overgangsperiode voorzien om ouders de gelegenheid te geven hun kinderen te laten vaccineren en de administratie op orde te krijgen. De JGZ kan een rol spelen bij het verstrekken van bewijzen van vaccinatie. Het is belangrijk dat de regels duidelijk en transparant zijn, zodat ouders en kinderopvangorganisaties weten wat er van hen verwacht wordt.
De discussie over vaccinatie en toegang tot kinderopvang is complex en gevoelig. De dalende vaccinatiegraad en de zorgen over de verspreiding van infectieziekten hebben geleid tot een wetsvoorstel dat de minister van Volksgezondheid de bevoegdheid geeft om ongevaccineerde kinderen te weigeren bij de kinderopvang in regio’s met een lage vaccinatiegraad. Het wetsvoorstel legt verantwoordelijkheden bij zowel de kinderopvangorganisaties als de ouders. Een goede samenwerking tussen ouders en opvang, en een open dialoog over de risico’s en voordelen van vaccinatie, zijn essentieel om de gezondheid en veiligheid van alle kinderen te waarborgen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet