Opleiding tot kinderbegeleider: een weg naar een betrokken rol in de jeugd
juli 12, 2025
De kinderopvang in België en Nederland kent vergelijkbare structuren, maar ook specifieke verschillen in regelgeving en financiering. Deze artikel biedt een overzicht van de belangrijkste aspecten van kinderopvang in beide landen, gebaseerd op recente gegevens en rapporten. De focus ligt op de verschillende opvangvormen, de kosten voor ouders, en de regelgeving omtrent kindratio’s en subsidies.
In zowel België als Nederland zijn er diverse kinderopvangmogelijkheden beschikbaar. In België onderscheidt men voornamelijk kinderdagverblijven (crèches), gezinsopvang (onthaalouders) en buitenschoolse opvang (IBO’s en speelpleinwerkingen). Kinderdagverblijven bieden opvang voor kinderen van 0 tot 3 jaar, terwijl gezinsopvang plaatsvindt in de eigen woning van een onthaalouder, met een maximum van acht kinderen. Buitenschoolse opvang is bedoeld voor kinderen van 2,5 tot 12 jaar, buiten de schooluren en tijdens vakanties.
Nederland kent een vergelijkbare indeling, met dagopvang voor kinderen van 0-4 jaar en buitenschoolse opvang voor kinderen van 4-12 jaar. Beide landen streven naar een goed gestructureerd systeem met diverse vormen van opvang, vaak gesubsidieerd door de overheid om toegankelijkheid te waarborgen.
In België zijn Kind en Gezin (Vlaanderen) en ONE (Franstalig België) verantwoordelijk voor de regulering en controle van kinderopvangvoorzieningen. Zij stellen normen voor pedagogische kwaliteit en veiligheid. In Nederland is de regulering vergelijkbaar, met aandacht voor kwaliteit en veiligheid.
Een recente ontwikkeling in Vlaanderen is de discussie over een eengemaakt systeem tussen kinderopvang en kleuteronderwijs. Experts stellen dat het samenbrengen van beide sectoren veel problemen kan oplossen, zoals verschillen in ratio, professionals en omgeving.
De kindratio, het aantal kinderen per begeleider, is een belangrijk aspect van de kwaliteit van kinderopvang. In België worden nieuwe kindratio’s ingevoerd vanaf 1 januari 2027. Voor gezinsopvang geldt een maximum van zeven kinderen per onthaalouder, met een streefdoel van maximaal vier kinderen per onthaalouder op kwartaalbasis. Voor groepsopvang gelden specifieke ratio’s afhankelijk van de leeftijdsgroep: maximaal vijf baby's per begeleider in een aparte leefgroep voor baby's tot 12 maanden, acht kinderen per begeleider in een leefgroep voor kinderen vanaf 12 maanden, en zeven kinderen per begeleider in een gemengde leefgroep. Organisatoren die de nieuwe ratio’s tussen 2024 en 2026 al realiseren, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie voor de versterking van het medewerkersbeleid.
De kosten van kinderopvang variëren aanzienlijk, zowel binnen als tussen België en Nederland. In Nederland bedroeg de gemiddelde kosten voor kinderopvang in 2023 €3.210 per jaar. De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen en de soort opvang.
In België schommelen de kosten tussen €6 en €33,31 per dag, afhankelijk van het type opvang en het inkomen van de ouders. Er is een Groeipakket met een kinderopvangtoeslag van €3,43 per volledige dag opvang, voor kinderen die naar een Nederlandstalige kinderopvang gaan in Vlaanderen of Brussel.
Een onderzoek in België toont aan dat het gemiddelde inkomenstarief in 2023 €16,73 bedroeg, met lagere tarieven voor kinderen uit kansarme gezinnen (€6,62) en hogere tarieven voor kinderen uit niet-kansarme gezinnen (€17,87).
Zowel België als Nederland bieden subsidies en financiële steun om kinderopvang toegankelijker te maken. In Nederland is er de kinderopvangtoeslag, die een deel van de kosten vergoedt. In België is er het Groeipakket, dat een toeslag biedt voor kinderopvang. Daarnaast is er een kinderopvangpremie voor werknemers in de vastgoedsector, die een tussenkomst biedt in de kosten van kinderopvang. Deze premie bedraagt €3 bruto per begonnen opvangdag per kind, met een maximum van €150 per kwartaal per kind.
De Rijksoverheid in Nederland heeft voor 2025 besloten de maximum uurprijzen en de toetsingsinkomens te indexeren, waardoor de toegankelijkheid en kwaliteit van de kinderopvang verder kunnen worden vergroot. De maximum uurprijzen voor 2025 zijn vastgesteld op €10,71 voor dagopvang, €9,52 voor buitenschoolse opvang en €8,10 voor gastouderopvang.
Uit cijfers blijkt dat een aanzienlijk deel van de kinderen gebruikmaakt van formele kinderopvang. In België maakte 63,7% van alle kinderen tussen 2 maanden en 35 maanden ooit gebruik van formele opvang. Het gebruik verschilt echter naar de origine van de moeder en de kansarmoedesituatie van het gezin. Kinderen met een Belgische moeder maken vaker gebruik van formele opvang (76,2%) dan kinderen uit kansarme gezinnen (37,6%).
In Nederland is er een trend dat het vergoedingspercentage van de kinderopvangtoeslag toeneemt met het aantal kinderen in de opvang, omdat ouders met een hoger inkomen relatief meer kosten vergoed krijgen voor het tweede en volgende kind.
De kwaliteit van kinderopvang staat of valt met de professionaliteit van de medewerkers. In België biedt het Vormingsfonds Kinderopvang gratis bijscholingen aan kinderopvangvoorzieningen van lokale besturen, op gebieden zoals communicatie, veiligheid en pedagogiek.
De kinderopvang in België en Nederland is een complex systeem met diverse vormen van opvang, regelgeving en financiering. Beide landen streven naar toegankelijke en kwalitatieve kinderopvang, maar er zijn verschillen in de specifieke regelgeving en de manier waarop subsidies worden toegekend. De kosten van kinderopvang zijn aanzienlijk, maar er zijn verschillende vormen van financiële steun beschikbaar om de lasten voor ouders te verlichten. Recente ontwikkelingen, zoals de invoering van nieuwe kindratio’s in België en de indexatie van de kinderopvangtoeslag in Nederland, tonen aan dat er voortdurend wordt gewerkt aan de verbetering van het kinderopvangsysteem.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet