Gevolgen van overbeschermend opvoeden voor de ontwikkeling van kinderen
juli 5, 2025
Lichamelijke opvoeding (LO) speelt een cruciale rol in het basisonderwijs. De kern van LO is het leren bewegen en het stimuleren van een blijvende betrokheid bij sport en beweging. De kwaliteit van het lichamelijke onderwijs beïnvloedt niet alleen de fysieke ontwikkeling van kinderen, maar ook hun mentale welzijn, concentratie, en leerprestaties. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van lichamelijke opvoeding besproken, met aandacht voor de effecten van bewegen op het leerproces, de aanpak in het onderwijs, en de rol van leerkrachten en scholen.
Lichamelijke opvoeding is een essentieel onderdeel van het basisonderwijs. De voordelen van fysieke activiteit zijn onder meer verbeterde mentale gezondheid, betere concentratie, en positieve sociale interacties. Door beweging te combineren met leren, worden kinderen actiever en betrokken bij de les. Daarnaast helpt bewegen bij het ontwikkelen van motorische vaardigheden, zoals balans, coördinatie, en kracht. Dit is van belang voor het leren van basisvaardigheden, zoals lopen, springen, gooien, en vangen, die nodig zijn voor het beoogde bewegingsonderwijs.
Bewegen op school draagt bij aan een betere lichaamshouding, groei, en gezondheid. Daarnaast leidt het tot een beter gevoel van zelfvertrouwen en een positieve houding ten opzichte van sport en bewegen. Veel leerkrachten bevestigen dat kinderen energie nodig hebben om zich goed te concentreren op de les, en dat het aanbieden van beweging op een variatie-rijke manier helpt bij het voorkomen van te veel zitten tijdens de schooldag. Ook is het belangrijk dat kinderen leren hoe ze activiteiten veilig kunnen uitvoeren, om blessures en overbelasting te vermijden.
Er is veel onderzoek gedaan naar de invloed van fysieke activiteit op cognitieve vaardigheden en schoolprestaties. Een meta-analyse van Haverkamp en collega’s (2020) suggereert dat voldoende bewegen het cognitief functioneren kan verbeteren, ook voor jongeren in het voortgezet onderwijs. Dit geldt voor zowel eenmalige als langdurige lichamelijke activiteit. Er is dus geen reden om aan te nemen dat het integreren van meer bewegen gedurende de schooldag ook op het voortgezet onderwijs tot andere effecten zou leiden.
Beweging kan helpen bij het verbeteren van concentratie, rekenvaardigheden, en andere factoren die van invloed zijn op het gedrag en presteren van kinderen in de klas. Een studie van Mullender-Wijnsma et al. (2015) toont aan dat het combineren van fysieke activiteit met leren het leerproces kan versterken. Daarnaast blijkt dat beweging tijdens de les, zoals energizers, helpt bij het verhogen van aandacht, concentratie, en taakgerichtheid. Deze korte, intensieve beweegactiviteiten kunnen helpen bij het opnieuw focus te krijgen en de leerprestaties te verbeteren.
In het basisonderwijs wordt lichamelijke opvoeding vaak gegeven als aparte les, maar er is ook ruimte voor het integreren van beweging in andere vakken. Bewegend leren is een methode waarbij beweging wordt gebruikt om leren te versterken. Dit kan bijvoorbeeld door beweging in de les te combineren met rekenen of taal. Dit helpt bij het verhogen van de betrokkenheid van kinderen en het stimuleren van hun motivatie om te leren.
Er is veel sprake van ‘buitenles’ en ‘pauze-activiteiten’. Buitenles biedt kinderen de kans om in een natuurlijke omgeving te leren, wat leidt tot betere concentratie en betere retentie van lesstof. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen leren om te lopen of te fietsen naar school, wat bijdraagt aan hun dagelijkse bewegingsbehoefte. De peiling van DUO (2021) toont aan dat kinderen tijdens buitenlessen meer in beweging zijn dan wanneer ze achter hun bureau zitten in de klas. Ook blijkt dat kinderen openstaan voor het idee om vaker buiten les te krijgen.
Leerkrachten spelen een cruciale rol bij het geven van lichamelijke opvoeding. Ze moeten niet alleen weten hoe ze beweging kunnen aanbieden, maar ook hoe ze dit kunnen integreren in het curriculum. Er zijn verschillende onderwerpen die belangrijk zijn bij het leren bewegen, zoals motorische ontwikkeling, veiligheid, en positieve houding ten opzichte van sport. De leerkracht moet hierin een gids zijn, zodat leerlingen kunnen leren hoe ze zich kunnen bewegen in een veilige en effectieve omgeving.
Scholen moeten ook aandacht besteden aan de kwaliteit van de LO-les. Er zijn belemmeringen, zoals onvoldoende accommodaties, verouderde ruimtes, en te weinig beschikbare ruimtes. Dit kan de kwaliteit van het lichamelijke onderwijs beïnvloeden. Daarnaast is er een behoefte aan goede evaluatie en beoordeling van het lichamelijke onderwijs. Evalueren is essentieel voor kwalitatief goed onderwijs, omdat het helpt bij het verbeteren van het leerproces en het geven van feedback.
Er zijn meerdere aanbevelingen voor het effectief aanbieden van lichamelijke opvoeding in het basisonderwijs. Eén daarvan is het verhogen van het aantal lessen bewegingsonderwijs per week. Dit hoeft niet ten koste van de resultaten op andere vakken, maar kan wel leiden tot een betere balans tussen lichamelijke activiteit en kennisoverdracht. Een andere aanbeveling is het combineren van beweging met leren, zoals bewegend leren, wat helpt bij het verhogen van de betrokkenheid van kinderen en het stimuleren van hun motivatie.
Daarnaast is het belangrijk dat scholen een beweegvriendelijke omgeving creëren, waarin kinderen regelmatig kunnen bewegen. Dit kan bijdragen aan hun gezondheid, maar ook aan hun mentale welzijn. Bovendien moet het lichaamsgewicht van leerlingen worden gevolgd, zodat ze voldoen aan de beweegrichtlijnen. De Gezondheidsraad heeft beweegrichtlijnen opgesteld voor kinderen, waarin staat hoeveel beweging ze dagelijks moeten hebben.
Lichamelijke opvoeding speelt een cruciale rol in het basisonderwijs. De voordelen van fysieke activiteit zijn duidelijk aangetoond, en het is belangrijk dat scholen en leerkrachten dit effectief aanbieden. Door beweging te combineren met leren, kunnen kinderen actiever worden en beter in staat zijn om zich te concentreren. Bovendien draagt bewegen bij aan een betere lichaamshouding, groei, en gezondheid. Het is daarom van belang dat scholen aandacht besteden aan de kwaliteit van het lichamelijke onderwijs, zodat kinderen een positieve houding kunnen ontwikkelen ten opzichte van sport en bewegen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet