Bewegingsgebieden in de lichamelijke opvoeding: structuur en toepassing in het onderwijs
juli 5, 2025
De vraag of ouders moeten worden gestraft voor het criminele gedrag van hun kinderen staat onderwerp van veel debat. Volgens onderzoek en beleidsmaatregelen is het bepalen van verantwoordelijkheid bij ouders bij jeugdcriminaliteit een complexe zaak. In dit artikel worden de gevolgen van straffen, de rol van ouders, en alternatieven besproken aan de hand van bronnen zoals het Nederlands Jeugdinstituut (NJi), psycholoog en onderzoeker Mike Loef, en andere relevante bronnen.
De vraag of ouders moeten worden bestraft voor het gedrag van hun kinderen is niet eenvoudig. Volgens het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) is het niet realistisch om te verwachten dat ouders in hun eentje in staat zijn om jeugdcriminaliteit op te lossen. Jeugdcriminaliteit is een complex fenomeen waarin veel factoren met elkaar samenhangen. Ouders hebben een belangrijke rol, maar het is belangrijk dat zij worden ondersteund in plaats van bestraft.
Een voorstel van VVD-Kamerlid Rosemarijn Dral is dat ouders verantwoordelijk worden gehouden voor het criminele gedrag van hun kind. Dit kan volgens haar bijvoorbeeld met opvoedcursussen of schadevergoedingen. Mike Loef van het NJi waarschuwt echter dat deze maatregelen contraproductief kunnen werken. “Gezinnen van jongeren die ernstige delicten plegen, kampen vaak al met diverse uitdagingen”, aldus Loef. “Financiële straffen en verplichte cursussen verhogen de stress in deze gezinnen en zetten de ouder-kindrelatie onder druk. Juist deze relatie heeft een beschermende werking tegen jeugdcriminaliteit.”
Ook stelt Loef dat de veronderstelling dat ouders zich niet verantwoordelijk zouden voelen onjuist is: “De meeste ouders zijn betrokken bij hun kind, doen hun uiterste best en voelen zich verantwoordelijk.” De voorgestelde straffen suggereren dat de opvoeding oorzaak is van het gedrag van hun kind. Ouders ervaren vaak al veel schuld en schaamte wanneer hun kind crimineel gedrag vertoont, wat de drempel om hulp te vragen verhoogt. De voorgestelde maatregelen verergeren dit: “Je wilt juist dat ouders de ruimte voelen om hulp te vragen als zij zich zorgen maken om hun kind. Deze voorstellen maken de drempel juist groter.”
Ouders spelen een belangrijke rol bij de preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit. Volgens Mike Loef zijn er drie aspecten van ouderlijk toezicht die cruciaal zijn: regels stellen, navragen wat het kind doet, en kinderen die zelf vertellen waar ze mee bezig zijn. “Vooral dat laatste hangt samen met een kleiner risico op jeugddelinquentie”, zegt Loef. Kinderen voelen zich dan comfortabel genoeg om dingen te delen met hun ouders. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van een sterke ouder-kindrelatie, die juist een beschermende werking heeft tegen jeugdcriminaliteit.
Een ander punt is dat opvoeding niet allesbepalend is. Jeugdcriminaliteit is een complex fenomeen met vele samenhangende factoren. Het is onrealistisch om te verwachten dat ouders dit in hun eentje kunnen oplossen. Ook onderwijs, politie en jongerenwerk spelen een belangrijke rol. Interventies zijn alleen effectief als ze ouders ondersteunen in plaats van straffen.
Straffen werken niet zoals verwacht. Volgens onderzoek en praktijkbelevaring is het geven van straffen bij kinderen geen effectieve methode om gedrag te veranderen. Kinderen leren niet door te straffen, maar door te belonen. Straffen leidt niet tot een positieve gedragsverandering. Toch gebeurt het overal. Hoe kan dat? Als het zo vaak gebruikt wordt, waarom werkt het dan niet?
Een van de problemen met straffen is dat het kind niet leert wat het goed doet. Door te straffen leggen we de nadruk op het gedrag wat we niet willen. Als een kind straf krijgt voor iets wat hij fout deed, dan weet hij nog niet wat hij dan wel had moeten doen. Ook kan het kind niks meer veranderen aan het gedrag waarvoor het net is gestraft. Het blijft moeilijk om te leren van straffen, omdat het kind niet weet wat het goed had moeten doen.
Bij straffen wordt ook vaak gekeken naar het gedrag van het kind, in plaats van de intentie. Een kind kan iets heel goed bedoelen, maar onhandig overbrengen. Als het dan voor het onhandige of ongewenste gedrag gestraft wordt, dan wordt voorbij gegaan aan de goedbedoelde intentie. Dit kan leiden tot een negatief effect op de ontwikkeling van het kind.
In plaats van te straffen, is het belangrijk om positief op te voeden. Positief opvoeden betekent dat je kinderen helpt om hun gedrag te begrijpen en te leren hoe ze met anderen kunnen omgaan. Het is belangrijk om grenzen te stellen, maar ook om het kind te belonen voor goed gedrag. Kinderen leren dan wat gewenst gedrag is. Bij straffen niet. Straften leidt niet tot een positieve gedragsverandering.
Er zijn verschillende manieren om te leren hoe je zonder straffen opvoedt. Er zijn praktische tips beschikbaar in artikelen zoals “Opvoeden zonder straf, hoe doe je dat?” en “Wat is Positief Opvoeden? Basisprincipes, tips per leeftijd en online cursus.” Deze methoden helpen ouders om hun kinderen te begeleiden bij de ontwikkeling tot een zelfstandig participerend lid van de samenleving.
Bij de preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit is het belangrijk dat je goed samenwerkt met ouders. Ouders hebben een belangrijke rol, maar het is belangrijk dat zij worden ondersteund in plaats van bestraft. Samenwerking tussen ouders, onderwijs, politie en jongerenwerk is cruciaal om jeugdcriminaliteit te voorkomen en aan te pakken.
De Jeugdwet regelt de hulpverlening aan deze gezinnen en de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling bepaalt dat professionals bij vermoedens moeten werken volgens een stappenplan. De meldcode is een stappenplan waarin staat hoe bijvoorbeeld een huisarts, kinderopvangmedewerker, leerkracht of hulpverlener moet omgaan met het signaleren en melden van huiselijk geweld en kindermishandeling.
De vraag of ouders moeten worden bestraft voor het criminele gedrag van hun kinderen is complex. Het is belangrijk dat ouders worden ondersteund in plaats van bestraft. Jeugdcriminaliteit is een complex fenomeen waarin veel factoren met elkaar samenhangen. Ouders hebben een belangrijke rol, maar het is belangrijk dat zij worden ondersteund in plaats van bestraft.
Het geven van straffen werkt niet zoals verwacht. Kinderen leren niet door te straffen, maar door te belonen. Straften leidt niet tot een positieve gedragsverandering. In plaats van te straffen, is het belangrijk om positief op te voeden. Positief opvoeden betekent dat je kinderen helpt om hun gedrag te begrijpen en te leren hoe ze met anderen kunnen omgaan.
Bij de preventie en aanpak van jeugdcriminaliteit is het belangrijk dat je goed samenwerkt met ouders. Ouders hebben een belangrijke rol, maar het is belangrijk dat zij worden ondersteund in plaats van bestraft. Samenwerking tussen ouders, onderwijs, politie en jongerenwerk is cruciaal om jeugdcriminaliteit te voorkomen en aan te pakken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet