Belonen bij positief opvoeden: Wat is het en wat zijn de gevolgen?
juli 5, 2025
Muzikale opvoeding is een belangrijk onderdeel van het secundair onderwijs, waarin leerlingen niet alleen leren om muziek te maken, maar ook om muziek te begrijpen, te analyseren en te leren. De opleiding muzikale opvoeding aan de Arteveldehogeschool biedt een uitgebreid curriculum dat zowel theorie als praktijk omvat. In dit artikel geven we een overzicht van de leerinhouden, de lessen, de methodes en de toekomstige beroepsuitstroom van deze opleiding. De informatie is gebaseerd op de beschikbare bronnen en geeft een realistisch beeld van wat de opleiding te bieden heeft.
De opleiding muzikale opvoeding is onderdeel van de educatieve bachelor in het secundair onderwijs. De opleiding richt zich op het opbouwen van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig zijn om muzikale opvoeding te kunnen geven aan jongeren tussen de twaalf en achttien jaar. De leerplannen zijn gericht op zowel artistieke vorming als muziektheorie, en omvatten vakken zoals muziektheoretische vorming, muziekgeschiedenis, harmonie en luistervaardigheden. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan praktijkvaardigheden, zoals stemvorming, koor en begeleidingspraktijk.
De opleiding is opgebouwd uit meerdere jaren, waarin de leerlingen geleidelijk aan de nodige kennis en ervaring opdoen. In de eerste jaren leren de studenten de basis van muziektheorie, de verschillende stijlperiodes en de belangrijkste componisten. Ze leren ook muziekinstrumenten bespelen, zoals de piano, en krijgen ze te maken met diverse muziekstijlen, waaronder klassiek, pop, rock en jazz. In de latere jaren richten de studenten zich meer op de didactiek en het lesgeven, waaronder het opstellen van een jaarplan, het kiezen van methodes en het evalueren van leerlingen.
De opleiding muzikale opvoeding omvat een aantal vakken die gericht zijn op zowel theorie als praktijk. In de eerste jaren staan onderwerpen zoals muzikale opvoeding 1: Beschouwen en exploreren 1, muzikale opvoeding 1: Musiceren en creëren 1, en muzikale opvoeding 2: Beschouwen en exploreren 2. Deze vakken richten zich op het leren van muziektheorie, het bespelen van instrumenten en het werken met multimedia. In de latere jaren worden er ook vakken aangeboden zoals muzikale opvoeding 3: Musiceren en creëren 3, muzikale opvoeding 4: Musiceren en creëren 4, en muzikale opvoeding 5: Verdieping. Deze vakken richten zich op het verdiepen in muzikale technieken, het leren van muziekcomposities en het uitwerken van eigen muzikale projecten.
Naast de muzikale vakken wordt er ook aandacht besteed aan kunst en cultuur. De opleiding biedt namelijk de mogelijkheid om muzikale opvoeding te combineren met project kunstvakken. Hierdoor krijgen de studenten een bredere kijk op de kunstvorming en kunnen ze hun kennis en vaardigheden uitbreiden. Ook de combinatie met andere onderwijsvakken, zoals Engels, Frans, Nederlands of Wiskunde, is mogelijk, waardoor de studenten later op één school fulltime kunnen aan de slag.
Een belangrijk onderdeel van de opleiding is het lesgeven. De studenten leren hoe ze op een boeiende en effectieve manier les kunnen geven, en hoe ze een krachtige leeromgeving kunnen creëren. Ze leren werken met verschillende leerplannen, methodes en handboeken, en hoe ze deze kunnen combineren met hun eigen lespraktijk. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het opstellen van een jaarplan, het kiezen van lesmateriaal en het evalueren van leerlingen.
Een van de kernaspecten van de opleiding is het instrumentaal musiceren in klasverband. De studenten leren hoe ze muziekinstrumenten kunnen inzetten in de les, en hoe ze dit kunnen combineren met andere vormen van muziek. Ze leren ook hoe ze muziek kunnen verwerken in de les, bijvoorbeeld door luisterfragmenten te analyseren of muziek te bespreken. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan het kritisch benaderen van handboeken en het kiezen van geschikte methodes.
De opleiding bevat ook een sterke praktijkcomponent. In het eerste jaar leren de studenten vanuit het algemene vak Didactiek en Praktijk 1 de lespraktijk echt kennen, om zo hun eerste stappen als leraar te kunnen zetten. Ze gaan doorheen het academiejaar enkele vaste dagen op observatie- en participatiestage. Na een micro-teaching op de eigen campus geven ze in het tweede semester dan enkele zelfstandige lessen in een secundaire school.
Na de opleiding kunnen de studenten verschillende beroepen uitoefenen. Ze kunnen leraar worden in het secundair onderwijs, muziekinitiatie in de eerste graad, muzikale culturele vorming in de tweede graad, of lesgever in de lagere school. Daarnaast zijn er ook werkgelegenheidsmogelijkheden buiten het onderwijs, zoals muziek- en cultuureducator bij muziekorganisaties, cultuuranimator in een cultureel centrum, of begeleider van vakantiecursussen en workshops.
Bij het lesgeven wordt er gebruikgemaakt van diverse methodes en handleidingen. De meest voorkomende methode is de methode van Joris Bouckaert en Luc Dewolf, die worden aangeboden aan de Arteveldehogeschool. Deze methode wordt vaak gebruikt in de opleiding, en bevat onderwerpen zoals stemsoorten, muziekstijlen en de geschiedenis van de muziek. Ook de methode Cadans van uitgeverij Van In is populair, en wordt gebruikt voor lessen over de sonatevorm en andere muzikale onderwerpen.
Bij het werken met methodes wordt er ook aandacht besteed aan de leerplandoelen. De studenten leren hoe ze muziek kunnen onderwerpen aan leerplandoelen, en hoe ze dit kunnen combineren met hun eigen lespraktijk. Daarnaast leren ze ook hoe ze een les kunnen vergelijken met andere methodes, en hoe ze hun voorkeur kunnen uitleggen.
De opleiding bevat ook een sterke praktijkcomponent. De studenten leren muziekinstrumenten bespelen, zoals de piano, en krijgen ze te maken met verschillende instrumenten, waaronder de basgitaar, keyboard, drum, djembé, boomwhackers, Orff-instrumenten en body percussion. Tijdens de opleiding krijgen ze ook les in kleine groepen of individueel, en leren ze hoe ze muziek kunnen maken en samenwerken in koor, met Orff-instrumenten en klein slagwerk.
Om te kunnen oefenen is een eigen piano of een digitale piano van belang. De Arteveldehogeschool verhuurt verschillende digitale piano’s aan een democratische prijs. De studenten kunnen deze gebruiken voor het oefenen en het maken van muziek. Daarnaast is er ook toegang tot de instrumenten van de campus, mits overleg met de docenten van het vak.
Na de opleiding hebben de studenten verschillende beroepsmogelijkheden. Ze kunnen leraar worden in het secundair onderwijs, muziekinitiatie in de eerste graad, muzikale culturele vorming in de tweede graad, of lesgever in de lagere school. Daarnaast zijn er ook werkgelegenheidsmogelijkheden buiten het onderwijs, zoals muziek- en cultuureducator bij muziekorganisaties, cultuuranimator in een cultureel centrum, of begeleider van vakantiecursussen en workshops.
De opleiding biedt ook de kans om verder te studeren, bijvoorbeeld naar een hogere muziekopleiding of conservatorium. Daarnaast is er ook de mogelijkheid om actief te werken in muziekculturele huizen, opera, concertzalen, of als media in de muzieksector.
De opleiding muzikale opvoeding aan de Arteveldehogeschool biedt een uitgebreid curriculum dat zowel theorie als praktijk omvat. De leerlingen leren muziektheorie, muziekpraktijk, didactiek en lesgeven, en krijgen een brede kijk op de kunstvorming. De opleiding biedt ook de kans om te combineren met andere onderwijsvakken, en leidt tot diverse beroepen in het onderwijs en buiten het onderwijs. De opleiding is dus een uitstekende keuze voor wie graag muziek wil doorgeven aan jongeren en hen wil inspireren.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet