Ondersteuning en Preventie: Een Veilige Ontwikkeling voor Kinderen en Jongeren in Rotterdam
juli 12, 2025
De komst van een tweede kind is een bijzondere gebeurtenis, maar brengt ook financiële overwegingen met zich mee. Naast de directe kosten voor een baby, zoals luiers en kleding, spelen ook de kosten voor kinderopvang een belangrijke rol, zeker voor werkende ouders. Dit artikel geeft een overzicht van de kosten die verbonden zijn aan een tweede kind, met speciale aandacht voor de kinderopvang, gebaseerd op beschikbare gegevens.
Een tweede kind brengt extra kosten met zich mee, maar deze zijn vaak lager dan die van het eerste kind. Dit komt doordat ouders vaak al veel benodigdheden in huis hebben en meer financiële steun ontvangen van de overheid. Volgens schattingen bedragen de eenmalige kosten voor een nieuwe baby ongeveer 670 euro, met aanvullende kosten van ongeveer 1135 euro. Hierbij komen maandelijks ongeveer 35 euro aan luiers. Deze kosten betreffen echter alleen de babytijd; later komen daar de kosten voor opvang, basisschool en middelbare school bij.
Een tweede kind kan financieel aantrekkelijker zijn door de extra kinderbijslag. Vanaf 1 januari 2021 ontvangen ouders per kwartaal een extra bedrag, afhankelijk van de leeftijd van het kind: 223,37 euro voor kinderen van 0 tot 5 jaar, 271,24 euro voor kinderen van 6 tot 11 jaar en 319,10 euro voor kinderen van 12 tot 17 jaar. Deze verhoging wordt automatisch doorgevoerd door de SVB nadat het nieuwe kind is aangegeven bij de gemeente, maar wordt met terugwerkende kracht uitbetaald.
Kinderopvang is vaak een van de grootste kostenposten voor ouders. De prijzen variëren sterk, afhankelijk van het type opvang, de regio en of eten en drinken inbegrepen zijn. Gemiddeld kunnen de netto kosten na toeslagen variëren van 500 tot 600 euro per maand. De totale kosten voor de opvang van kinderen tot hun achttiende kunnen oplopen tot meer dan 130.000 euro, exclusief extra kosten voor hobby’s, vakanties en andere uitgaven. Voor twee kinderen kan dit oplopen tot bijna 231.000 euro.
Verschillende factoren beïnvloeden de kosten van kinderopvang:
De overheid biedt kinderopvangtoeslag om de kosten van kinderopvang te verlagen. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen van de ouders, het aantal kinderen in de opvang en het type opvang. Hoe lager het inkomen, hoe hoger de toeslag. De Belastingdienst biedt een rekenhulp waarmee ouders kunnen berekenen hoeveel kinderopvangtoeslag zij in hun situatie kunnen ontvangen.
De toeslagpercentages zijn afhankelijk van het inkomen. Voor inkomen tot € 23.211 ontvangen ouders 96,00% vergoeding voor het eerste en tweede kind. Dit percentage daalt geleidelijk naarmate het inkomen stijgt. Voor inkomen tussen € 52.520 en € 54.221 is de vergoeding 93,10% voor het eerste kind en 94,50% voor het tweede kind.
In 2025 zijn er wijzigingen in de kinderopvangtoeslag. De toeslagpercentages voor de eerste kindtabel worden verhoogd met maximaal 8,7%-punt voor ouders met een inkomen tussen € 29.393 en € 159.224. De toeslagpercentages voor de tweede kindtabel worden beperkt opgehoogd met maximaal 1,5%-punt voor ouders met een inkomen tussen € 29.393 en € 52.519.
Voor een alleenstaande ouder kunnen de kosten van kinderopvang aanzienlijk zijn. In een voorbeeld wordt berekend dat een alleenstaande ouder met één kind dat 20 uur per week naar de opvang gaat, €586,40 per week kwijt is, maar na kinderopvangtoeslag nog €452,40 per maand betaalt.
Het is belangrijk om te weten dat de kinderopvangtoeslag ook kan worden aangevraagd met terugwerkende kracht, tot drie maanden na de start van de opvang. Ook kunnen ouders in bepaalde gevallen in aanmerking komen voor kindgebonden budget, een extra uitbetaling die automatisch wordt ontvangen als men er recht op heeft.
Het kabinet heeft besloten om de maximum uurprijzen van de kinderopvangtoeslag in 2026 eenmalig niet te indexeren, om overheidsfinanciën te stabiliseren. Dit besluit is genomen ondanks bezwaren van kinderopvangorganisaties. Tegelijkertijd zijn er aanzienlijke investeringen gedaan in de kinderopvangtoeslag, met een verhoging van de maximum uurprijzen in 2024 met meer dan € 500 miljoen.
De maximum uurprijzen voor 2025 zijn vastgesteld op € 10,71 voor dagopvang, € 9,52 voor buitenschoolse opvang en € 8,10 voor gastouderopvang.
Er zijn verschillende manieren om de kosten van een tweede kind en kinderopvang te verlagen:
Het kabinet acht toegankelijke kinderopvang belangrijk, omdat dit ouders in staat stelt om te werken en jonge kinderen ondersteunt in hun ontwikkeling. Voorschoolse educatie (VE) is specifiek gericht op peuters met een risico op een ontwikkelingsachterstand en bevordert de kansengelijkheid. Gemeenten kunnen gezinnen met een Sociaal Medische Indicatie (SMI) ontlasten door een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang te bieden.
De kosten van een tweede kind en kinderopvang kunnen aanzienlijk zijn, maar er zijn mogelijkheden om deze te verlagen. Door gebruik te maken van de kinderopvangtoeslag, te besparen op aankopen en vroegtijdig in te schrijven voor kinderopvang, kunnen ouders de financiële lasten beperken. Het is belangrijk om de verschillende opties te overwegen en een keuze te maken die past bij de persoonlijke situatie en het budget van het gezin. De overheid investeert in betaalbare kinderopvang, met als doel om kinderopvang voor alle werkende ouders bijna gratis te maken in 2027.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet