Problemen in de opvoeding: Oorzaken, gevolgen en oplossingen
juli 5, 2025
De Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse onderwijs, waarin studenten worden opgeleid tot eerstegraads docenten lichamelijke opvoeding. Deze opleiding is gericht op het leren bewegen, het stimuleren van kinderen en jongeren om actief te blijven, en het leren omgaan met de uitdagingen van het lichamelijk en sociaal gedrag. De ALO biedt een uitgebreid programma dat zowel praktische vaardigheden als theoretische kennis combineert, waardoor studenten zich goed kunnen voorbereiden op hun toekomstige beroep.
De ALO is een vierjarige hbo-opleiding die opleidt tot eerstegraads leraar lichamelijke opvoeding. De opleiding is sterk praktijkgericht en begint met een toelatingsexamen, waarbij op verschillende sportonderdelen een bepaalde prestatie moet worden neergezet. Tijdens de opleiding worden niet alleen diverse sporten onderwezen, maar ook theoretische vakken zoals anatomie, fysiologie, psychologie, biomechanica, EHBO, pedagogiek en didactiek. Deze combinatie zorgt ervoor dat studenten zowel fysiek als intellectueel uitdagende kennis opdoen.
Voor de toelating tot de ALO gelden aanvullende eisen, waaronder deelname aan de Motorische vaardighedentest en het SMGO (Sport en Bewegingsgedrag) met een positief resultaat. Daarnaast is er sprake van een verklaring omtrent gedrag (VOG) die voorafgaand aan de eerste stage moet worden ingeleverd. De opleiding begint in september, en er zijn geen mogelijkheden om in februari te starten. Bijkomende kosten zijn onder meer het aanschaffen van een kledingpakket van ongeveer € 260,- (eenmalig), de cursus Medic First Aid (MFA) met een kostenbedrag van ongeveer € 36,-, en deelname aan keuze-onderdelen die extra kosten kunnen met zich meebrengen.
De opleiding biedt een uitgebreid curriculum waarin zowel praktische vaardigheden als theorie centraal staan. Studenten leren alles wat nodig is over het menselijk bewegen en lesgeven. Ze zijn zelf volop sportief bezig met vakken als Atletiek, Spel, Bewegen en Muziek, Turnen, Zelfverdediging en Zwemmen. Daarnaast krijgen studenten kennis over medisch-biologische aspecten, waaronder Biomechanica, Fysiologie, Trainingsleer en Kinesiologie. Dankzij het vakgebied sociale wetenschappen krijgen studenten inzicht in alle vormen van menselijk gedrag waarmee docenten te maken krijgen, zoals Psychologie, Pedagogiek en Communicatie.
Een belangrijk onderdeel van de opleiding is het leren organiseren van evenementen en het behalen van een sportspecialisatie naar keuze. In het vierde jaar specialiseren studenten zich door het volgen van een minor naar keuze. Tijdens de opleiding lopen studenten vanaf het eerste jaar al stage in het onderwijs, waardoor ze al vroeg kennis opdoen over het werken met kinderen en jongeren. Tijdens de opleiding leren studenten ook hoe je een evenement organiseert, en ze specialiseren zich in het vierde jaar door een minor te kiezen.
Na het afronden van de ALO kunnen studenten lesgeven binnen alle typen onderwijs: van basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs tot het universitair sportcentrum. Daarnaast zijn er ook andere functies mogelijk, zoals werken bij een gemeente, sportvereniging of sportbond. Voor studenten die een specialisatie in Outdoor & Adventure hebben gevolgd, is er ook de mogelijkheid om als outdoor & adventure educator te werken. Veel studenten starten ook hun eigen sportonderneming.
De ALO past bij studenten die van sport en bewegen houden, en die kinderen en jongeren willen laten zien hoe leuk en zinvol het is om sportief bezig te zijn. Daarnaast zijn er ook functies mogelijk in het speciaal onderwijs (kinderen met leer- en opvoedingsproblemen), in de medische fitness (revalidatie, het begeleiden van mensen na een ongeluk) of als trainer/coach.
Het examenprogramma lichamelijke opvoeding is identiek voor havo en vwo. Lichamelijke opvoeding kent voor zowel havo als vwo alleen een schoolexamen (SE). Dat SE omvat derhalve alle eindtermen. Beide examenprogramma’s kennen de volgende domeinen:
Het examenprogramma lichamelijke opvoeding bevat minder, en veel globalere eindtermen dan het programma van vóór 2007. Dit is gedaan vanwege de wens om docenten en scholen meer keuzevrijheid te bieden bij de invulling van het examenprogramma. Overigens was ook het oude examenprogramma lichamelijke opvoeding van voor 2007 al van dien aard dat scholen ruimschoots in de gelegenheid waren om eigen keuzes in het programma in te bouwen. Die werden wellicht niet overal ten volle benut, maar dat was vooral een uitvoeringsprobleem. Ook in die zin is er niet veel veranderd sinds 2007. Het examenprogramma is dus in 2007 aangepast en geglobaliseerd, de inhoud is niet wezenlijk veranderd.
De ALO heeft een sterke praktijkgerichtheid, waardoor studenten al vroeg kennis opdoen over het werken met kinderen en jongeren. Tijdens de opleiding leren studenten hoe je een evenement organiseert, en ze specialiseren zich in het vierde jaar door een minor te kiezen. Daarnaast is er ook aandacht voor het leren omgaan met de uitdagingen van het lichamelijk en sociaal gedrag. Studenten leren hoe ze kinderen kunnen stimuleren en begeleiden bij hun ontwikkeling en interesse in sport en bewegen.
De opleiding biedt ook ruimte voor verdieping en verbreding, waardoor studenten kunnen kiezen voor verschillende sporten en activiteiten. Bijvoorbeeld als softbal ook bij BSM wordt aangeboden dan kan gespeeld worden in vaste teams met meer aandacht voor beter gooien en vangen, beter slaan en honklopen ook de verdieping in teamtactiek en spelanalyse. Verbreding bij BSM houdt in dat nieuwe en andere onderdelen (dan bij LO) worden aangeboden. Voorbeelden zijn flagfootball, cricket, polsstokhoogspringen en judo met judopakken.
Het beroepsprofiel van de leraar lichamelijke opvoeding is gericht op de drie bekwaamheden van de leraar: vakinhoudelijk, vakdidactisch en pedagogisch. De ALO streeft ernaar om studenten voor te bereiden op een brede mate van functies, waaronder het werken in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, mbo en hbo. Daarnaast zijn er ook functies mogelijk in het speciaal onderwijs (kinderen met leer- en opvoedingsproblemen), in de medische fitness (revalidatie, het begeleiden van mensen na een ongeluk) of als trainer/coach.
De ALO heeft ook een uitgebreid stagenetwerk bij toonaangevende organisaties, waardoor studenten veel kans hebben om zich te verdiepen in hun beroepspraktijk. Daarnaast is er ook ruimte voor doorstroom naar de 2-jarige deeltijdmaster Performance, Sport & Health aan de HvA. Tijdens deze master ontwikkelen studenten zich verder als trainer of therapeut en werken ze in een multidisciplinair team met sporters en performers.
De ALO streeft ernaar om studenten voor te bereiden op een brede mate van functies, waaronder het werken in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, mbo en hbo. Daarnaast is er ook ruimte voor verdieping en verbreding, waardoor studenten kunnen kiezen voor verschillende sporten en activiteiten. De opleiding streeft ernaar om studenten voor te bereiden op een brede mate van functies, waaronder het werken in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, mbo en hbo.
De opleiding biedt ook ruimte voor het leren omgaan met de uitdagingen van het lichamelijk en sociaal gedrag. Studenten leren hoe ze kinderen kunnen stimuleren en begeleiden bij hun ontwikkeling en interesse in sport en bewegen. Daarnaast is er ook ruimte voor het leren omgaan met de uitdagingen van het lichamelijk en sociaal gedrag. Studenten leren hoe ze kinderen kunnen stimuleren en begeleiden bij hun ontwikkeling en interesse in sport en bewegen.
De Academie voor Lichamelijke Opvoeding is een belangrijk onderdeel van het Nederlandse onderwijs, waarin studenten worden opgeleid tot eerstegraads docenten lichamelijke opvoeding. De opleiding is gericht op het leren bewegen, het stimuleren van kinderen en jongeren om actief te blijven, en het leren omgaan met de uitdagingen van het lichamelijk en sociaal gedrag. De ALO biedt een uitgebreid programma dat zowel praktische vaardigheden als theoretische kennis combineert, waardoor studenten zich goed kunnen voorbereiden op hun toekomstige beroep. De opleiding biedt ook ruimte voor verdieping en verbreding, waardoor studenten kunnen kiezen voor verschillende sporten en activiteiten. De ALO streeft ernaar om studenten voor te bereiden op een brede mate van functies, waaronder het werken in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, mbo en hbo.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet