Goed opvoeden van een hond: hoe je als baas een betrouwbare relatie opbouwt
juli 5, 2025
De opvoeding van kinderen in de periode 1650-1700 was sterk beïnvloed door religieuze, maatschappelijke en economische factoren. In dit artikel worden de belangrijkste aspecten van de opvoeding en het onderwijs van kinderen in die jaren uitgebreid besproken, gebaseerd op de beschikbare bronnen. De focus ligt op het onderwijs in het algemeen, de rol van het gezin, de betrokkenheid van de kerk, en de invloed van de maatschappelijke omstandigheden.
In de zeventiende eeuw was het onderwijs in Nederland sterk beïnvloed door de religieuze opstand en de opkomst van het calvinisme. Het onderwijs was niet alleen gericht op het leren lezen, schrijven en rekenen, maar ook op het bepalen van de morele en religieuze waarden van het kind. Dit was vooral van belang voor de kinderen van de betere stand, die toegang kregen tot scholen en universiteiten.
In de bronnen wordt aangegeven dat het onderwijs in de zeventiende eeuw een zware en streng karakter had. Er werd gewerkt met klassikale methodes, waarbij de leerlingen hun lessen in groepen moesten leren. Er was ook veel aandacht voor de grammatica en de filosofie. Het boek Het weeshuis van Woerden (1996) beschrijft hoe kinderen in het weeshuis werden opgeleid, met name in de jaren 1595 tot 1995. Het beeld dat hieruit opkomt, is dat het onderwijs gericht was op het leren van de grondslagen van het christelijke geloof, evenals op het leren lezen en schrijven.
De opvoeding van jongens en meisjes was in de zeventiende eeuw sterk van elkaar verschillend. Jongens kregen vaak een bredere opvoeding, waaronder het leren lezen, schrijven, rekenen, en soms ook het leren lezen van latijn. Meisjes kregen vaak beperkter onderwijs, met als doel het leren lezen, schrijven, en het leren omgaan met huishouden. Dit verschil was ook terug te zien in de bronnen, waarin wordt gesproken over de opvoeding van kinderen in de stedelijke nijverheid, waarin jongens en meisjes verschillend werden opgeleid.
Het gezin speelde een centrale rol in de opvoeding van kinderen. De ouders zorgden ervoor dat hun kinderen werden opgeleid in de grondslagen van het christelijke geloof, evenals in het leren lezen, schrijven en rekenen. In de bronnen wordt aangegeven dat het gezin niet alleen verantwoordelijk was voor de opvoeding van de kinderen, maar ook voor hun morele en religieuze opvoeding.
In het boek De geschiedenis van het Gereformeerd Weeshuis te Woerden (1996) wordt beschreven hoe kinderen in het weeshuis werden opgeleid. De ouders van deze kinderen waren vaak overleden, waardoor het weeshuis als een soort vervanging gezin fungeerde. In dit geval had het weeshuis de verantwoordelijkheid om de kinderen op te leiden, zowel op het gebied van het leren, als op het gebied van het gedrag en de morele waarden.
De bronnen tonen aan dat het gezin ook verantwoordelijk was voor de opvoeding van de kinderen in de praktijk. Dit hield in dat ouders hun kinderen moesten leren hoe ze met hun toekomst om moesten gaan, bijvoorbeeld door hen te leren werken in de nijverheid. In de bron Tussen arbeid en beroep (2006) wordt beschreven hoe jongens en meisjes in de stedelijke nijverheid werden opgeleid, met name tussen 1600 en 1800. De jongens kregen vaak een beroep in de nijverheid, terwijl de meisjes vaak werden opgeleid tot huishouden of louter tot het leren lezen en schrijven.
De kerk had een grote invloed op de opvoeding van kinderen. In de zeventiende eeuw was de kerk de belangrijkste bron van onderwijs en morele opvoeding. Het calvinisme had een sterke invloed op het onderwijs, met name in het noorden van Nederland. De kerk zorgde ervoor dat de kinderen werden opgeleid in de grondslagen van het christelijke geloof, evenals in het leren lezen, schrijven en rekenen.
In de bron De geschiedenis van het Gereformeerd Weeshuis te Woerden (1996) wordt beschreven dat het weeshuis een soort vervanging gezin was, waarin de kinderen werden opgeleid in de grondslagen van het calvinistische geloof. De kerk had hierbij een centrale rol, met name in de vorm van het geven van les in de grondslagen van het geloof en het leren lezen van de Heilige Schrift.
De kerk had ook invloed op de opvoeding van kinderen in het algemeen. In de bron De geschiedenis van het Gereformeerd Weeshuis te Woerden (1996) wordt aangegeven dat de kerk het belangrijkste instrument was om de kinderen op te leiden in de grondslagen van het geloof. De kerk zorgde ook voor een soort morele opvoeding, waarin de kinderen werden geleerd om hun gedrag te bepalen op basis van de morele waarden van het geloof.
De maatschappelijke omstandigheden in de jaren 1650-1700 hadden een grote invloed op de opvoeding van kinderen. In de bron Tussen arbeid en beroep (2006) wordt beschreven hoe de opvoeding van kinderen sterk afhankelijk was van de economische situatie van het gezin. De arme gezinnen kregen vaak minder kans om hun kinderen op te leiden, terwijl de betere stand de kinderen wel kon opvoeden in de grondslagen van het leren en het geloof.
In de bron Vrouwenarbeid in de vroegmoderne tijd (2005) wordt aangegeven dat de armenzorg in de jaren 1650-1700 ook een rol speelde in de opvoeding van kinderen. De armenzorg zorgde ervoor dat arme kinderen werden opgeleid in de grondslagen van het leren en het geloof. Dit was echter vaak beperkt tot de basisvaardigheden, en niet tot een bredere opvoeding.
De bron Overleven na de dood (2001) geeft aan dat de opvoeding van kinderen ook beïnvloed werd door de dood van de ouders. In het geval van een weduwe die haar kinderen moest opvoeden, had dat invloed op de opvoeding van de kinderen. De weduwen kregen vaak geen kans om hun kinderen op te leiden in de grondslagen van het leren en het geloof, wat leidde tot een beperkte opvoeding van de kinderen.
De opvoeding van kinderen in de periode 1650-1700 was sterk beïnvloed door religieuze, maatschappelijke en economische factoren. Het onderwijs was gericht op de grondslagen van het leren, evenals op de morele en religieuze waarden. Het gezin speelde een centrale rol in de opvoeding van de kinderen, evenals de kerk. De maatschappelijke omstandigheden, zoals de economische situatie van het gezin, hadden ook invloed op de opvoeding van de kinderen. De bronnen tonen aan dat de opvoeding van kinderen in deze periode sterk beïnvloed werd door de religie, de economie en de maatschappelijke omstandigheden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet