De Rol van de Pedagogisch Medewerker: Overdracht, Ontwikkeling en een Veilige Omgeving in de Kinderopvang
juni 7, 2025
De kinderopvangtoeslag is een belangrijke financiële ondersteuning voor werkende ouders en studenten met jonge kinderen. De regels en bedragen van deze toeslag zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Dit artikel geeft een overzicht van de recente en geplande wijzigingen in de kinderopvangtoeslag voor 2025 en 2026, gebaseerd op beschikbare informatie.
Voor 2025 zijn de toeslagpercentages voor de kinderopvangtoeslag verhoogd voor ouders met een gezamenlijk toetsingsinkomen tussen € 29.393 en € 159.224. De verhoging bedraagt maximaal 8,7 procentpunt voor het eerste kind (het kind met de meeste opvanguren) en maximaal 1,5 procentpunt voor het tweede kind en eventuele volgende kinderen. Deze aanpassing zorgt ervoor dat de vergoeding in de tweede kindtabel voor geen enkele inkomensgroep lager uitvalt dan het nieuwe vergoedingspercentage in de eerste kindtabel.
De vaste voet, het minimumpercentage van de toeslag, blijft 33,3%, maar treedt vanaf een hoger inkomen in werking, namelijk € 159.225. De vaste voet voor de tweede kindtabel blijft ongewijzigd. Deze aanpassingen zijn onderdeel van een breder plan om het financieringsstelsel van de kinderopvang te herzien en de toeslag eenvoudiger en zekerder te maken voor ouders.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het aantal kinderen dat naar de opvang gaat. Het eerste kind, dat de meeste uren opvang geniet, is het duurst. Voor een tweede, derde, vierde of vijfde kind wordt een hogere toeslag verstrekt. De tarieven voor deze kinderen veranderen in 2025 nauwelijks.
Verschillende factoren beïnvloeden de hoogte van de kinderopvangtoeslag. Naast het inkomen en het aantal kinderen spelen ook de maandelijkse opvanguren per kind, de uurprijs van de opvang en de leeftijd van de kinderen een rol. Het is belangrijk om alle relevante gegevens te verzamelen bij het berekenen van de toeslag.
De kinderopvangtoeslag geldt voor verschillende soorten opvang, waaronder dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. De toeslag wordt alleen berekend over het maximale uurtarief dat is vastgesteld voor de betreffende soort opvang. Als de kinderopvang hogere uurtarieven hanteert, moeten ouders het verschil zelf betalen.
In 2025 bedragen de maximale vergoedingen per uur: dagopvang € 10,71, buitenschoolse opvang € 9,52 en gastouderopvang € 8,10.
De kinderopvangtoeslag kan worden aangevraagd via Mijn Toeslagen op de website van de Belastingdienst. Het is belangrijk om de aanvraag op tijd in te dienen, idealiter één tot twee maanden voor de start van de opvang. Als een kind niet meer naar de opvang gaat, moet de toeslag onmiddellijk worden stopgezet om achteraf geen bedragen terug te hoeven betalen. Bij tijdelijke afwezigheid van het kind kan het aantal opvanguren tijdelijk op nul worden gezet.
De Belastingdienst heeft de app Toeslagen ontwikkeld om het aanpassen van gegevens te vereenvoudigen. Deze app kan gebruikers waarschuwen als er veranderingen zijn in de opvang of het inkomen. Daarnaast zijn er verschillende mogelijkheden om hulp te krijgen bij de aanvraag, zoals via de gemeente, de kinderopvangorganisatie of de Dienst Toeslagen zelf. BOinK, de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang, biedt ook ondersteuning en hulpmiddelen, waaronder een app met handleidingen en rekenhulpen.
Voor 2026 zijn plannen om de maximum uurtarieven voor de kinderopvangtoeslag eenmalig niet te indexeren. Dit besluit, onderdeel van het hoofdlijnenakkoord, is bedoeld om de overheidsfinanciën te stabiliseren en levert een besparing op van € 254 miljoen per jaar. Tegelijkertijd wordt het percentage van de kosten dat wordt vergoed geleidelijk verhoogd. Dit kan betekenen dat ouders met een laag inkomen die al relatief dure opvang hebben, meer zullen gaan betalen.
De geplande wijzigingen in 2026 hebben verschillende gevolgen. De bevriezing van de uurtarieven kan leiden tot een vermindering van de financiële ruimte voor kinderopvangorganisaties. Tegelijkertijd kan de geleidelijke verhoging van het vergoedingspercentage de kinderopvang voor de meeste gezinnen iets betaalbaarder maken.
Om in aanmerking te komen voor kinderopvangtoeslag, moeten ouders werken, een opleiding volgen of een traject volgen dat de kans op werk vergroot. Zelfs één uur per maand werk of studie is voldoende om in aanmerking te komen, hoewel de hoogte van de toeslag afhankelijk is van het inkomen. Na verlies van een baan hebben ouders nog drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. Ook partners die zijn opgenomen in een zorginstelling kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de toeslag.
In 2023 werden kinderen in de dagopvang gemiddeld 830 uur opgevangen, een stijging van 10 uur ten opzichte van 2022. Dit kan worden toegeschreven aan het feit dat het aantal opvanguren waarvoor ouders toeslag kunnen krijgen, niet langer afhangt van het aantal werkuren van de ouders. Kinderen in kindercentra werden gemiddeld 810 uur opgevangen, terwijl de opvang bij gastouders gemiddeld 620 uur bedroeg.
In 2023 steeg het aantal kinderen dat naar kindercentra ging, zowel in de dagopvang als in de buitenschoolse opvang. Tegelijkertijd daalde het aantal kinderen dat door geregistreerde gastouders werd opgevangen.
Het is belangrijk voor ouders om goed geïnformeerd te zijn over de kinderopvangtoeslag en de mogelijkheden om deze aan te vragen. Het raadplegen van de officiële website van de Belastingdienst en het inwinnen van advies bij een financieel adviseur of de Dienst Toeslagen kan helpen om de juiste beslissingen te nemen en optimaal gebruik te maken van de beschikbare regelingen.
De kinderopvangtoeslag is een complex systeem dat voortdurend verandert. De wijzigingen voor 2025 en 2026 hebben invloed op de hoogte van de toeslag en de voorwaarden waaraan ouders moeten voldoen. Het is essentieel voor ouders om op de hoogte te blijven van deze veranderingen en tijdig actie te ondernemen om hun recht op toeslag te waarborgen. De bevriezing van de uurtarieven in 2026 kan gevolgen hebben voor de betaalbaarheid van de kinderopvang, met name voor ouders met een laag inkomen.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet