Algemene Mediaopvoeding: Casussen en Praktijkvoorbeelden
juli 5, 2025
De opvoeding van kinderen is een complexe taak, waarbij ouders vaak te maken krijgen met twijfel, verwachtingen en het zoeken naar het juiste evenwicht. Stine Jensen en Frank Meester, twee filosofen en opvoeders, geven in hun werk en gesprekken inzicht in de filosofische grondslagen van opvoeden. Zij tonen aan dat opvoeden geen kwestie is van regels en methodes, maar van het omgaan met twijfel, het leren luisteren naar kinderen en het begrijpen van de maatschappelijke context waarin wij nu leven.
In hun boek De opvoeders en in hun theaterstuk Het opvoedcircus tonen Jensen en Meester aan dat opvoeden een filosofische uitdaging is. Ze laten zien dat de klassieke filosofen zoals Rousseau, Plato en Kant al lang geleden over opvoeding hebben nagedacht. Zo stelde Rousseau dat kinderen zichzelf moeten ontdekken en dat de opvoeding gericht moet zijn op het persoonlijke geluk van het kind. Hij pleitte voor een vorm van opvoeding waarin het kind op het juiste moment nieuwe dingen leert, zonder dat het wordt beïnvloed door externe regels.
Plato daarentegen stond het goede burgerschap centraal. Volgens hem moet iedereen op dezelfde manier worden opgevoed, zodat ze later een goede burger worden. Aristoteles daarentegen zag het persoonlijk geluk als het hoogst haalbare in het leven. Hij benadruidde dat de opvoeding gericht moet zijn op het vinden van geluk.
Rousseau, in tegenstelling tot Plato en Aristoteles, maakte zich zorgen over het kader van de maatschappij. Hij dacht dat kinderen zichzelf moeten ontwikkelen zonder het gewicht van cultuur en tradities. Zijn visie op opvoeding is dus gericht op de individuele ontwikkeling van het kind, in plaats van op het vormen van een burger.
Een van de kernproblemen die Jensen en Meester bespreken, is het zogenaamde schippersyndroom. Dit is de constante twijfel die ouders hebben over of ze het juiste doen met hun kinderen. Volgens Meester is dit een typisch kenmerk van de post-traditionele samenleving. In deze tijd verdwijnen de traditionele vader- en moederrollen, waardoor ouders steeds vaker moeten nadenken over wie waarvoor verantwoordelijk is. Dit leidt tot een gevoel van onzekerheid en twijfel, wat weer nieuwe opvoedproblemen oplevert.
Bovendien is de keuze om kinderen te krijgen in deze tijd een bewuste keuze geworden. Ouders willen dit goed doen, maar het gevoel dat ze hierin onvoldoende huntechnieken hebben, maakt dat ze steeds vaker op zoek gaan naar opvoedboeken, programma’s en tips. Dit leidt er weer toe dat ouders zich steeds vaker onzeker voelen over hun eigen opvoeding.
Jensen en Meester stellen in hun werk dat ouders in hun opvoeding met drie kernproblemen te maken hebben:
Volgens Jensen en Meester is het belangrijk om deze drie problemen te bespreken en te balanceren. Het lukt niet altijd om in één keer het juiste evenwicht te vinden, maar het is wel belangrijk om dit bewust te blijven.
Filosofie speelt een centrale rol in het opvoeden van Jensen en Meester. Ze stellen dat kinderen op een filosofische manier kunnen worden opgevoed, waarbij ze worden aangemoedigd om vragen te stellen, te denken en hun eigen mening te ontwikkelen. Dit is niet alleen nuttig voor het denkvermogen van het kind, maar ook voor de opvoeder zelf.
In hun boek De opvoeders geven ze aan dat filosofie de schipperende ouder kan leren. Ze laten zien dat ouders op een filosofische manier kunnen omgaan met hun kinderen. Bijvoorbeeld door vragen te stellen, te luisteren en te denken over wat het beste is voor het kind. Dit soort filosofische opvoeding helpt ouders om beter om te gaan met hun twijfels en verantwoordelijkheden.
In hun werk geven Jensen en Meester ook praktische tips voor ouders. Ze benadrukken dat het opvoeden niet altijd over regels en methodes moet gaan, maar dat het belangrijker is om te luisteren naar je kind. Ze zeggen dat kinderen vaak veel meer kunnen dan we denken, en dat het belangrijk is om ze te laten ontdekken en te leren op hun eigen manier.
Bijvoorbeeld, in hun boek Hoe voed ik mijn ouders op? geven ze aan dat ouders vaak hun eigen ouder worden, en dat het belangrijk is om te weten wat voor soort ouder je bent. Ze stellen voor om met je kind te overleggen over de opvoeding, en om te kijken wat je kind nodig heeft.
In hun gesprekken over opvoeden bespreken Jensen en Meester ook de rol van educatief speelgoed. Ze stellen dat het spelen met educatieve doelen niet altijd werkt. Volgens Jensen is het belangrijk dat kinderen spelen om het spelen zelf, en niet om iets te leren. Ze benadrukken dat kinderen zich moeten vermaken, en dat het nut van hun spel vaak niet zichtbaar is, maar dat het toch belangrijk is.
Ze zijn ook kritisch over de huidige trend van het labelen van speelgoed als educatief. Ze denken dat het vaak overtrokken is, en dat het niet altijd nuttig is om kinderen te laten spelen met dingen die expliciet bedoeld zijn om iets te leren. Ze pleiten voor een meer natuurlijke en spontane vorm van opvoeden, waarin kinderen zelf kunnen kiezen wat ze willen doen.
Een ander belangrijk aspect van hun opvoedingstip is het gebruik van mindfulness en geweldloze communicatie. Jensen en Meester benadrukken dat het belangrijk is om te leren luisteren naar je kind, en om te werken aan een vorm van communicatie waarin zowel ouders als kinderen zich veilig en respectvol voelen.
Ze stellen voor om bijvoorbeeld kinderyoga in te zetten, zodat kinderen leren om stil te zitten en zich te concentreren. Dit helpt bij het ontwikkelen van zelfbewustzijn en emotiebeheersing.
In hun werk geven Jensen en Meester ook aan dat het belangrijk is om samen te werken met je kind. Ze stellen dat ouders vaak te veel regels en beperkingen opleggen, terwijl het juiste gedrag van het kind zichzelf moet ontwikkelen. Ze benadrukken dat het belangrijk is om te luisteren naar je kind, en om te kijken wat het nodig heeft.
Ze stellen voor om met je kind te overleggen over de opvoeding, en om te kijken wat het kind nodig heeft. Ze zeggen dat het opvoeden geen kwestie is van regels en methodes, maar van het omgaan met twijfel en het leren luisteren naar je kind.
In hun werk tonen Jensen en Meester ook aan dat ouders in een maatschappelijke context werken. Ze benadrukken dat het opvoeden niet alleen over je eigen kind gaat, maar ook over de rol die je speelt in de maatschappij. Ze stellen dat ouders moeten leren om te werken aan een betere maatschappij, waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen zonder beperkingen.
Ze benadrukken dat het belangrijk is om te leren omgaan met twijfel, en dat het opvoeden een continu proces is dat moet worden aangepast aan de behoeften van het kind.
Stine Jensen en Frank Meester geven in hun werk een diepe inzicht in de filosofische grondslagen van opvoeden. Ze laten zien dat opvoeden geen kwestie is van regels en methodes, maar van het omgaan met twijfel, het leren luisteren naar je kind en het begrijpen van de maatschappelijke context waarin wij nu leven. Ze benadrukken dat het belangrijk is om te leren omgaan met twijfel, en dat het opvoeden een continu proces is dat moet worden aangepast aan de behoeften van het kind. Ze stellen voor om met je kind te overleggen over de opvoeding, en om te kijken wat het kind nodig heeft. Ze benadrukken ook dat het opvoeden niet alleen over je eigen kind gaat, maar ook over de rol die je speelt in de maatschappij.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet