Advies bij opvoeding en bijzonder gedrag in Haarlem
juli 4, 2025
De puberteit is een unieke en uitdagende fase in het leven van een kind. Het is een periode waarin zowel lichamelijke als mentale veranderingen plaatsvinden, wat leidt tot een complex gedrag dat veel ouders in verwarring brengt. In dit artikel geven we inzicht in hoe je je puber opvoedt, met nadruk op praktische tips, communicatie en het begrijpen van het puberbrein. De informatie is gebaseerd op betrouwbare bronnen uit de opvoedingspraktijk en wetenschappelijk onderzoek.
De puberteit begint vaak tussen de 10 en 15 jaar, al kunnen er kinderen vroeger of later in de puberteit komen. In deze fase gebeurt er veel in het lichaam van een kind. Er ontstaan groeispurten, hormonale veranderingen, lichaamsbeweging, en veranderingen in het gedrag. Ook in het brein vinden er grote veranderingen plaats. Het voorste deel van de hersenen, de prefrontale cortex, is nog in ontwikkeling, wat betekent dat pubers soms last hebben met planning, emotieregulering en het overzien van gevolgen.
In de vroege adolescentie (10-15 jaar) zijn pubers vaak onzeker en proberen ze hun eigen identiteit te ontwikkelen. In de late adolescentie (16-22 jaar) worden ze steeds zelfstandiger en beter in het nadenken over hun gedrag. Tijdens deze periodes kunnen ouders veel last hebben van het gedrag van hun kind, zoals het afwenden van autoriteit, het experimenteren met nieuwe dingen, en het ontwikkelen van hun eigen mening.
Een van de belangrijkste principes bij het opvoeden van een puber is om te werken met beloningen in plaats van straffen. Pubers zijn gevoeliger voor beloningen dan voor straffen. Wanneer je kind iets doet wat jij graag ziet, geef dan een compliment of een beloning. Dit stimuleert het emotionele deel van het brein, wat leidt tot een positief gevoel en een grotere kans dat het gedrag zich herhaalt. Bijvoorbeeld: als je kind op tijd thuiskomt, zeg dan: “Ik ben blij dat je er bent, het eten staat op tafel.” Dit soort reacties geven dopamine vrij in het brein, wat een blij gevoel oproept.
Pubers hebben vaak behoefte aan verantwoordelijkheid. Laat ze bijvoorbeeld hun eigen huiswerkplanning maken of een taak in het huishouden opknapen. Dit helpt ze om te leren omgaan met verantwoordelijkheid, ook al is het lastig. Het is belangrijk dat je je kind niet te veel in de steek laat, maar ook niet te veel helpt. Laat ze zelf ontdekken wat de gevolgen zijn van hun gedrag. Bijvoorbeeld: als je zoon zijn kleren niet opbermt, laat hem dan zelf ontdekken dat hij in vieze kleren moet sporten.
Het is belangrijk dat je luistert naar wat je puber zegt, in plaats van direct te reageren. Gebruik neutrale vragen en probeer geen standpunt in te nemen. Laat je kind het gevoel hebben dat je er bent, zodat het zich veilig voelt om open te staan. Bijvoorbeeld: “Wat vond je hierover?” in plaats van “Dat is verkeerd.” Dit bevordert een betere communicatie en helpt bij het oplossen van conflicten.
Pubers hebben duidelijke regels en grenzen nodig. Maak samen afspraken over bijvoorbeeld het tijdstip waarop ze thuiskomen of het aantal uren dat ze mogen gamen. Laat je kind meedenken aan de afspraken, zodat het zich beter kan houden. Leg uit waarom je bepaalde regels stelt en zorg dat de afspraken duidelijk zijn. Dit helpt bij het leren omgaan met verantwoordelijkheid en zelfstandigheid.
Pubers voelen zich veilig als ze kunnen praten over hun gevoelens en ervaringen. Creëer een omgeving waarin je kind zich vrij kan uiten zonder dat je oordeelt. Laat het weten dat je er bent als het nodig is, ook als het niet direct overleg is. Dit helpt bij het opbouwen van vertrouwen en het verminderen van spanningen.
De puberteit verandert het slaappatroon van je kind. Veel pubers gaan liever ’s avonds laat slapen en wakker worden in de ochtend. Dit is normaal, maar voldoende slaap is cruciaal voor de groei en het reguleren van emoties. Laat je kind als het kan uitslapen, zolang het geen school heeft. Als dit niet lukt, probeer dan je kind op tijd naar bed te sturen.
De communicatie met je puber moet positief en open zijn. Vermijd het gebruik van kritiek en probeer je kind te belonen in plaats van te bestraffen. Gebruik bijvoorbeeld punten om te belonen, zoals 10 punten als je dochter opruimt. Bij 50 punten krijgt ze dubbel zakgeld. Dit helpt bij het opbouwen van een positief gedrag en het leren omgaan met beloningen.
Het puberbrein is in ontwikkeling, vooral het voorste deel. Dit deel is verantwoordelijk voor planning, emotieregulering en het overzien van gevolgen. Pubers zijn daarom vaak moeilijk te beïnvloeden en hebben vaak last van stemmingswisselingen. Ze zijn ook gevoeliger voor beloningen dan voor straffen. Dit betekent dat het goed is om te werken met beloningen in plaats van straffen.
Het opvoeden van een puber is een uitdaging, maar met het juiste begrip en de juiste tips is het mogelijk om deze fase makkelijker door te komen. Belonen in plaats van straffen, verantwoordelijkheid geven, luisteren naar je kind, samen afspraken maken, een veilige omgeving creëren, voldoende slaap zorgen voor, en positieve communicatie gebruiken, zijn essentieel. Door deze principes toe te passen, kan het opvoeden van een puber een succesvolle ervaring worden.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet