ADHD in de opvoeding: Hoe kinderen met ADHD ondersteuning krijgen en hoe ouders hiermee omgaan
juli 4, 2025
In de Romeinse tijd was het onderwijs en de opvoeding van kinderen sterk beïnvloed door de maatschappelijke structuur, religieuze overtuigingen en culturele tradities. De Romeinen beschouwden het onderwijs als een essentieel onderdeel van de opvoeding van jongens en meisjes, al was het op dit gebied wel veelzijdig en vaak ongelijk. De bronnen laten zien dat het Romeinse onderwijs zich ontwikkelde van een informeel systeem naar een meer gereguleerd en gespecialiseerd stelsel, dat zowel gericht was op het leren lezen, schrijven en rekenen, als op het aanleren van morele en maatschappelijke waarden. De opvoeding van kinderen was daarbij niet alleen afhankelijk van hun geslacht, maar ook van hun sociale klasse en de economische situatie van hun familie.
Het Romeinse onderwijs had een diepe wortel in de Griekse tradities, maar ontwikkelde zich daarnaar toe tot een eigen systeem dat vooral gericht was op de opvoeding van jongens. In de vroege jaren van het Romeinse Rijk, vanaf ongeveer 753 v.Chr. tot het midden van de 3e eeuw v.Chr., was het onderwijs vooral beperkt tot het leren van basiskennis, zoals landbouw, militaire vaardigheden en morele waarden. Ouders speelden hierbij een cruciale rol, aangezien ze hun kinderen de kennis en vaardigheden konden bijbrengen die nodig waren voor het leven in de vroege republiek.
Vanaf de 4e eeuw v.Chr. begon het onderwijs zich te ontwikkelen naar een meer georganiseerd systeem. Er ontstonden de eerste scholen, waarin kinderen konden leren lezen, schrijven en rekenen. Deze scholen, genaamd ludi, werden vooral gerund door Griekse slaven, die de leerlingen les gaven in het Latijn en het Grieks. De lesduur was lang, van 6 uur in de ochtend tot 12 uur in de namiddag, en er waren veel schoolvakanties, zoals religieuze feestdagen, waarop leerlingen niet naar school hoefden. De Romeinse scholen waren streng, en fysieke straffen werden vaak gebruikt om de discipline in de klas te handhaven.
Alleen jongens kregen schoolonderwijs, terwijl meisjes meestal thuis werden opgevoed. In de rijkere families leerden meisjes koken, schoonmaken, kinderen verzorgen, spinnen, weven, naaien en borduren. Sommige meisjes kregen ook les in muziek, en als hun ouders rijk waren, kregen ze zelfs een huisleraar die hen leerde lezen en schrijven. In tegenstelling tot jongens, die vanaf hun zevende naar school gingen, kregen meisjes meestal geen formele opleiding. Ze werden meestal getrouwd op een jonge leeftijd, en hun rol was vooral gericht op het opvoeden van hun kinderen en het onderhouden van het gezin.
De opvoeding van meisjes was echter niet volledig onbelangrijk. In sommige gevallen kregen meisjes een vroege opleiding, vooral als ze deel uitmaakten van de elite. Zo leerde de negenjarige Pompeia, dochter van Pompeius, verzen uit de Ilias van Homerus voor. De opvoeding van meisjes was echter meestal gericht op het vooruitzicht van een vroege verloving, en de nadruk lag op hun toekomstige rol als moeder en echtgenote.
De toegang tot onderwijs was sterk afhankelijk van de economische situatie van de familie. De armen kregen meestal geen formele opleiding, terwijl de rijken er wel een privéleraar voor konden betalen. De lage klassen werden vaak beheerst door een ludus magister, terwijl de hogere klassen werden gegeven door een grammaticus, die zich bezighield met het leren van grammatica, retoriek en filosofie. De opvoeding van de toekomstige aristocraten werd vanaf de geboorte toevertrouwd aan mensen van lagere afkomst, zoals Griekse slaven, die hun pupillen ook mochten slaan.
De onderwijskosten waren voor veel gezinnen een probleem, maar de minder rijke families zorgden dat hun zoon in ieder geval de "basisschool" volgde om te leren lezen, schrijven en rekenen. Voor de armen was het onderwijs echter vaak onbetaalbaar, en kregen veel kinderen geen vorm van opleiding. Kinderen van slaven werden vaak als slaven geboren en moesten al op jonge leeftijd werken.
De Romeinen zagen kinderen vaak als onvolwassen volwassenen, maar recente studies wijzen erop dat er wel degelijk een emotionele band bestond tussen ouders en jonge kinderen. In de bronnen wordt vaak gesproken over de hoge kindersterfte, maar dit betekent niet dat de Romeinen afstandelijk of onverschillig tegenover hun kinderen stonden. In het boek Kinderen bij de Romeinen. Zes eeuwen dagelijks leven van Christian Laes wordt duidelijk dat kinderen in de Romeinse tijd een belangrijke rol speelden in het gezin en dat ouders zich zorgen maakten over hun welzijn.
De opvoeding van kinderen was niet alleen gericht op het leren van kennis, maar ook op het leren omgaan met de maatschappelijke verwachtingen. De Romeinen hadden een sterke morele opvatting over wat een goed kind moest zijn, en de ouders hadden grote verwachtingen over hun kinderen. In het boek wordt ook gesproken over de complexiteit van de gevoelens die Romeinse ouders voor hun kinderen vertoonden. Ze waren liefdevol om hun kinderlijke onschuld, maar ook geprezen om hun volwassen trekken. Ze beminden hun kinderen om hun vertederende gebrabbel en hun kinderlijke spel, maar ze waarden ook hun vermogens om te leren en te groeien.
Romeinse kinderen speelden bekende spelletjes, zoals verstoppertje, tikkertje, hinkelen, haas-over, met poppen spelen, vliegeren, schommelen en blokken bouwen. Ze hadden ook speelgoed, zoals een bokje, dat een geliefd ‘knuffeldier’ was. De Romeinen hadden ook speelgoed dat ze zelf maakten, zoals poppen, vliegers en blokken. De opvoeders en leraren zorgden ervoor dat de kinderen ook tijd hadden voor spel, aangezien ze wisten dat spel een belangrijk onderdeel was van de ontwikkeling van kinderen.
In de Romeinse samenleving had een kind een specifieke positie. Het was belangrijk dat een vrouw moeder werd, aangezien deze biologische rol belangrijk was binnen de sociale omgeving. Moederschap kon de status van een vrouw enorm verhogen, vooral als zij zonen kreeg. Meisjes groeiden op met het vooruitzicht op hun rol als toekomstige moeders. De rol van een kind in de maatschappij was dus niet alleen bepalend voor hun toekomst, maar ook voor de status van hun ouders.
Het Romeinse onderwijs en de opvoeding van kinderen waren sterk beïnvloed door de maatschappelijke structuur, religieuze overtuigingen en culturele tradities. De opvoeding van kinderen was niet alleen gericht op het leren van kennis, maar ook op het leren omgaan met de maatschappelijke verwachtingen. De Romeinen zagen kinderen vaak als onvolgroeide volwassenen, maar er bestond wel een emotionele band tussen ouders en jonge kinderen. De opvoeding van kinderen was niet alleen afhankelijk van hun geslacht, maar ook van hun sociale klasse en de economische situatie van hun familie. Het Romeinse onderwijs had een diepe wortel in de Griekse tradities, maar ontwikkelde zich daarnaar toe tot een eigen systeem dat vooral gericht was op de opvoeding van jongens.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet