Opvoeden is Samenspel: Terugblik op de Week van de Opvoeding 2018
juli 13, 2025
De discussie over vaccinatie en de toegang tot kinderopvang is recentelijk intensiever geworden, mede door een dalende vaccinatiegraad in Nederland. Verschillende partijen in de Tweede Kamer hebben zich uitgesproken over de noodzaak om de gezondheid van jonge kinderen te beschermen, met name degenen die nog niet volledig gevaccineerd kunnen worden. Dit heeft geleid tot een wetsvoorstel dat kinderopvangorganisaties de mogelijkheid biedt om ongevaccineerde kinderen te weigeren onder bepaalde voorwaarden. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige stand van zaken, de argumenten voor en tegen de voorgestelde maatregelen, en de mogelijke gevolgen voor ouders en kinderopvanglocaties.
Dalende Vaccinatiegraad en Risico’s
De vaccinatiegraad voor verschillende kinderziekten, waaronder mazelen en kinkhoest, is de afgelopen jaren gedaald. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, aangezien een lage vaccinatiegraad de groepsimmuniteit aantast. Groepsimmuniteit, ook wel collectieve immuniteit genoemd, is de bescherming die ontstaat wanneer een groot deel van de bevolking gevaccineerd is, waardoor de verspreiding van een ziekte wordt beperkt. Wanneer de vaccinatiegraad daalt, neemt het risico op uitbraken van infectieziekten toe, met name bij jonge kinderen die nog niet volledig beschermd zijn door vaccinaties. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hanteert een grens van 95% voor de vaccinatiegraad om voldoende bescherming te garanderen. In Nederland wordt deze grens voor de mazelenvaccinatie al jaren niet gehaald.
Het Wetsvoorstel: Toelatingseisen voor Kinderopvang
VVD en D66 hebben een wetsvoorstel ingediend dat kinderopvangorganisaties de bevoegdheid geeft om ongevaccineerde kinderen te weigeren wanneer de landelijke vaccinatiegraad onder een kritische grens van 92% zakt. Het wetsvoorstel voorziet erin dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een wettelijke plicht tot deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma als toelatingsvoorwaarde voor de kinderopvang kan stellen. Dit geldt in eerste instantie voor kindercentra, maar sluit buitenschoolse opvang en gastouderbureaus nog niet uit. Er zijn uitzonderingen mogelijk voor kinderen die vanwege medische redenen niet gevaccineerd kunnen worden.
Het wetsvoorstel is ingediend als reactie op de dalende vaccinatiegraad en de zorgen over de veiligheid van jonge kinderen in de kinderopvang. De initiatiefnemers benadrukken dat ouders de keuze behouden om hun kind al dan niet te laten vaccineren, maar dat er consequenties verbonden zijn aan die keuze wanneer de vaccinatiegraad te laag is.
Argumenten Voor en Tegen het Wetsvoorstel
De argumenten voor het wetsvoorstel zijn gebaseerd op de bescherming van de volksgezondheid en de veiligheid van jonge kinderen. Voorstanders stellen dat een vaccinatieplicht in de kinderopvang noodzakelijk is om de verspreiding van infectieziekten te voorkomen en de groepsimmuniteit te versterken. BOinK, de belangenvereniging voor ouders met kinderen in de kinderopvang, steunt het voorstel en benadrukt dat kinderopvangorganisaties een verplichting hebben om een veilige omgeving te bieden aan alle kinderen, inclusief degenen die nog niet volledig gevaccineerd zijn.
Tegenstanders van het wetsvoorstel wijzen op de vrijheid van keuze van ouders en de mogelijkheid van discriminatie. Sommigen beargumenteren dat het onwenselijk is om ouders te dwingen tot vaccinatie en dat voorlichting en overtuiging effectievere middelen zijn om de vaccinatiegraad te verhogen. Ook wordt opgemerkt dat het wetsvoorstel de verantwoordelijkheid voor de vaccinatiegraad bij de kinderopvang legt, terwijl dit een taak van de overheid zou moeten zijn. BBB heeft aangegeven tegen dwang te zijn en pleit voor een aanpak via voorlichting.
Uitvoering en Handhaving van het Wetsvoorstel
De praktische uitvoering en handhaving van het wetsvoorstel roepen vragen op. Het is nog niet duidelijk hoe gecontroleerd zal worden of kinderen voldoen aan de vaccinatie-eisen en welke sancties er zullen gelden bij overtreding. Er wordt voorgesteld dat ouders een bewijs van vaccinatie, in de vorm van een brief van de jeugdgezondheidszorg, kunnen overleggen. Echter, er wordt ook opgemerkt dat een dergelijk bewijs niet voldoende is om fraude te voorkomen en dat een register van gevaccineerde kinderen noodzakelijk is.
De directeur van de Brancheorganisatie voor Kinderopvang (BK) benadrukt dat het belangrijk is dat de discussie over vaccinatie niet in de kinderopvang zelf gevoerd wordt en dat er duidelijke handvatten vanuit de politiek moeten komen.
Medewerkers in de Kinderopvang
Het wetsvoorstel gaat niet alleen over de vaccinatie van kinderen, maar ook over de vaccinatie van medewerkers in de kinderopvang. Er wordt voorgesteld dat medewerkers in de kinderopvang gevaccineerd moeten zijn tegen bof, mazelen, rodehond en kinkhoest. Dit zou de veiligheid van de kinderen verder moeten vergroten en de verspreiding van infectieziekten in de kinderopvang tegengaan.
Reacties en Discussie
Het wetsvoorstel heeft tot diverse reacties en discussies geleid. De meningen over de vaccinatieplicht in de kinderopvang zijn verdeeld. Sommige ouders zijn bezorgd over de gevolgen van het wetsvoorstel voor hun kinderen, terwijl anderen het initiatief steunen uit angst voor infectieziekten. Er is ook discussie over de vraag of het wetsvoorstel wel effectief zal zijn en of het niet leidt tot ongewenste effecten, zoals het ontstaan van een tweedeling in de kinderopvang.
Alternatieven voor een Vaccinatieplicht
Naast een vaccinatieplicht zijn er ook andere mogelijkheden om de vaccinatiegraad te verhogen. Voorlichting en overtuiging zijn belangrijke instrumenten om ouders te informeren over de voordelen van vaccinatie en hun zorgen weg te nemen. Een wijkgerichte aanpak, waarbij zorgprofessionals ouders thuis bezoeken en persoonlijke adviezen geven, kan ook effectief zijn. Daarnaast kan het belangrijk zijn om de toegang tot vaccinaties te vergemakkelijken en de drempel voor vaccinatie te verlagen.
Conclusie
Het wetsvoorstel om ongevaccineerde kinderen in bepaalde gevallen te weigeren van de kinderopvang is een reactie op de dalende vaccinatiegraad en de zorgen over de gezondheid van jonge kinderen. Het voorstel is controversieel en roept vragen op over de vrijheid van keuze, de verantwoordelijkheid van de overheid en de praktische uitvoering. Het is belangrijk dat er een zorgvuldige afweging wordt gemaakt van de voor- en nadelen van het wetsvoorstel en dat er rekening wordt gehouden met de belangen van alle betrokken partijen. Een open en eerlijke discussie over vaccinatie en de bescherming van jonge kinderen is essentieel om tot een weloverwogen beslissing te komen.
Vorige week een nieuwe gevel bij de BSO gekregen. Nieuwe kozijnen, nieuw glas en deur.
