De Week van de Opvoeding in Ede: Samen Delen, Samen Weten
juli 13, 2025
De kosten van kinderopvang vormen een aanzienlijke financiële last voor veel ouders. Dit artikel biedt een overzicht van de huidige kosten, beschikbare toeslagen en recente wijzigingen in het beleid rondom kinderopvang, gebaseerd op beschikbare gegevens. De informatie richt zich op de situatie in Nederland en Vlaanderen, met aandacht voor de impact op verschillende inkomensgroepen en gezinsconfiguraties.
Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde kosten voor kinderopvang voor één kind ongeveer €3200 per jaar bedragen (Bron 1). Deze kosten kunnen echter aanzienlijk variëren, afhankelijk van factoren zoals het inkomen van de ouders, het aantal dagen per week dat het kind naar de opvang gaat, en het type opvang (crèche, buitenschoolse opvang (BSO), gastouder). Voor een kind in een kinderdagverblijf, drie dagen per week voor tien uur per dag, kunnen de bruto kosten oplopen tot €17.160 per jaar (Bron 1). Buitenschoolse opvang is doorgaans goedkoper, met bruto kosten van ongeveer €4.968 per jaar voor drie middagen per week (Bron 1).
De kosten voor peuteropvang variëren ook, afhankelijk van de aanwezigheid van een VE-indicatie (voorheen VVE-indicatie) en het recht op kinderopvangtoeslag (Bron 5). Het uurtarief voor peuteropvang zonder VE-indicatie bedraagt in 2025 €12,18 (Bron 5).
De kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming van de overheid in de kosten voor kinderopvang voor werkende en/of studerende ouders (Bron 8). De hoogte van de toeslag is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het belastbaar inkomen van de ouders, het aantal kinderen in de opvang en het type opvang (Bron 7).
In 2025 ontvangen ouders met een inkomen tussen €29.400 en €159.200 een groter deel van de kosten vergoed, met een stijging van ongeveer 10% (Bron 10). Voor gezinnen met een inkomen tot €47.404 wordt 96% van de kosten vergoed (Bron 7). Hoe hoger het inkomen, hoe lager het percentage vergoeding (Bron 7).
De hoogte van de toeslag is ook afhankelijk van het aantal kinderen in de opvang. Voor het eerste kind dat de meeste uren naar de opvang gaat, zijn de kosten het hoogst. Voor een tweede, derde, vierde of vijfde kind wordt een hogere toeslag ontvangen (Bron 7).
De maximale vergoedingen per uur in 2025 bedragen: €10,71 voor dagopvang, €9,52 voor buitenschoolse opvang en €8,10 voor gastouderopvang (Bron 7). Als de werkelijke kosten hoger zijn dan deze maximumtarieven, betaalt de ouder het verschil zelf (Bron 7).
In Vlaanderen zijn er recente wijzigingen doorgevoerd in de kinderkorting, wat gevolgen heeft voor ongeveer 50.000 gezinnen (Bron 3, Bron 9, Bron 12, Bron 13). Voorheen ontvingen ouders een korting van €4,05 per dag voor elk kind na het eerste kind in de crèche, ongeacht de leeftijd van de oudere kinderen (Bron 3, Bron 9). Deze korting wordt nu beperkt tot gezinnen waarbij alle kinderen gelijktijdig in de kinderopvang zitten (Bron 3, Bron 9, Bron 11).
Deze hervorming betekent dat gezinnen met een oudere kind dat naar de kleuterschool gaat en een jonger kind in de crèche, de korting verliezen, wat kan leiden tot een extra kostenverhoging tot €970 per jaar (Bron 3, Bron 6, Bron 9, Bron 12, Bron 13). De Vlaamse regering verdedigt deze beslissing door te stellen dat de korting primair bedoeld is voor kinderen die daadwerkelijk gebruikmaken van de kinderopvang (Bron 3).
Er is kritiek op deze maatregel, waarbij wordt aangevoerd dat deze de financiële last voor gezinnen vergroot en de toegankelijkheid van kinderopvang vermindert (Bron 3, Bron 9).
Alleenstaande ouders hebben recht op dezelfde kinderopvangtoeslag als ouders in een tweeoudergezin (Bron 8). Daarnaast kunnen zij onder bepaalde voorwaarden een vrijstelling van de arbeidsplicht aanvragen, waardoor zij zich volledig kunnen richten op de zorg voor hun kind (Bron 8). Ook kunnen zij in aanmerking komen voor het kindgebonden budget (Bron 8).
Er zijn zorgen over de toegankelijkheid van kinderopvang, met name voor gezinnen met een laag inkomen (Bron 4). De VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) wijst erop dat het nieuwe financieringsstelsel de kinderopvang voor deze gezinnen duurder kan maken (Bron 4).
Om de toegankelijkheid te waarborgen, worden voorstellen gedaan om een prijsplafond in te stellen en de arbeidseis te laten vervallen (Bron 4).
Het kabinet heeft als doel om de kinderopvang in 2027 bijna gratis te maken voor alle werkende ouders (Bron 7). Dit zal worden bereikt door de kinderopvangtoeslag te vervangen door een vergoeding die rechtstreeks naar de opvangorganisaties gaat (Bron 7).
De volgende tarieven zijn van toepassing bij LeV Kinderopvang in 2025 (Bron 5):
De kosten van kinderopvang vormen een aanzienlijke financiële uitdaging voor veel ouders. De kinderopvangtoeslag biedt een belangrijke tegemoetkoming, maar de hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen en het aantal kinderen. Recente wijzigingen in het beleid in Vlaanderen hebben geleid tot bezorgdheid over de toegankelijkheid van kinderopvang voor bepaalde gezinnen. Het kabinet streeft naar een toekomst waarin kinderopvang (bijna) gratis is, maar de implementatie hiervan vereist zorgvuldige planning en aandacht voor de toegankelijkheid voor alle inkomensgroepen. Het is belangrijk voor ouders om zich goed te informeren over de beschikbare toeslagen en regelingen, en om de kosten van verschillende opvangmogelijkheden te vergelijken.
Wie niet van een kind geniet, ziet het allermooiste niet